Het Haagse VUC stond met 6-0 voor op Ajax maar speelde uiteindelijk toch gelijk
ADO Den Haag verspeelde zondag in korte tijd een voorsprong van 3-0 in eigen huis tegen Excelsior. Stadsgenoot VUC overtrof dit in 1941 in een thuiswedstrijd toen de thuisploeg met 6-0 leidde tegen Ajax.
Bertus de Harder van VUC. Foto via het Nationaal Archief
Tijdens de oorlogsjaren ging de voetbalcompetitie gewoon door tot september 1944. Ajax werd in die jaren geen kampioen, maar speelde wel een wedstrijd, die beschouwd wordt als één van de gekste ooit.
Op 16 maart 1941 waren de Amsterdammers op bezoek bij het Haagse VUC van de legendarische Bertus de Harder. In 1931 had Ajax nog met 17-0 (!) gewonnen van de Hagenezen en droomde stiekem van opnieuw zo’n uitslag. Samen met zijn broer Karel was De Harder alleen ongrijpbaar in de eerste helft. ‘Bij Ajax was de achterhoede zoo lek als een mandje,’ zo schreef het gezaghebbende tijdschrift Revue der Sporten. Na 45 minuten was het 6-0 voor VUC! En dat tegen Ajax, toen zevenvoudig kampioen van Nederland.
In de volgende 45 minuten stortte het Haagse bolwerk echter in, vooral omdat VUC zijn keeper Joop Holzenbosch wisselde voor Henk Slootweg. Ajax had zijn aanval anders ingericht in de hoop nu wel te scoren. ‘Deze beide factoren deden het aspect van den strijd geheel veranderen,’ zag de Revue, ‘en nu was er ook maar één ploeg, die voetbalde, thans echter Ajax!’
Ik breek je poten
Joop Stoffelen – overleden in 2005 – was één van de Ajax-spelers van toen. In 1997 sprak ik met hem en tot zijn grote vreugde ook over die wedstrijd. “Ik ben blij dat je hierover begint, want niemand gelooft mij als ik het zelf vertel. Het werd 6-1 en we keken elkaar eens aan. Meteen werd het 6-2 en nog steeds hadden we niet de gedachte dat er iets in zat. Pas bij onze vierde treffer geloofden we erin.”
Het was 6-5 toen Stoffelen een penalty moest nemen voor Ajax. Aanvoerder Jan Schubert stapte naar hem toe en zei: “Als je die bal er niet inschiet, breek ik je poten.” Stoffelen maakte daarop de gelijkmaker. Vlak voor tijd kreeg Rinus Bijl zelfs nog de kans op Ajax’ zevende, maar hij schoot hoog over.
De Haagse krant De Residentiebode was verbijsterd: ‘Degene, die dezen strijd niet met eigen oogen heeft aanschouwd, moet dan ook volkomen voor een raadsel staan, hoe het mogelijk was, dat een ploeg zoo’n grooten voorsprong in 45 minuten teniet liet gaan.’
Lekker douchen
Die verbijstering trof ook Holzenbosch, de Haagse doelman van de eerste helft. Tijdens die tweede helft stond onder hij de douche omdat hij was achtergebleven in de kleedkamer.
Zijn zoon Ton vertelde mij hierover in 2002: “Hij was geblesseerd geraakt, eigenlijk al voor de wedstrijd begon, maar hij wilde toch spelen. Tijdens de eerste helft verergerde de blessure, niet zodanig dat verder spelen onmogelijk was, maar ach, wat kon er nog gebeuren? Dus stond hij zijn plaats af.”
Tijdens het douchen hoorde hij drie keer het publiek juichen en dacht daarom dat het 9-0 was. Terug op het veld bleek het 6-3 te zijn…
De grootste winnaar die dag was Vilmos Halpern, de Hongaarse coach van Ajax. Een jaar eerder stond hij nog onder contract bij VUC, maar was daar weggestuurd. “In de rust was hij wit weggetrokken,” aldus Ton Holzenbosch, “maar kon na afloop zijn geluk natuurlijk niet op.”
En Ajax zelf? Het clubblad van 22 maart 1941 schreef: ‘Dat na afloop van dezen merkwaardigen wedstrijd, die niet spoedig in de vergetelheid verzonken zal zijn, de stemming best was, laat zich denken. VUC – Ajax heeft geschiedenis gemaakt.’ En dat klopt, want mede door deze website is die wedstrijd inderdaad nog steeds niet in de vergetelheid verzonken.