Heerenveen en de traditie van het Fries volkslied
Voetbalclub Heerenveen viert vandaag zijn eeuwfeest. Bij thuiswedstrijden is het traditie om vooraf het Fries volkslied te spelen. Dit gebruik lijkt in de Tweede Wereldoorlog te zijn ontstaan. Gratis bijdrage, maar met een donatie maak je ons werk mogelijk – onderaan deze pagina.
Mede door de Blauhûster Dakkapel kreeg het Fries volkslied nationale bekendheid
De gewoonte om het Fries Volkslied bij een voetbalwedstrijd te gebruiken, is niet begonnen bij Heerenveen, want bij Frisia uit Leeuwarden gebeurde dat al veel langer. In 1908 vierde de club haar 25-jarige bestaan, waarbij de receptie werd geopend met het staand zingen van het ‘Friesch Volkslied’.
Twee jaar later gebeurde hetzelfde voor aanvang van een vriendschappelijke wedstrijd tussen Frisia en Roudhay F.C. ‘Onder luid hoera-geroep en enthousiast handgeklap verscheen het Engelsche elftal op het veld,’ aldus Leeuwarder Courant, ‘terwijl de stafmuziek van het 9e regiment infanterie, onder leiding van den heer J. C. van den Berg, het Engelsche Volkslied speelde. Even daarna werden ook de Frisianen onder gejuich ontvangen. Nu speelde de muziek het Friesch Volkslied.’
Ook bij Cambuur uit Leeuwarden klonk in sommige gevallen de provinciale hymne, zoals bij de opening van nieuwe tribunes in 1949. Dertien jaar later gebeurde hetzelfde bij een thuiswedstrijd tegen PSV. Het is toch vooral bij Heerenveen, dat dit zich ontwikkelde tot het vaste gebruik van tegenwoordig, waarbij het natuurlijk echt emotioneel werd als dat was bij een derby tegen Cambuur.
Hartstochtelijk
De oudste melding bij een wedstrijd van Heerenveen is van 3 juli 1934 tijdens een wedstrijd tussen het zogenaamde Tourelftal KNVB, waarbij het Friese team werd aangevuld met enkele spelers van Be Quick uit Groningen. Vooraf was er zowel het Nederlandse als het Friese volkslied te horen. Het nationale team won met 4-2.
Vanaf de jaren veertig ontstaat een patroon, nota bene tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 23 mei 1943 speelde Heerenveen als afdelingskampioen van Noord een wedstrijd in de kampioenscompetitie tegen ADO, de latere landskampioen. ‘Toen de Heerenveeners het veld betraden, stelden zij zich op voor de hoofdtribune en zette het muziekcorps het Friesche volkslied in, dat hartstochtelijk door de duizenden werd meegezongen,’ zag Rotterdamsch Nieuwsblad.
Een jaar later gebeurde dat opnieuw tijdens een kampioenswedstrijd tegen De Volewijckers uit Amsterdam. De Friezen werden weliswaar met 1-5 weggevaagd door de uiteindelijke landskampioen, maar dat maakte niets uit voor de goede sfeer, aldus De Courant Het Nieuws van den dag. ‘Overigens paste dit pleizierige, faire partijtje voetbal wonderwel bij de omgeving, waarin het gespeeld werd: het was een knusse bedoening op het Heerenveen-veld, waar alles perfect geregeld was, waar zeker twee keer zooveel toeschouwers waren als Heerenveen inwoners telt. De Friesche ploeg werd door de muziek begroet met het volop meegezongen Friesche volkslied.’
Twee jaar later werden de Friezen met hun volkslied ontvangen tijdens een bezoek aan het Haagse HVV voor een oefenwedstrijd. In 1948 werd de ploeg op dezelfde vriendelijke manier ontvangen door Haarlem, een wedstrijd die overigens in het Olympisch Stadion werd gevierd.
Vanaf de jaren vijftig lijkt het volkslied een mindere rol te spelen in het dagelijkse voetballeven in Heerenveen, waarschijnlijk omdat de ploeg er niet in slaagde om de Eredivisie te bereiken, net als Cambuur trouwens. De grote nationale bekendheid door de aanwezigheid van Abe Lenstra was duidelijk over zijn hoogtepunt heen. In 1990 was dan eindelijk de promotie van Heerenveen na een beslissende wedstrijd tegen Emmen, natuurlijk mét volkslied. Zo werd het opnieuw leven ingeblazen, althans voor diegene die niet zelf uit Friesland kwam.
Blauhûster Dakkapel
Een oud gebruik was vanaf dat moment eindelijk op het hoogste voetbalniveau te zien. Het zal dan helpen dat het dweilorkest Blauhûster Dakkapel in de jaren ervoor bij de grote schaatsevenementen dat volkslied al nationale bekendheid had gegeven. Sterker, het was in 1972 de reden om bij elkaar te komen, nadat enkele van deze muzikanten door de politieke partij FNP waren gevraagd om bij het WK allroundschaatsen van 1972 in Heerenveen om het Friese volkslied te spelen. ‘Bij de baan ontmoetten we nog een muziekgezelschapje en zo is het verder gegroeid.’ In de jaren daarna doken deze muzikanten overal op, óók in het stadion van Heerenveen.
Begin jaren tachtig ontwikkelde het thuispubliek van Heerenveen de gewoonte om soms tijdens een wedstrijd spontaan het Friese volkslied te zingen, maar dan wel als er goed werd gespeeld. Het zorgde voor een bijzondere sfeer, als van een ouderwetse voetbalwedstrijd, zo vond NRC Handelsblad op 1 juni 1981. ‘Want waar wordt voor het begin van een wedstrijd nog het volkslied gezongen, ook al is dat dan het Friese? En waar vind je in het betaalde voetbal nog een ouderwets, met de hand bediend scorebord en een gewone elektrische klok? Nergens toch, het is overal elektronica. En ook overal kuipstoeltjes, maar in Heerenveen zit — buiten wat notabelen om — iedereen op doodgewone banken.’
Het viel ook de andere dagbladen op, zoals bij de Volkskrant: ‘Als van ouds sprongen de toeschouwers op de banken van plezier en speelde een orkest tot tweemaal toe het Friese volkslied, dat door de 9600 fans hartstochtelijk werd meegezongen.’ Hun elftal had zojuist deelname aan de nacompetitie afgedwongen en maakte zo dus kans op promotie naar de Eredivisie – wat toen nog mislukte.
Toch werd het Fries volkslied al snel een echte traditie bij elke thuiswedstrijd van Heerenveen, merkte het AD op 7 oktober 1983 op. Nog in de Eerste Divisie was het zingen dus een gewoonte, maar daarvoor was nu eenmaal minder aandacht in de nationale pers. Ná promotie na de Eredivisie werd het eindelijk een nationaal bekend verschijnsel, dat binnen de eigen provincie dus al meer dan eeuw bekend is.