De eerste Nederlandse ‘voetbaldode’ viel al in 1939 te betreuren
Journalist en schrijver Friso Schotanus heeft echter ontdekt dat er al in 1939 voor het eerst iemand – de 23 jaar oude Karel Snijders – omkwam door voetbalgeweld. Het gaat om een dode als gevolg van een ruzie tussen twee spelers.
Schotanus beschrijft deze ontdekking uitgebreid in zijn boek Toen was geweld heel gewoon, een persoonlijke zoektocht naar de drijfveren van hooligans. Hij schrijft: ‘In Sprang Capelle, een gereformeerd eiland in de katholieke Brabantse zee, troffen de buurtclubs S.D.O. en Sparta uit het aanpalende Vrijhoeve elkaar, op de laatste zaterdag in september 1939. Tijdens de wedstrijd hadden Huib, sjouwer van beroep, en een man met een naam als een stripheld, Karel Snijders, voortdurend ruzie met elkaar.’
Na de wedstrijd gaat het geruzie door. Schotanus: ‘Terwijl de spelers naar hun doelen liepen om zich om te kleden en het aanwezige publiek op huis aan het gaan was, zinderde Huib nog van woede. Toen hij zich had omgekleed, liep Karel hem opnieuw tegemoet en meteen vlogen ze elkaar aan. Toen trok de sjouwer opeens een mes. Huib stak en trof zijn rivaal diep in de rechterborstkas, tot in het hart en de longen. Karel rende gillend terug het veld op, hevig bloedend. Bij een van de doelpalen waar zijn ploeggenoten stonden, zakte hij neer. Er werd snel medische hulp ingeroepen, maar die kwam te laat. Karel liet een vrouw en drie jonge kinderen achter.’
Het eerste geweldsincident met dodelijke afloop op een Nederlands voetbalveld werd nog in datzelfde najaar behandeld bij de rechtbank in ’s Hertogenbosch. De uiteindelijke straf voor de moordenaar, een jaar gevangenisstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, kan gerust mild genoemd worden.
De aandacht voor de dodelijke steekpartij in de kranten ebde snel weg. Het leidde niet tot een diepgaande maatschappelijke discussie over geweld op de voetbalvelden. En de geweldsincidenten bleven zich voordoen, ook tijdens de Duitse bezetting.
Zo sloeg in 1941 in Franeker een vechtpartij tussen twee spelers over naar het publiek, dat massaal het veld op stormde en daar met elkaar op de vuist ging. Een van de vechtersbazen was Auke Adema, die een paar maanden eerder de Elfstedentocht had gewonnen. Hij mocht zich voor straf een tijdje niet laten zien bij zijn favoriete club.
Na de Tweede Wereldoorlog zette de toenemende populariteit van voetbal als volkssport nummer één door, en daarmee ook het geweld rond de velden. Het zou tot 8 december 1991 duren voordat er een volgend dodelijk slachtoffer op de Nederlandse velden viel te betreuren: Erik Lassche, een supporter van FC Twente die om het leven kwam door toedoen van een Feyenoordsupporter.