Het standbeeld van Johan Cruijff bij het Olympisch Stadion is geen standbeeld van Johan Cruijff
Op 17 oktober 1979 was bij het Olympisch Stadion de onthulling van een standbeeld. Iedereen ziet hier Johan Cruijff in, behalve de maker zelf.
De onthulling van het beeld van Cruijff met wethouder Verhey, wethouder Kuijpers en Rinus Michels. Foto Hans van Dijk via het Nationaal Archief
De Naardense beeldhouwer Ek van Zanten kreeg in 1979 de opdracht van de gemeente Amsterdam om iets te maken als herinnering aan de twee verloren WK-finales van Nederland, die van 1974 en 1978. ‘Van Zanten werkt aan twee levensgrote voetballers,’ schreef Het Parool, ‘verwikkeld in een felle strijd om de bal.’ Het was dus niet de bedoeling om iets van Cruijff te maken, maar iets van de finales van 1974 en 1978.
Vanaf de onthulling werd het beeld al snel alleen nog maar gezien als herinnering aan de WK-finale van 1974. Die van 1978 was inmiddels al vergeten, alhoewel het werk precies was zoals Van Zanten dat vooraf had omschreven.
Volgens De Waarheid was het nog specifieker: ‘Het ontwerp symboliseert min of meer de beginfase van de finale waarbij Cruijff door Berti Vogts getackeld wordt.’ En ook NRC Handelsblad schreef een dag later dat het een eerbetoon was aan de finale van 1974.
Dat is inderdaad wat iedereen er nu in ziet, behalve de kunstenaar zelf. “Ik heb gewoon een mooi beeld gemaakt van twee kenmerkende voetbalhoudingen,” zei hij in 2014 hij tegen Het Parool. “Onzin dat het om een specifiek finalemoment zou gaan. Dat is er later bij verzonnen.”
En dat is waar: het is allemaal verzonnen. Dat gebeurt namelijk met kunst, want mensen vinden daar iets van. Na de dood van Cruijff kreeg het beeld weer een nieuwe lading als één van de plekken in Amsterdam waar mensen zich verzamelden om hun verdriet te delen en om er bloemen neer te leggen.
Zolang ze maar niet dachten dat dit het beeld was van Cruijff, want dat is het niet.