Geen woorden maar kaarten: een boswandeling door het Friese voetbal
In 1877 verscheen de eerste editie van de Bosatlas. In diezelfde tijd waren ook de eerste voetbalwedstrijden in ons land. Precies 140 jaar later is dan eindelijk de Bosatlas van het Nederlandse voetbal verschenen, waarin onze belangrijkste volkssport in honderden kaarten en figuren is vastgelegd.
Wie door de Bosatlas van het Nederlandse voetbal bladert, kijkt eigenlijk naar Nederland. Geen sport is zo diep in ons landschap doorgedrongen als voetbal. Maar liefst 94% van alle inwoners in ons land woont minder dan drie kilometer van een voetbalveld. De gemiddelde afstand van woonhuis tot veld is slechts 1,6 kilometer. En van alle Nederlanders hoeven de inwoners van de gemeente Ferwerderadeel bij Dokkum zelfs het minste te reizen van woonhuis naar voetbalclub.
Tot 1900 werden er slechts drie Friese voetbalclubs opgericht, in vergelijking met andere delen van het land opvallend weinig.
Traag begin
We zijn zo gewend geraakt aan voetbal dat we het niet eens meer opmerken. Spijtig, want voetbal zegt heel veel over ons land. Tijdens mijn onderzoek en schrijfwerk voor deze atlas bijvoorbeeld heb ik Friesland beter leren kennen door zijn bijzondere voetbalgeschiedenis. De provincie was er aanvankelijk heel snel bij met de oprichting van Frisia in Leeuwarden in 1883, maar dat was het dan ook. Tot 1900 werden er slechts drie Friese voetbalclubs opgericht, in vergelijking met andere delen van het land opvallend weinig. Alleen Zeeland en Limburg kenden een nóg moeizamer begin in de negentiende eeuw, waar Drenthe ook op drie clubs bleef steken. Pas in de jaren twintig van de vorige eeuw brak voetbal definitief door in Friesland.
Tweede Wereldoorlog
De enige uitzonderingen waren de drie noordelijke provincies. In Friesland hadden de voetbalclubs bijna 5000 leden, waar de schaatsverenigingen er bijna 70.000 hadden – bijna veertien keer zoveel! Ook in Groningen was schaatsen groter dan voetbal, waar in Drenthe de turnverenigingen de meeste leden hadden.
Mysterie
Zo zijn er al twee voorbeelden dat het voetbal in Friesland zijn eigen karaktertrekken heeft, zoals de provincie die zelf ook heeft. Helaas weten we niet waarom het voetbal hier zo langzaam op gang is gekomen, omdat hiervoor meer onderzoek nodig is.
Dat geldt ook voor een andere eigenaardigheid in het Friese voetbal van onze tijd: de hoogste percentages van vrouwelijke leden bij voetbalclubs vinden we in het noorden van het land, met allerhoogste percentage voor de gemeente Leeuwarderadeel. Maar liefst één op de vier voetballers daar is vrouw, waar dat landelijk nog geen tien procent is. Waarom dat zo is? Voor de makers van de Bosatlas is het nog een mysterie.
Natuurgras
Waarom er in Friesland zoveel op natuurgras wordt gespeeld, is dan weer wel duidelijk. In stedelijke gebieden is de grond schaars en duur, waar dat in dunbevolkte gebieden veel minder het geval is. In de Randstad maken heel veel voetballers daarom gebruik van relatief weinig velden.
Dat geldt ook voor een club als VDZ in Arnhem, waarvan het aantal leden sinds 2000 is verdrievoudigd, maar het aantal velden niet. Er staat in een weekend zoveel druk op deze voetbalaccommodatie dat kunstgras de enige manier is om dit aanbod te verwerken. Zo is één van de drie voetbalvelden in zeer verstedelijkte gebieden van kunstgras, waar dat één op de twaalf is in Friesland en Groningen. In het noorden van het land zijn zelfs hele regio’s zonder kunstgras, wat ondenkbaar is in de Randstad. Voetbal en demografie komen hier bij elkaar: de bevolkingsdichtheid beïnvloedt de organisatie van de voetbalclubs.
Voetbal bij aardrijkskunde
De Bosatlas van het Nederlandse voetbal is daarmee heel geschikt voor de aardrijkskundeles. Sterker nog, er is niets beter om de maandagochtend mee te beginnen.
In het slothoofdstuk staan alle voetbalclubs ingetekend in de kaart van Nederland, meer dan 3000. Laat de voetballende leerlingen in de klas maar eens aanwijzen waar hun eigen club ligt en waar ze het afgelopen weekend hebben gespeeld. Was dat op kunstgras of niet? Kan die leerling dan ook nog even de kaart opzoeken waarop die af kan lezen hoe groot de kans is dat die bij de volgende uitwedstrijd op kunstgras speelt?
Abe Lenstrastraat
In Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Heerenveen, Oldenzaal en Rosmalen is de naam van Abe Lenstra gebruikt voor een straatnaam.
Vraag de leerlingen dan ook welke straatnamen verwijzen naar het voetbal. Dat zijn er in heel Nederland ruim 150 met in Groningen en Rotterdam complete woonwijken. Eindhoven daarentegen heeft nog steeds geen enkele straatnaam die verwijst naar een speler van PSV. Daar moeten ze het doen met de PSV-laan.
Dan doet Heerenveen het een stuk beter met het Abe Lenstra Stadion op de Abe Lenstra boulevard met ook nog een standbeeld van Abe Lenstra. En alsof het niet genoeg is, weten we dankzij de Bosatlas nu ook dat Lenstra van alle voetballers de meeste straatnamen heeft in heel Nederland. Ook in Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Oldenzaal en Rosmalen is zijn naam vastgelegd in het straatbeeld.
Het voetbal in Friesland kwam dan misschien aarzelend op gang, maar bij de straatnaamcommissies is inmiddels geen voetballer populairder dan Lenstra. Vertel dat maar eens bij aardrijkskunde op maandagochtend – behalve in een klaslokaal met uitzicht op het stadion van Cambuur.