Feyenoord vliegt naar Curaçao
In 1946 verscheen de brochure Feyenoord vliegt naar Curaçao met deze naam en is sindsdien het meest gewilde object bij verzamelaars. Het was dan ook een opvallende reis.
Bij zo’n reis kwam erg veel kijken, mede veroorzaakt doordat het de eerste keer was dat een Nederlandse voetbalvereniging de oceaan overstak. Zo werd de Bond gevraagd hoe het zat met de amateurbepalingen. Was het toegestaan de spelers hun gemiste loon uit te betalen? Hoeveel mensen mochten er mee op kosten van de club?
In maart 1946 was alles zo goed als geregeld. Besloten werd om veertien spelers plus een doelman mee te nemen. Als die keeper een probleem zou worden zette de club desnoods een speler in het doel. Daarna ontvouwde zich een uiterst interessante discussie welke bestuursleden mochten mee als leider.
In maart 1946 keerde de vraag terug wie mee zou reizen. Van Esch benadrukte nogmaals dat de oudste bestuursleden, waaronder hijzelf, de meeste rechten hadden. J.A. van Rikxoort pleitte voor voorzitter Kieboom als één van de leiders, alhoewel hij juist daarvoor had gezegd niet mee te gaan. Hoe dan ook, vervolgde Van Rikxoort, de beslissing mag niet over worden gelaten aan het lot. Na lang beraad werden Van Rikxoort en J. van der Kroef meegestuurd. Door het te grote aantal kon Kees Pijl, toen nog net oefenmeester, niet meer mee. Gelukkig voor de spelers stapte doelman J. Visser in het vliegtuig, zodat zij niet hoefden te keepen.
Toen restten alleen nog kleine problemen. Was er iemand bij de club met een fototoestel? Na een zoektocht bleek die er te zijn. Hoe zat het als het eten niet goed was? Een bezorgde aanhanger wilde zich daarover geen zorgen maken en leverde een pak Norit af. ”Hartelijk dank voor de attentie.” Mochten de spelers stemmen voor de Provinciale Statenverkiezingen, aangezien die gehouden werden tijdens het toernooi? De gemeente Rotterdam meldde dat dit onmogelijk was. Alle problemen en probleempjes werden de wereld uitgeholpen, zodat het Algemeen Handelsblad van 25 mei trots kon schrijven dat ”Feyenoord over de oceaan is gevlogen”.
De reis werd door alle achterblijvende voetballiefhebbers op de voet gevolgd. Die hoorden dan ook dat aan het toernooi gewonnen was door Curaçao, met Feyenoord als tweede. Na een triomfantelijke terugkeer achtte Feyenoord het noodzakelijk de voormalige gastheren uit te nodigen voor een bezoek aan Nederland. In de eerste week van juli werden andere Nederlandse clubs gevraagd om deelname. Enkele clubs, waaronder de Volewijckers en Willem II, toonden hun belangstelling.
Terwijl hier de voorbereidingen nog in volle gang waren, bereikte Feyenoord het bericht dat het nationale team van Curaçao compleet onverwacht de boot naar Nederland had genomen. Er bleek een misverstand ontstaan te zijn over het moment waarop de eilandbewoners uitgenodigd zouden worden voor de returnwedstrijden, zodat in Rotterdam paniek uitbrak toen bekend werd dat de gasten onderweg waren. Met veel kunst- en vliegwerk werd gezocht naar een hotel – erg lastig zo kort na de oorlog.
Op 7 augustus meerden de gasten aan in Amsterdam. Een week later zagen de toeschouwers in het Olympisch Stadion dat toenmalig landskampioen De Volewijckers met 6-4 de overwinning voor zich opeiste. Iets later keken 62.000 betalende gasten naar het thuisspelende Feyenoord dat ook won (2-1).
Het team van Curaçao had het uitstekend naar de zin en speelde wekenlang de ene wedstrijd na de andere, totdat, zo schreef clubadministrateur Phida Wolff, ”eindelijk, na bemiddeling van de Hoogste Autoriteit, de aftocht plaats kon vinden waardoor elk in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam een zucht van verlichting slaakte”.
Een bijzonder voetbalavontuur was eindelijk afgelopen.