Het oudste voetbalveld van Nederland ligt al 123 jaar in Den Haag
Op 9 oktober 1898 speelde de Haagsche Voetbal Vereniging op Landgoed Clingendaal tegen de Rotterdamsche Voetbalvereniging Celeritas. De Koninklijke HVV gebruikt deze locatie nu nog steeds en speelt daarmee op het oudste onderkomen in het Nederlandse voetbal.
Foto via Wikicommons
Waar ligt toch het oudste voetbalveld van Nederland? In Amsterdam, Velp, Enschede, Haarlem – waar dan ook? De Diepput van de Koninklijke HVV is die historische grond, omdat nergens anders een voetbalcomplex langer aaneengesloten wordt gebruikt.
Het begon op 9 oktober 1898, ‘des namiddags te 2 uren’. Deze club nam toen haar onderkomen op de Diepput in gebruik met een vriendschappelijke wedstrijd tegen Celeritas uit Rotterdam. De Hagenezen wonnen met 3-0. Het was overigens niet de eerste thuiswedstrijd van HVV op deze locatie, want die was anderhalf jaar eerder al gespeeld, op 31 maart 1897 tegen de English Wanderers.
HVV verhuisde vanaf de Maliebaan, het latere Malieveld, meldt Voetbalarchieven, net als tientallen andere clubjes. De club had geen keus na een speelverbod op die locatie vanaf 7 maart 1898, uitgevaardigd door de minister van Binnenlandse Zaken zelf. ‘En dus,’ schrijft Voetbalarchieven, ‘moeten de bespelers (waaronder de eersteklassers HVV en HBS) op zoek naar een nieuw terrein. Op De Diepput groeit HVV uit tot de onbetwiste topclub van Nederland die tussen 1900 en 1914 acht landstitels voor zich opeist.’
De Sportbeschermer
Zo kwam HVV op het veld op Landgoed Clingendaal van Baron van Brienen van de Groote Lindt, de man met de opmerkelijke bijnaam De Sportbeschermer. Eind negentiende eeuw speelde hij een enorme rol in de nog jonge sportbeweging.
Dit katholieke geslacht ging ver terug, onder meer naar een belangrijke Amsterdamse familie met intensieve banden met Vaticaanstad. Zelf kreeg de baron enkele hoge katholieke onderscheidingen als ridder in de orde van de Heilige Gregorius de Grote en Commandeur in de orde van het Heilig Graf.
De sportwereld was voor Baron van Brienen van de Groote Lindt niet onbekend, want volgens De Revue der Sporten van 23 december 1908 was de hij de grondlegger van de Nederlandse volbloed-fokkerij. Zijn naam dook in 1881 op in de aankondiging van een ‘programma der wedloopen’ op de hei tussen Bussum en Hilversum. Op zijn landgoed lag zelfs een eigen renbaan, waarmee zijn connectie met de Nederlandsche Harddraverij en Renvereeniging – oprichtingsjaar 1880 – ook is verklaard. Tot aan zijn dood in 1903 was de baron voorzitter met de vergaderingen op zijn landgoed.
Op dit lag verder nog de eerste golfbaan van Nederland. Zijn dochter regelde daar van 1915 tot en met 1918 een terrein voor rugbywedstrijden, wat in 1918 weer leidde tot de Delftse Studenten Rugby Club.
En zo komt er een enorme hoeveelheid sportgeschiedenis bij elkaar op het oudste voetbalveld van Nederland. Het belangrijkste is alleen niet die geschiedenis, maar dat er nog steeds wordt gespeeld.