Hoe dan? Waarom speelt Oranje wél tegen Engeland en niet tegen Groot-Brittannië?
Nederland speelt tegen Engeland in de halve finale van het EK voetbal. Het zou veel logischer zijn als Groot-Brittannië de volgende tegenstander zou zijn. Hoe dan?
Foto via Europeana / Estonian Sports and Olympic Museum
Engeland en Schotland hadden zich allebei geplaatst voor het EK voetbal. Schotland kwam niet verder dan de poulefase, zoals het hoort. Engeland speelt in de halve finale tegen Nederland.
In de voetbalwereld zijn dat dus twee verschillende teams, wat weer niet het geval is op de Olympische Spelen.
De grote vraag is dan ook waarom Schotland en Engeland aparte voetballanden zijn. Friesland en Limburg mogen tenslotte niet als zelfstandig team meedoen aan het EK. Deze merkwaardige toestand is het antwoord op een voetbalprobleem van begin vorige eeuw.
Home Nations
De FIFA werd opgericht op 21 mei 1904 na een initiatief van Frankrijk, België, Denemarken, Duitsland, Nederland, Spanje, Zweden en Zwitserland. Op de Britse eilanden bestond er geen enkele interesse om lid te worden van een internationale voetbalorganisatie, wat de geloofwaardigheid van de FIFA ernstig ondermijnde. Verveeld, want het voetbal is daar ontstaan. Het is alsof Nederland niets met de Internationale Korfbalfederatie te maken wil hebben.
Wales, Engeland, Schotland en Ierland zijn zelfs zo belangrijk voor het ontstaan van de moderne voetbalsport dat ze de Home Nations worden genoemd. Ze speelden al in de negentiende eeuw onderlinge wedstrijden tegen elkaar, ver voordat de FIFA bestond. De oudste officiële interland is van 1870 tussen Engeland en Schotland – 34 jaar vóór de oprichting van de wereldbond. Daarvoor moesten ze het onderling wel eens zijn over de spelregels, want anders heeft de verantwoordelijke scheidsrechter geen leuke dag.
Om dat te regelen werd in 1886 de International Football Asscociation Board (IFAB) opgericht door Wales, Engeland, Schotland en Ierland. Daar werd de reglementaire basis van het voetbal gelegd. De Laws of the Game zijn daarmee aanzienlijk ouder dan de FIFA, allemaal geregeld op de Britse eilanden. Die IFAB, kortweg Board, bestaat nog steeds.
Vier onafhankelijke leden
De start van de FIFA zónder Home Nations was dus desastreus. Om deze bonden alsnog in te lijven, kregen ze allemaal het aanbod om onafhankelijk lid te worden, in plaats van alleen maar Groot-Brittannië. Daarmee had Groot-Brittannië niet één stem in de FIFA, maar vier. Op het huidige ledenaantal van 211 maakt dat niets meer uit, maar begin vorige eeuw waren er nog niet eens tien landen bij de FIFA aangesloten. Wales, Engeland, Schotland en Ierland kregen zo dus een enorme invloed.
En dan was er nog wat: de FIFA erkende de IFAB als de eeuwige hoeder van de spelregels. Wales, Engeland, Schotland en Ierland kregen ieder 12,5% van de stemmen van deze organisatie, bij elkaar de helft van het totaal. De andere helft was voor de FIFA zelf. Omdat een spelregelwijziging pas plaatsvindt met minimaal 75% van de stemmen, is de FIFA dus niet in staat om zelfstandig hierover te beslissen. De bond heeft daarvoor altijd de steun nodig van minimaal twéé Home Nations: 50% + 12,5% + 12,5%.
Onder deze voorwaarden sloten de vier Britse bonden zich tussen 1905 en 1911 inderdaad aan bij de FIFA. Het enige wat veranderde, is dat Ierland in de loop van de jaren twintig van de vorige eeuw werd opgesplitst in een zelfstandig land en Noord-Ierland, dat nog steeds bij het Groot-Brittannië hoort. Voor de rest bestaat Groot-Brittannië nog steeds uit vier voetballanden.
Deze regels gelden niet voor het IOC, dat alleen Groot-Brittannië erkent. Een wedstrijd tussen Nederland en Engeland, zoals in de halve finale op dit EK voetbal, is daar dan ook onmogelijk.