Het eerste kampioensjaar van Feyenoord: grote stap naar de afdelingstitel
Op 9 maart 1924 speelde Feyenoord tegen RCH, de heersend landskampioen uit Haarlem. Concurrent DFC moest naar SVV.
Vanwege de winterse omstandigheden was er wekenlang niet gevoetbald. Feyenoord speelde een uitwedstrijd in Haarlem tegen RCH, de heersend landskampioen. Volgens De Gooi- en Eemlander zouden de Rotterdammers wel eens een punt kunnen verliezen. DFC, dat ook bovenaan de ranglijst stond, had het ogenschijnlijk makkelijker met een uitwedstrijd tegen SVV, een grote kanshebber op degradatie.
Hoe dan ook: elk puntverlies kon fataal zijn in de slotfase van de competitie. Het was nog lang niet zeker dat Feyenoord de afdelingstitel zou winnen, en zich daarmee kwalificeerde voor de kampioenscompetitie tegen de vier andere afdelingskampioenen.
De achterban van Feyenoord
Hoe zag de sociale omgeving er in Rotterdam-Zuid nou eigenlijk uit in 1924? Precies honderd jaar geleden schetste de Nieuwe Hoornsche Courant een treffend beeld van de omstandigheden in dit deel van de stad. Die maakt duidelijk over welke natuurlijke achterban Feyenoord beschikte.
‘Als je zoo ’s morgens tegen zevenen over de groote Maasbrug, machtig bouwwerk, stapt naar ’t tramstation aan de Rozenstraat te Rotterdam, vanwaar de verbinding begint met de Zuidhollandsche en Zeeuwsche eilanden, dan voel je den polsslag van die reusachtige koopstad in ’t bijzonder van het industriegebied der havenplaats: het havengebied Feyenoord.
Dan trekken ze vanuit de binnenstad over de groote, statige brug naar hun werkplaatsen, waar de zware machines stampen en ronken. De menschelijke werkpaarden, van die ruw-uitziende, stoere, pezige kerels, met hun zwart broodzakje en keteltje of thermoflesch met koffie.
In gelederen gaan ze in den vroegen, kouden morgen, als de kille mist nog langs de Maas over de groote brug strijkt. Met onregelmatigen tred, met groote passen, toch vlug opschietend, gaan ze daar bij tientallen, neen bij honderden, die stoere, sterke kerels , die maar werken, werken, àl den dag weer, en die den grooten onmisbaren schakel vormen in den bedrijfsketen.
Werkers, stoere arbeiders in die enorme fabrieken en aan de grootsche havens de fundamenten vormend, waarop tenslotte de maatschappij rust.
Koud — kil koud is het in dien morgen voor velen een beeld van hun leven, waarin zoo noodig wat meer zonnestraaltjes moesten doordringen in den vorm van een goed mensohwaardig bestaan en een verzorgden ouden dag.
Dan komen de fabrieksmeisjes en vrouwen, óók over de brug in de richting van het drukke Feyenoord, waar alles gonst en bromt van de maar steeds draaiende raderen en wielen van fabrieken, rij aan rij.
Meiskes van allerlei slag. Studie-materiaal. Bijkans kinderen nog, die er alle morgens al op uit trekken om mee te verdienen, daar vader en moeder — of vaak moeder alleen — het zoo bitter arm heeft.’
Vijftiende speeldag Feyenoord
RCH – Feyenoord 0-3 (0-3)
Haarlem, Middenweg
Scheidsrechter Boekman
Aantal toeschouwers: 4500
Scoreverloop
0-1 Konings
0-2 Pijl
0-3 Weber
Simpele zege
De wedstrijd in Haarlem leverde weinig problemen op, want nog voor de rust leidde Feyenoord met 0-3. De thuisploeg speelde in de tweede helft weliswaar veel beter, maar het kostte de bezoekers niet al te veel moeite om die voorsprong te verdedigen.
SVV had op datzelfde moment DFC verslagen, waarmee een enorme stap was gezet naar het kampioenschap voor Feyenoord. Zoals de Haagsche Courant schreef: ‘Feyenoord zou al heel wonderlijk moeten doen, wil het haar kampioenschap ontkomen. De 3—0 op R. C. H. heeft wel voldoende aangetoond dat dezen Rotterdammers de eereplaats toekomt.’