Een unieke wedstrijd in het Olympisch Stadion: Ajax tegen China
Op 26 augustus 1936 speelde Ajax tegen het nationale elftal van China. De Amsterdammers waren zeer verbaasd toen één van hun tegenstanders opeens vloeiend Nederlands sprak.
Foto via Stadsarchief Amsterdam
Het is dit jaar alweer een kwarteeuw geleden dat Ajax zijn laatste officiële wedstrijd speelde in het Olympisch Stadion. Eén van de opmerkelijke wedstrijden van de Amsterdammers in dit stadion was in 1936 tegen het Chinese nationale elftal, dat net had meegedaan aan de Olympische Spelen in Berlijn. Na één nederlaag was het toernooi alweer voorbij – nogal teleurstellend na zo’n lange reis. Omdat de voetballers toch al in Europa waren, volgde er nog een rondrit door het continent.
Ook Nederland lag op de route. Aanvankelijk was het idee dat China tegen Feyenoord en Ajax zou spelen, maar een reis naar Rotterdam paste niet meer in het schema. Zo was er op 26 augustus alleen een ontmoeting in Amsterdam. ‘De wedstrijd, die des avonds om kwart over acht zal aanvangen, wordt in het Olympisch Stadion gehouden,’ zo wisten de Nederlandse kranten.
De avond ervoor arriveerde de Chinese ploeg in Amsterdam. ‘Ter begroeting waren aanwezig de consul van China, de bestuurderen van Ajax, benevens verschillende afgevaardigden van Chineesche vereeingingen,’ schreef dagblad De Tijd. Tot grote opluchting van de gastheren woonden zestien van die voetballers in Hongkong, zodat er in het Engels kon worden gecommuniceerd.
Het Ajax-bestuur viel om van verbazing toen een Chinese speler perfect Nederlands sprak. Hij stelde zich voor als Tio Hian Gwan, wonend in Soerabaja in Nederlands-Indië. Hij was teamgenoot geweest van Bep Bakhuys, de legendarische spits van het Nederlands elftal. Sterker nog, Tio had als speler van het nationale elftal van Nederlands-Indië meegedaan aan de Oosterse Olympische Spelen van 1934 waarin hij maar liefst drie keer had gescoord tegen Japan!

Naar Volendam
De aanwezigheid van de Chinese voetballers trok ondertussen veel aandacht van de Nederlandse pers. Tijdens een bezoek aan Volendam de ochtend voor de wedstrijd werden ze dan ook omringd door journalisten en fotografen, net als bij de ontvangst op het Ajax-stadion. ‘Een kort bezoek aan ons eigen veld,’ zo stond in het clubblad van Ajax, ‘wederom een mitrailleurvuur van foto- en filmapparaten.’
De wedstrijd zelf werd door ongeveer 8.000 toeschouwers bezocht, onder wie de burgemeester van Amsterdam. ‘Dit was de eerste maal in de Nederlandsche voetbalgeschiedenis,’ aldus De Nieuwe Tilburgsche Courant, ‘dat een Chineesch team in Nederland in het veld trad.’ De tegenstanders waren verrassend snel en behendig, merkten de Ajacieden al snel, maar mede door ‘Goaltjespiet’ Van Reenen werd er met 5-3 gewonnen.
De verslaggever van De Revue der Sporten was aangenaam verrast door de Chinese voetballers: ‘Als ze physiek wat meer uit de kluiten schieten en wat meer routine en hardheid opdoen, dan worden het uitstekende voetballers. In snelheid en lichaamstechniek wonnen zij het glad van alle Ajaxieden en van alle continentale voetballers; ook hun baltechniek was niet kwaad, kortom, een weinig meer kracht en schot en ze zijn sterk, héél sterk.’
In oktober was Tio weer in Nederlands-Indië met een lezing over zijn bijzondere voetbalreis. ‘Hij besloot zijn causerie met de hoop uit te spreken, dat de voetballers op Java zich op de spelmethoden der Europeesche spelers zullen toeleggen.’ Precies 85 jaar later moeten we constateren dat dit niet is gebeurd.