Het jubileum dat niemand viert: de oud-internationals van Oranje bestaan honderd jaar
Op 25 december 1922 speelden de oud-internationals van het Nederlands elftal hun eerste wedstrijd. Niet bij de Nieuwjaarswedstrijd bij HFC in Haarlem, maar in Dordrecht. In beide steden speelde de familie Lotsy een hoofdrol.
Dirk Lotsy in Oranje in 1914, derde van links staand, de enige zonder leeuw op zijn borst. Foto uit de KNVB-collectie via het Nationaal Archief
Op het terrein van de Koninklijke HFC is elk jaar de Nieuwjaarswedstrijd tussen de oud-internationals en de Haarlemse ploeg. Deze traditie hoort bij het Nederlandse voetbal, aldus de Koninklijke zelf: ‘We schrijven de beginjaren 20, in een periode dat HFC na twee degradaties verwoed pogingen onderneemt om onder de bezielende leiding van Karel Lotsy het verloren terrein te herwinnen (hetgeen in twee jaar inderdaad gelukte). Samen met Nico Bouvy werd het plan opgevat om als oudste voetbalvereniging van Nederland een wedstrijd te spelen tegen Oud-Internationalen. De eerste wedstrijd was in 1923 en er volgden nog vele mooie wedstrijden.’
Op 15 november 1922 kondigde deze club inderdaad die wedstrijd al aan. ‘Nico is druk bezig op 1 Januari een team van oud-Internationals aan de Spanjaardslaan samen te brengen,’ meldde De H.F.C.-er. ‘Van Göbel kwam reeds een enthousiast schrijven binnen.’ Zo begon op 1 januari 1923 deze bijzondere voetbaltraditie, die nog steeds bestaat – volgende week precies een eeuw.
Dordrecht
Toch was HFC niet de eerste club, die tegen de oud-internationals speelde, want dat was op 25 december 1922 al gebeurd bij DFC in Dordrecht – exact een week eerder dan in Haarlem! De opbrengst was voor ’het werkeloozenfonds daar ter plaatse’.
Deze wedstrijd in Dordrecht was een idee van Dirk Lotsy van DFC, die zelf ook bij het Nederlands Elftal had gespeeld. Verder was hij de neef van bovengenoemde Karel Lotsy, de latere voorzitter van de KNVB. Het is niet geheel uit te sluiten dat Dirk zijn familielid Karel bewust een hak zette door een week eerder al de oud-internationals te laten spelen, want die twee konden elkaar niet luchten of zien. Hoe dan ook: Dirk Lotsy stelde zichzelf op bij de oud-internationals, samen met Just Göbel (Vitesse), Tonny Kessler (H.V.V.), Joop Campioni (H.V.V.), Anton Hörburger (V.O.C., die overigens nooit een officiële interland heeft gespeeld, zoals zijn tweelingbroer Arnold), Jo Mommers (Willem II), Jos van Son (Willem II), Jan Vos (U.V.V.), Jan Thomée (Concordia) en Herman Jurgens (Sparta). Caius Welcker (Quick) meldde zich af en werd vervangen door Kalis van DFC.
De wedstrijd was een groot succes met een officieel welkom van de burgemeester van Dordrecht. Het Sportblad was aangenaam verrast door de voormalige internationals. ‘Het is intusschen merkwaardig om te zien hoe lang sommige spelers hun spel op een behoorlijk peil weten te houden. Zooals Thomée b.v. dezen middag speelde, is in elk elftal nog een te waardeeren kracht. Zijn schot en zijn snelheid, daarbij niet te vergeten zijn enthousiasme, zouden in menigen internationalen wedstrijd nog den doorslag kunnen geven.’
De organisator zelf daarentegen was de Wesley Sneijder van 1922: ‘Dirk Lotsy is langzamerhand zwaargewicht geworden, hetgeen natuurlijk ook van invloed is op zijn spel.’ Toch won dit eerste team van oud-internationals met 2-0 van DFC.
De club uit Dordrecht hield het bij deze ene keer, waar het in Haarlem vanaf 1 januari 1923 een vast gebruik is geworden.