Een spelerstunnel in het Olympisch Stadion moest rellen voorkomen bij Ajax – Liverpool
In 1966 speelde Ajax ook al eens tegen Liverpool. Dat was in het Olympisch Stadion voor de Europa Cup 1. Voor die ene gelegenheid werd er een spelerstunnel gebouwd om ernstige rellen te voorkomen.
Foto Jac. de Nijs via het Nationaal Archief
In september 1964 speelde DWS een Europese wedstrijd tegen Fenerbahce, waarbij Turkse supporters na afloop de scheidsrechter bewusteloos sloegen. De chaos was verschrikkelijk, ongekend in een Nederlands stadion. ‘Is het nog wel zo,’ vroeg Het Vrije Volk zich af, ‘dat het Olympisch Stadion van Amsterdam — gebouwd in 1928 — beantwoordt aan de moderne eisen?’
De stadiondirectie besloot daarom meteen erna om een spelerstunnel te bouwen, zodat publiek en voetballers van elkaar gescheiden bleven in geval van nood. In de Kuip was toen al drie jaar zo’n spelerstunnel na enkele vervelende ervaringen van boze Feyenoord-supporters, die verhaal kwamen halen bij een scheidsrechter. Dat moest ook maar in Amsterdam, nam het Olympisch Stadion zich in 1964 dus voor, na overleg met de politie. Er werd alleen geen plan gemaakt hoe dat dan moest.
Ondanks alle voornemens ging het op 6 november 1966 wéér mis, tijdens de interland tussen Nederland en Tsjechoslowakije, die ene wedstrijd waarbij Johan Cruijff als eerste Nederlandse international door de scheidsrechter van het veld werd gestuurd. (Nog zonder rode kaart, want die was toen nog niet bedacht.) Bij de KNVB gingen daarna de eerste stemmen op om voortaan dit stadion te mijden voor grote wedstrijden. In de gemeenteraad werden vragen gesteld. Zo dreigden er enorme consequenties voor het Olympisch Stadion en daarom werden er dit keer wel meteen concrete maatregelen genomen.
Henk Faanhof
Twee weken later voerde het stadionbestuur het voornemen van 1964 dan eindelijk uit, in aanloop naar de thuiswedstrijd van Ajax tegen Liverpool op 7 december 1966. Het gaf de opdracht aan voormalig wielrenner Henk Faanhof, die zelf ook nog veel in en rond dit stadion had gereden, om een stalen tunnel van ruim dertig meter lang te bouwen, waardoor de spelers en de scheidsrechter van het veld naar de kleedkamer konden lopen. Faanhof had namelijk ook een aluminiumlas- en appartenbouwbedrijf, dus die kon dat wel regelen.
De constructie ging niet ónder de grond, maar over het veld. Het leek dus meer op een hele lange kooi. Zoals Faanhof zelf zei: “Het wordt een uitneembare stalen tunnel, bestaande uit zes delen van elk 5 meter 20. Aanvankelijk hebben we aan een boog van gaas gedacht, maar dat bleek niet afdoende. In dat geval zou alleen de middenloop wat hoogte betreft bruikbaar zijn en bovendien zouden flesjes die gegooid worden, stukspringen en de scherven toch op de spelers terecht komen. Er komt dus nu een vlak bovenstuk. De tunnel is bekleed met polyester plaat, gewapend met glasvezel dat niet is stuk te krijgen.”
Voor de gezelligheid kwam er rond het veld ook nog een prikkeldraadversperring van één meter hoog. Deze hele operatie kostte 20.000 gulden, in onze tijd vergelijkbaar met een halve ton in euro’s.
Ajax won daarna met 5-1, de laatste keer dat Liverpool verloor van een Nederlandse ploeg in een Europese wedstrijd.