De traditie van de Feyenoord-huldiging als Rotterdams volksfeest is bedacht door de socialisten
Voor de huldigingen van Feyenoord loopt heel Rotterdam uit. In 1924 gebeurde dat voor de eerste keer na het winnen van de afdelingstitel. Niet de club zelf organiseerde die festiviteiten, maar dagblad Voorwaarts, het orgaan van de Rotterdamse socialisten. Het was belachelijk druk.
Het kampioenselftal van 1924
De eerste keer dat Feyenoord de Coolsingel aandeed tijdens een huldiging was in 1924, na het winnen van de afdelingstitel. De stadsboulevard lag toen op de route van een rondrit door de stad, “spontaan” georganiseerd door Voorwaarts, het dagblad van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij SDAP in Rotterdam.
De socialisten voelden zich bijna honderd jaar geleden bijzonder aangetrokken tot Feyenoord, zo lieten ze merken, als ‘vereeniging van jonge kerels, die met beide beenen midden in het Rotterdamsche volksleven staat. Feijenoord is — vooral op den Linker Maasoever — populair onder onze volksklassen als geen andere club. Daarom is háár zege onze vreugde.’
Zo werd voetbal in feite een vorm van klassenstrijd, want met de titel van Feyenoord kwam een einde aan de stedelijke heerschappij van Sparta, de club van de elite. Dat kwam kwam de socialisten natuurlijk goed uit. Voorwaarts schreef daarom op 5 april 1924 dat het graag Feyenoord wilde verwelkomen als het kampioen was geworden in Amsterdam, bij Ajax. ‘Is er reden tot feestvieren, dan zal het gezelschap vanaf het station Delftsche Poort langs Stationsweg en Coolsingel geleid worden naar het Zuid-Holl. Koffiehuis (Korte Hoogstraat).’ Vanaf daar zou de stoet vertrekken naar het clubgebouw aan de Dordtsestraatweg. ‘Op den aangegeven weg zullen — vertrouwen we — alle sportvrienden uit Rotterdam onze kranige spelers getuigen van hun sympathie en waardeering.’
Feyenoord speelde gelijk tegen Ajax en won daarmee inderdaad de afdelingstitel. Het werd een volksfeest zoals Rotterdam toen nog nooit had meegemaakt. De plaatselijke afdeling van de SDAP bleek daarmee de stemming goed te hebben aangevoeld – in ieder geval een stuk beter dan zes jaar eerder toen de socialisten meenden dat Nederland behoefte had aan een revolutie onder leiding van Troelstra. Tienduizenden Feyenoord-supporters waren naar het station gekomen om de kampioenen op te wachten. De politie had er de handen vol aan. ‘Er zijn meer huldigingsintochten van verschillende aard op sportgebied te Rotterdam geweest,’ aldus Voorwaarts, ‘doch zulk een geweldige menschenvloed als Zondag heb ik nooit saamgedrongen gezien om een feestelijke stoet van sportmenschen.’
De krant had auto’s ter beschikking gesteld voor een rondtocht door de stad. Er was alleen een probleem: de spelers konden die niet bereiken vanwege de enorme massa. ‘Ook op het perron hadden zooveel nieuwsgierigen een plaatsje gezocht, dat het zich liet aanzien, dat de zegetocht der kampioenen zou moeten aanvangen met een worsteling door de enthousiaste menigte. (…) De verwarring, die toen ontstond, is te erg om na te vertellen. Weggedrukt tusschen juichende, wuivende, opgetogen menschen stonden de „feestvarkens” van dezen avond tegen den muur van het station gedrukt, toen zij eindelijk buiten de hekken waren gekomen.’
In deze chaos lukte het de directeur van Voorwaarts nog net om een krans te overhandigen aan Kees Pijl, aanvoerder van Feyenoord. Een tweede poging om de spelers te begeleiden naar de auto’s verliep opnieuw moeizaam. ‘Enkele redacteuren van ons blad en een paar bestuursleden van Feijenoord hebben daar politiediensten moeten verrichten, om het bestijgen der auto’s mogelijk te maken.’
Ajax – Feyenoord eindigde in 1-1 waarmee de Rotterdammers afdelingskampioen waren geworden
Beklemmend
De rijtocht kon eindelijk beginnen, te beginnen over de Stationsweg waar tramverkeer inmiddels absoluut onmogelijk was geworden. ‘Ook de breede Coolsingel was geheel gevuld met belangstellenden, van wie hier velen gebruik maakten om mee te loopen en zich aan de auto ’s vast te klemmen. Hóe verblijdend het enthousiasme ook was, hoé goed het ook deed de kranige spelers te hooren toejuichen, de overmaat van feestelijke vroolijkheid werd op den duur beklemmend. Ter zijde van den stoet, die haar triomfale intocht deed op Rotterdam’s boulevard, van de lange reeks auto’s met rood-witte vlaggen gesierd en met kransen op de motorkappen, was geen enkele politieman te ontwaren. Het stond de duizenden enthousiasten vrij op de treeplanken en op de spatborden te klauteren en aan de kappen der auto’s te gaan hangen, waardoor het voorttrekken bemoeilijkt werd.’
De politie was zo in de war geraakt dat ze zelfs was vergeten dat vlak voor het einde van de stoet de weg was opengebroken, zodat ter plekke een omweg moest worden verzonnen. ‘De aandrang der massa’s werd zoo hevig, dat de toestand bijna hachelijk werd.’ De vertraging was hierdoor zo groot geworden dat, na een tussenstop in het Zuid-Hollands Koffiehuis voor eten en toespraken, het in Rotterdam-Zuid inmiddels leeg was op de straten toen de Feyenoorders daar eindelijk arriveerden. ‘Daarvoor was het te laat geworden.’
Helemaal aan het einde van het feest nam de directeur van Voorwaarts nog één keer het woord. ‘Spreker achtte zich gelukkig, dat juist Voorwaarts het initiatief tot deze huldiging had kunnen nemen, omdat ons blad en Feijenoord beide thuis hooren onder het Rotterdamsche arbeidende volk. Het hart van arbeidend Rotterdam ligt op den Linker Maasoever en in het hart van dat arbeidende volk leven zoowel Feijenoord als Voorwaarts.’
Feyenoord, bij monde van clubvoorzitter J.M. Weber, toonde zich dankbaar. ‘Toen het initiatief van Voorwaarts gekomen was, om Feijenoord feestelijk af te halen, had hij direct gevoeld, dat dit niet om politieke redenen was gedaan, doch dat dit vanzelve voortvloeide uit de belangstelling van een volksblad voor de volkssport. Er is verwantschap tusschen uw streven en het onze, betoogde spreker. Gij wilt in de maatschappij dat stand en positie geen factoren zullen zijn, waardoor iemand iets kan bereiken, gij wilt de gelijkheid der klassen. Op sportgebied streven wij geheel en al naar hetzelfde doel. Daar mogen rang en stand van geen invloed zijn, op het groene sportveld moet gelijkheid heerschen tusschen alle klassen.’
De krant hoopte dat Feyenoord en Rotterdam nog veel van dit soort feesten mocht organiseren in de toekomst, zolang de politie zich dan maar wel beter voorbereidde. En inderdaad zou de stad nog regelmatig de Feyenoorders kunnen huldigen, waarbij inmiddels iedereen dan wel weer is vergeten dat deze traditie is bedacht door de socialisten van Voorwaarts.