De voetbalcarrière van Ronnie Brunswijk, de vicepresident van Suriname
Op 30 maart 1986 speelde Ronnie Brunswijk een voetbalwedstrijd terwijl er in Suriname een opsporingsbevel tegen hem liep. De huidige vicepresident van dit land veroorzaakte vorig jaar nog een internationale voetbalrel door zichzelf op te stellen in een wedstrijd van Inter Moengotapoe in de CONCACAF League. Dit verhaal komt uit het boek De Romário-show en andere sportverhalen.
Ronnie Brunswijk in 2020, foto Communicatie Dienst Suriname via Wikicommons
Ronnie Brunswijk werd geboren in Moengo, in het binnenland van Suriname. Hij was een aantal jaren militair en in die hoedanigheid een tijdlang de lijfwacht van Bouterse. Na zijn tijd in het leger maakte hij naam als bankovervaller. Omdat hij een deel van de buit verdeelde onder de achtergestelde bevolking van het binnenland verwierf hij faam als een soort Robin Hood. Hij werd opgepakt, maar wist begin 1986 te ontsnappen.
Burgeroorlog
In diezelfde periode speelde hij al voetbal bij de plaatselijke club Real Moengotapoe. Ondanks een opsporingsbevel stond hij op 30 maart 1986 onder de lat in een wedstrijd ter gelegenheid van het vijftienjarig bestaan van zijn club, tegen nota bene een team van militairen en regeringsfunctionarissen. Die lieten hem echter deze dag ongemoeid.
Kort daarna begon de binnenlandse oorlog tussen het leger en het Junglecommando, die enkele jaren zou duren. In 1992 werd een vredesovereenkomst getekend en in de loop van de jaren negentig normaliseerden de verhoudingen in de Surinaamse samenleving zich. Brunswijk kon zich meer gaan toeleggen op zijn voetbalcarrière. Van Real Moengotapoe was na de oorlog niet veel meer over en daarom richtte Brunswijk Inter Moengotapoe op, waar hij actief werd als speler, trainer-coach, technisch directeur, voorzitter, sponsor en eigenaar. In 2002 liet hij in Moengo een stadion bouwen, toepasselijk genoeg het Ronnie Brunswijkstadion geheten.
Heetgebakerd
Over zijn actieve voetbalcarrière doen vele geruchten de ronde. De als driftig bekend staande Brunswijk zou zich nog wel eens laten gaan op en naast het voetbalveld. Als wisselspeler betrad hij menigmaal het veld om zich in discussies te mengen. Het schijnt dat hij eens een tegenstander achternagezeten heeft met een spade. Wat hier van waar is, blijft een beetje onduidelijk. Wel werd Brunswijk in november 2005 door de Surinaamse voetbalbond voor vijf jaar geschorst. Hij zou op 25 oktober van dat jaar met een pistool gezwaaid hebben naar de voorzitter van tegenstander Boma Star. In juli 2006 werd de straf teruggedraaid wegens gebrek aan bewijs.
In februari 2008 kwam Brunswijk wederom negatief in het nieuws. Voor wangedrag tijdens en na de wedstrijd tegen WBC werd hij voor onbepaalde tijd geschorst. Volgens Brunswijk was er geknoeid met de televisiebeelden, waarop te zien was hoe hij fysiek en verbaal de confrontatie aanging. Hij wees er eerder al meerdere malen op dat de voetbalploegen uit de districten het altijd moesten ontgelden ten opzichte van de clubs uit Paramaribo, gezien het grote verschil in de strafmaat bij gelijksoortige misstappen.
De meerderheid van de Surinaamse voetbalvolgers was echter van mening dat Brunswijk zich wel degelijk had misdragen en daarbij werd ook gewezen op de voorbeeldfunctie die Brunswijk als parlementslid bezat. Ironisch genoeg was hij kort voor het voetbalincident ook in het parlement betrokken geweest bij een vechtpartij.
Ook in de jaren erna was Brunswijk regelmatig te gast bij het tuchtcollege van de Surinaamse voetbalbond. Zo werd hij in 2012 en 2014 een tijdlang uitgesloten van wedstrijden, omdat hij tekeer zou zijn gegaan tegen de wedstrijdleiding. In 2017 volgde een schorsing omdat Brunswijk opnieuw een scheidsrechter onheus zou hebben bejegend en bovendien een cameraman zou hebben bedreigd.
Tien kampioenschappen
Over de rol van Brunswijk bij Inter Moengotapoe bestond ook op andere vlakken discussie. Eind 2006 wees Ronald Poelsingh, directeur sportzaken van het Ministerie van Onderwijs, er op dat een hoop clubs gefinancierd werden met drugsgeld. “Het narco-kapitaal zit in het Surinaamse voetbal, honderd procent. Maar het valt niet te bewijzen.”
Het is inderdaad moeilijk dit soort zaken te bewijzen, maar Brunswijk had misschien wel de schijn tegen. Hij werd in 2000 in Nederland bij verstek tot zes jaar veroordeeld wegens cocaïnehandel. Hoe dan ook, vanwege de inspanningen van Brunswijk, die zijn spelers goed betaalde met dollars, huizen en auto’s, werd Inter in 2006-2007 voor het eerst landskampioen. Hierna ging Inter het Surinaamse voetbal domineren. In de navolgende jaren volgden nog negen landskampioenschappen. En Brunswijk zelf? Die trapt dus ook als zestiger nog regelmatig een balletje mee.