Het is de 75e sterfdag van Leen van Zandvliet, geestelijk vader van de Kuip
Op 14 april 1948 overleed Leen van Zandvliet, erevoorzitter van Feyenoord. Hij was de eerste die wilde dat de Kuip werd gebouwd, nadat dit stadion in een droom was verschenen.
Leen van Zandvliet (links) schudt de hand van Puck van Heel. Screenshot van film uit 1936 via het Stadsarchief Rotterdam
De hoofdingang van de Kuip ligt op het Van Zandvlietplein 1. Het is een permanent eerbetoon aan de man, die in 1911 voor de eerste keer werd benoemd tot voorzitter van Feyenoord, toen de club nog maar drie jaar oud was. Dat deed Van Zandvliet zeven jaar om in 1925 een tweede periode aan te gaan.
Het was in dat tweede tijdperk dat hij het initiatief nam tot de bouw van Stadion Feyenoord, inmiddels bekend als de Kuip. ‘Voortgekomen uit een idee,’ zo schreef hoofdredacteur Bert Heesakker van clubblad De Feijenoorder in een necrologie, ‘dat jaren geleden bij Van Zandvliet opkwam.’
Het toenmalige onderkomen aan de Kromme Zandweg werd simpelweg veel te klein, zodat Van Zandvliet met zijn bestuursleden verschillende landen bezocht om stadions te bezoeken, die als voorbeeld konden dienen voor iets nieuws. Volgens de verhalen werd hij op een winterochtend in 1931 opeens schreeuwend wakker: “Ik heb het, ik heb het!” In een droom zou hij het ideale stadion hebben gezien, dat hij meteen in een kladblok tekende. Helaas heb ik dat kladblok nooit met eigen ogen gezien als historisch bewijs.
Petitie
Hoe dan ook: het lukte Van Zandvliet om de Rotterdamse zakenman D.G. van Beuningen aan zich te binden, die op 29 maart 1933 één van de 43 ondertekenaars was van een petitie, waarin het gemeentebestuur werd verzocht om Feyenoord te steunen bij het nieuwe stadion door de kosten van de wegenaanleg op zich te nemen. Deze coalitie tussen club en de stedelijke elite zette de gemeente zodanig onder druk dat er na veel gedoe een bouwbesluit werd genomen. Rotterdam-Zuid kreeg een stadion dat in statuur te vergelijken was met het Olympisch Stadion in Amsterdam – een enorme prestatie van deze volksclub.
‘Dat idee groeide,’ vervolgde Heesakker, ‘maar eer het zover was, dat het werkelijkheid kon worden, werd er door Van Zandvliet zoveel werk verzet, dat het niet mogelijk is, dat alles onder woorden te brengen. Dat moet men aanvoelen. En dat kan men slechts aanvoelen, als men het van dichtbij heeft gezien en medegemaakt.’
Op 27 maart 1937 was dan eindelijk de opening van het nieuwe stadion, dat nog steeds de thuishaven is. Op 22 januari 1994 besloot het college van B&W van Rotterdam om het plein naar hem te vernoemen, wat ook nog steeds zo is.
Rouw
Van Zandvliet nam in 1939 afscheid van het Feyenoord-bestuur. Begin 1948 verslechterde zijn gezondheid, waarvoor hij zelfs moest worden opgenomen in een ziekenhuis. ‘Hij heeft een aandoening aan een der longen,’ meldde het clubblad, ‘waardoor operatief ingrijpen noodzakelijk is geworden.’ De leden werden opgeroepen om de erevoorzitter op te beuren met een kaartje, graag via het Havenziekenhuis, Oosterkade nr. 10, Rotterdam.
Op 14 april 1948 bezweek Van Zandvliet, slechts 59 jaar oud, en liet familie en Feyenoord in rouw achter. ‘Als ik dan deze laatste woorden aan onze Ere-voorzitter mag wijden,’ eindigde Van Heesakker, ‘dan is het om hem dank te brengen voor alles, wat hij voor onze vereniging heeft gedaan. Dat zullen wij, Feyenoorders, nooit vergeten en daarom zullen wij hem steeds blijven gedenken.’