De vergeten watersnoodwedstrijden in het Nederlandse voetbal
Na de Watersnoodramp van 1953 namen enkele profvoetballers het initiatief tot een benefietmatch, die de geschiedenis inging als ‘De Watersnoodwedstrijd’. Maar daarvoor bestond er ook al een traditie van watersnoodwedstrijden.
Het volkslied tijdens Nederland – Denemarken. Foto via het Nationaal Archief
Door Ronald Schut
Het wordt wel eens ‘de vergeten watersnoodwedstrijd genoemd: Een maand na de ramp, op 7 maart, speelde het officiële Nederlands elftal in de Kuip een vriendschappelijke match tegen Denemarken. De opbrengst was bestemd voor het rampenfonds. Een doelpunt van Abe Lenstra kon niet voorkomen dat de Denen de partij met 1-2 wonnen. De wedstrijd bracht desondanks 200.000 gulden op. Lag het aan de nederlaag, dat de match niet in het collectieve geheugen is blijven hangen? Hoe dan ook, al gauw kwam het duel in de schaduw te staan van die andere interland, vijf dagen later.
Nederland kende in die dagen geen profcompetitie. Voetballen deed je voor de eer en niet voor geld, zo redeneerde de voetbalbond. Het verbod op betaald voetbal had als gevolg dat talentvolle spelers hun heil over de grens zochten. Twee Nederlandse profs in Frankrijk, Bram Appel en Theo Timmermans, namen het initiatief voor een benefietwedstrijd tegen hun Franse collega’s. Overigens zorgde de KNVB zelf voor de kleding van de Nederlandse spelers, die niet in oranje, maar in rood-wit-blauwe tenues uitkwamen.
De wedstrijd vond plaats op 12 maart in het Parijse Parc des Princes en de opbrengst, 110.000 gulden kwam ook hier ten goede aan het rampenfonds. Een publiek van 32.000 mensen, waaronder veel afgereisde Nederlanders, zagen het officieuze Nederlands elftal een sterk staaltje voetbal geven. Waar het officiële Oranje in het stof beet, lukte het de Nederlandse profs wel om een nationaal team verslaan. Girondins Bordeaux-aanvaller Bertus de Harder bepaalde, samen met Bram Appel, de eindstand op 2-1.
Traditie sinds 1906
Het duel in Parijs ging de geschiedenisboeken als ‘De Watersnoodwedstrijd’. Toch bouwde het voort op een traditie. Het hangt er natuurlijk van af wat je onder een watersnoodwedstrijd verstaat, maar al bijna een halve eeuw eerder had er een internationaal duel plaatsgevonden ten bate van watersnoodslachtoffers. In maart 1906 werden Zeeland en Vlaanderen getroffen door een stormvloed. Hierbij vielen niet zoveel slachtoffers als in 1953, maar de schade was groot, vooral in het Scheldegebied. Tot aan Dendermonde moesten dorpen geëvacueerd worden. Het zou nog maanden duren voor het water weer verdween en er aan herstel gewerkt kon worden.
De ramp was aanleiding voor allerlei inzamelingsacties. Onder de vele initiatieven was een internationale wedstrijd. Een van de oudste clubs van ons land, de Dordrechtsche Football Club, liet zijn jaarlijkse deelname aan de Coupe Van Der Straten-Ponthoz in Brussel schieten voor een reis naar Verviers, zo lezen we in het 40-jarig jubileumnummer van de club. Organisator van de buitenlandse trips was clublid Sim van der Kloet, de latere clubarchivaris. De Nieuwe Courant van 18 april 1906 schreef over de sportieve reis:
Men meldt ons dd. 17 dezer:
Club Sportif Verviétois – D.F.C. — Gisteren te 3 uur speelde D.F.C. een weldadigheidsmatch tegen C.F. Verviétois ten bate der verongelukten van Courrières en den watersnood in Vlaanderen. D.F.C. wederom met haar 7 invallers, terwijl Verviers vrijwel compleet was. Na een hardnekkigen strijd bereikte men den uitslag 3 – 3. Dit was voornamelijk te wijten aan de kwetsuren door de diverse spelers van D.F.C. opgeloopen tengevolge van ’t abnormaal harde veld, zoodat D.F.C. ’t laatste half uur zelfs met 10 man speelde.
Het tijdperk van glazen huizen en TV-inzamelacties was nog ver weg. Gelukkig wist de verslaggever van de Nieuwe Courant voldoende details te melden om de wedstrijd in onze fantasie vorm te geven. De sigaren en de borrel na afloop denken we er zelf bij. Belangrijker is dat het om een weldadigheidsmatch voor de hulpbehoevenden ging.
Maar wat is Courrières in het krantenbericht? Slechts een week voor de watersnood vond de grootste mijnramp in de Europese geschiedenis plaats. Een explosie in een mijnschacht bij het Noord-Franse Lens veroorzaakte bijna 1100 doden en ontwrichtte veel gezinnen. De catastrofe raakte bekend onder de naam Courriéres, naar de hoofdzetel van het mijnbedrijf. Het opeenvolgende nieuws over beide rampen bewoog de voetballers uit Dordrecht en Verviers ertoe om een internationale benefietmatch te spelen.
Zuiderzeevloed 1916
Hoewel er dus al in 1906 sprake van is, vermeldden de nieuwsbladen de term ‘Watersnood-wedstrijd’ voor het eerst in 1916. In nacht van 13 op 14 januari 1916 braken op verschillende plaatsen rond de Zuiderzee de dijken door, met tientallen doden tot gevolg. In de Sportkroniek van 25 januari deed erevoorzitter van de NVB, Pim Mulier, samen met andere ereleden een oproep aan de Nederlandse voetbalverenigingen:
(…) De ondergeteekenden, eereleden van den Nederlandschen Voetbal Bond, doen een beroep op Uwe medewerking. Organiseert ten spoedigste een extra wedstrijd op Uw terrein en draagt ons de netto opbrengst af. Wij zullen het bedrag door de Nederlandsche voetballers bijeengebracht, aan het Watersnood-Comité te Amsterdam afdragen.
(…) Helpt spoedig!
De oproep kreeg navolging. HFC, Vitesse, HVV, Ajax en talloze gelegenheidsteams speelden benefietwedstrijden voor de slachtoffers. De bond verleende uitstel van eerder geplande competitiewedstrijden.
Overigens waren niet alle watersnoodwedstrijden succesvol. Zo beschrijft De Sportkroniek van 8 februari een benefietwedstrijd tussen Quick (Nijmegen) en VRA (Amsterdam) als volgt: Koud weer, weinig publiek, veel wind en een slecht gespeelde wedstrijd voor den watersnood.
En volgens Het Sportblad van 1 februari viel de belangstelling voor de benefietwedstrijd HBS-Ajax tegen. Alle lof voor de verenigingen, maar het publiek liep niet warm voor liefdadigheidsmatches, al kan het slechte weer ook van invloed zijn geweest. Volgens het blad zou het beter zijn om recettes van competitiewedstrijden te doneren.
Overstroming 1926
In januari 1926 was het opnieuw goed mis. Aanhoudende buien en de aanvoer van smeltwater leidden tot overstromingen van de Maas en zijrivieren. De straten van Luik stonden blank. In de provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland was de schade enorm. Het voetbal kwam weer in actie. Het Sportblad van 6 januari:
Straks zullen ongetwijfeld de voetbalvereenigingen zoo moedig wel bereid gevonden worden om te trachten door haar spel geld bijeen te brengen om daarmede het leed te kunnen verzachten. Op dat punt heeft men nooit vergeefs een beroep op de voetbalsport gedaan.
Een week later plaatst hetzelfde blad een oproep:
Verzamelt geld, hoe dan ook. Organiseert wedstrijden, sportdemonstraties, houdt collecten bij wedstrijden, maar steunt het Watersnood-comité.
Kort daarop vindt (voor het eerst?) een watersnoodwedstrijd plaats tussen twee landenteams, al gaat het wel om militaire elftallen. België, dat ook zwaar getroffen is, heeft de primeur. In Brussel spelen de nationale militaire ploegen van België en Frankrijk tegen elkaar. De Belgen, met internationals François Demol en Raymond Braine in de gelederen, boeken een 6-1 overwinning. Ondanks het slechte weer trekken deze en andere benefietwedstrijden veel belangstelling, aldus het Sportblad van 21 januari 1926.
Profvoetbal in Nederland
Terug naar 1953. De opzienbarende overwinning van de ‘wilde’ Nederlandse internationals in het Parc des Princes maakte in Nederland de geesten rijp voor de invoering van betaald voetbal. Een van de toeschouwers in Parijs, de Limburgse bouwondernemer Egidius (Gied) Joosten, nam maanden later het initiatief voor de oprichting van de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB). Onder de vlag van deze bond startte voor het eerst een profcompetitie in Nederland. Halverwege het daaropvolgende seizoen zou de KNVB overstag gaan en fuseren met de ‘wilde’ profbond NBVB. Indirect had de natuurramp ervoor gezorgd dat het roer in voetballand werd omgegooid.