Feyenoord speelde in 1943 vier thuiswedstrijden in vier verschillende stadions
Op 28 februari 1943 speelde Feyenoord in de Kuip tegen Willem II. Vanwege de angst voor een bombardement op dit stadion waren de volgende drie thuiswedstrijden in Amsterdam en Nijmegen – óók bij Ajax.
Grote drukte in het Goffertstadion bij Feyenoord – Enschede. Tijdens de wedstrijd was er een collecte voor de Rotterdamse oorlogsslachtoffers. Foto via het Regionaal Archief Nijmegen
In de moeilijkste tijden probeerden mensen elkaar te helpen, ook in de voetbalwereld. Een mooi voorbeeld van sportieve solidariteit was precies tachtig jaar geleden toen Feijenoord de helpende hand werd toegestoken.
Kampioenscompetitie
Feyenoord werd afdelingskampioen in het voetbalseizoen 1942/43 en plaatste zich daarmee voor de kampioenscompetitie, samen met ADO, Heerenveen, Willem II en SC Enschede. De thuiswedstrijden in de Kuip waren meteen uitverkocht, wat voor de club een fijne financiële meevaller was. In totaal ging het om ruim 200.000 verkochte kaarten, maar door ingrijpen van de burgemeester van Rotterdam kwam hier weinig van terecht. De vier thuiswedstrijden werden in vier verschillende stadions gespeeld!
Tegen Willem II was er op 28 februari nog niets aan de hand. Feyenoord won in de Kuip met 1-0 in een wedstrijd waarin vooral Manus Vrauwdeunt in de opbouw ‘weergaloos handig’ was. Hij was alleen geen afmaker: ‘Het spijtige voor Feijenoord was, dat zij geen speler bezat, die voor die afwerking wist zorg te dragen.’ Hoe dan ook, het waren twee belangrijke punten voor de ranglijst.
Zonder publiek
Op 12 april kwam de hele competitieopzet in gevaar vanwege een verordening van de burgemeester van Rotterdam, waarbij ‘alle wedstrijden in Rotterdam zonder publiek gespeeld moeten worden’. Na het geallieerde bombardement van 31 maart 1943 op Rotterdam-West was er angst voor nieuwe luchtaanvallen op stadions tijdens wedstrijden, waarbij in één keer duizenden mensen de dood konden vinden. Een week later bevestigde het departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming dat Feyenoord in zijn stadion niet meer met toeschouwers mocht spelen.
Ajax stak de Rotterdammers meteen de helpende hand toe door zijn stadion aan te bieden voor de thuiswedstrijd van 18 april tegen Heerenveen. De Amsterdamse club had zich toch niet geplaatst voor de kampioenscompetitie. ‘Dus tóch kampioenswedstrijden in Amsterdam,’ grapte Ajax in het programmaboekje van deze wedstrijd. En het ging van harte: ‘Als één niet-Amsterdamsche club in de hoofdstad – en zeer in het bijzonder in den wijden Ajax-kring – vele bewonderaars heeft, dan is het Feijenoord.’ Dankzij deze Amsterdamse hulp speelde Feyenoord een officiële thuiswedstrijd in De Meer.
Ajax kreeg in De Revue der Sporten veel lof voor deze bliksemactie: ‘De keuze van een Amsterdamsch veld voor een Rotterdamschen thuiswedstrijd — een unicum in de geschiedenis onzer voetbalsport — verheugt ons en zal door het hoofdstelijk voetbalpubliek stellig gewaardeerd worden. Want Feijenoord is in Amsterdam zéér populair en we zijn er van overtuigd, dat het vol zal loopen en dat Feijenoord door het Amsterdamsche publiek gecompenseerd zal worden voor het spelen in eigen milieu. De wispelturige Noorderlingen, met hun crack Abe Lenstra loerend op de kansjes, zullen zeker flink partij geven, zoodat een attractief partijtje tegemoet gezien kan worden.’ De Rotterdamers wonnen met 2-1.
Goffert
Daarmee had Feyenoord twee opeenvolgende thuiswedstrijden in twee verschillende stadions in twee verschillende steden gespeeld. Deze zwerftocht kwam nog niet ten einde, want op 25 april ontvingen de Rotterdammers SC Enschede in De Goffert in Nijmegen.
Beide supportersgroepen moesten daarvoor ongeveer even ver reizen, zo’n honderd kilometer, waarbij het verschil tussen uitpubliek en thuispubliek dus alleen maar op papier bestond. Het stadion was tot de nok toe gevuld en daarvan kreeg niemand spijt. ‘Duizenden voetballiefhebbers hebben een belangwekkenden wedstrijd in een schitterende omgeving kunnen zien. Al die duizenden zullen moeten toegeven, dat het Goffertstadion een waardig tooneel was voor het opvoeren van dit spannende kampioensstuk!’ Dit keer verloor Feyenoord met 1-2.
Olympisch Stadion
Het duurde daarna meer dan een maand voordat Feyenoord eindelijk de laatste thuiswedstrijd in deze kampioenscompetitie speelde. En wéér moest de ploeg naar een ander stadion, want op 6 juni huisvestte het Olympisch Stadion de voetbalzwervers voor de wedstrijd tegen ADO, de heersend landskampioen. ‘Arm Feijenoord. Van huis en haard verdreven, hebben de Rotterdammers drie thuiswedstrijden op neutraal terrein moeten spelen, wat een handicap geweest is, dat wascht ‘t water van de zee niet af.’
ADO won de zenuwachtige wedstrijd vol kampioensspanning en prolongeerde daarmee de landstitel van 1942. ‘Welaan, hartelijk gefeliciteerd A.D.O.’, feliciteerde De Revue der Sporten. ‘Al met al was het toch een echte kampioenswedstrijd, een geslaagde voetbaldag in het Olympisch stadion.’
Voor Feyenoord was een zeer langdurige kampioenscompetitie eindelijk beëindigd – via Rotterdam, Amsterdam, Nijmegen en nogmaals Amsterdam. Door deze hulp werd het toch nog een lucratief seizoen, want alleen al bij die wedstrijd in het Olympisch Stadion waren er 37.496 betalende toeschouwers, wat de club ruim 25.000 gulden opleverde – in onze tijd vergelijkbaar met ruim 160.000 euro.