Honderd jaar strijd om de Coolsingel: de sportieve machtsgreep van Feyenoord
De Europese finale van Feyenoord is een nieuwe bevestiging van bijna honderd jaar Rotterdamse voetbalheerschappij. Een longread vanaf de allereerste huldiging op de Coolsingel.
Sparta – Feyenoord in 1974. Foto Rob Mieremet via het Nationaal Archief
In de finale van de Confederations League kan Feyenoord als eerste Nederlandse club in twintig jaar een Europese prijs winnen. Ongeacht de uitslag is deze wedstrijd een extra bevestiging dat Feyenoord al bijna honderd jaar niet alleen de voetbalbaas is van Rotterdam, maar dat de club ook een uitstraling heeft, die veel verder gaat dan de stadsgrenzen. Alleen Ajax en PSV hebben een vergelijkbare status, óók door de combinatie van een stedelijke heerschappij met internationale successen.
Een geweldige menschenvloed
Sparta is officieel uit 1888 en werd in 1909 voor de eerste keer kampioen van Nederland. Feyenoord was toen net één jaar oud. Tot en met 1915 won Sparta nog vier landstitels en was daarmee veruit de beste club van het land – en dus ook van Rotterdam. De opening van Het Kasteel in 1916 bevestigde deze status, want daarmee was de club de eerste in ons land met een eigen stenen stadion. Als één van de oudste voetbalclubs uit Nederland was Sparta de baas van Nederland, opgericht in de tijd dat deze sport nog een elitaire bezigheid was.
In 1924 won Feyenoord voor de eerste keer de afdelingstitel en dat verdiende een huldiging tijdens een rondrit door Rotterdam, onder meer langs de Coolsingel. Deze huldiging was niet georganiseerd door de club zelf, maar door Voorwaarts, het dagblad van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij SDAP in Rotterdam.
Het klinkt gek dat een politieke partij deze verantwoordelijkheid nam, maar de socialisten voelden zich in 1924 bijzonder aangetrokken tot Feyenoord. De partij schreef over de ‘vereeniging van jonge kerels, die met beide beenen midden in het Rotterdamsche volksleven staat. Feijenoord is — vooral op den Linker Maasoever — populair onder onze volksklassen als geen andere club. Daarom is háár zege onze vreugde.’
Voorwaarts meldde zodoende op 5 april 1924 dat het graag Feyenoord wilde verwelkomen als het kampioen zou zijn geworden in Amsterdam bij – nota bene – Ajax. ‘Is er reden tot feestvieren, dan zal het gezelschap vanaf het station Delftsche Poort langs Stationsweg en Coolsingel geleid worden naar het Zuid-Holl. Koffiehuis (Korte Hoogstraat).’ Vanaf daar moest de stoet vertrekken naar het toenmalige clubgebouw aan de Dordtsestraatweg. ‘Op den aangegeven weg zullen — vertrouwen we — alle sportvrienden uit Rotterdam onze kranige spelers getuigen van hun sympathie en waardeering.’
Feyenoord speelde gelijk tegen Ajax en won daarmee inderdaad de afdelingstitel. Het werd een volksfeest zoals Rotterdam nog nooit had meegemaakt. De plaatselijke afdeling van de SDAP had daarmee de stemming in de stad goed aangevoeld, want tienduizenden Feyenoord-supporters waren naar het station gekomen om de kampioenen op te wachten. De politie had er de handen vol aan. ‘Er zijn meer huldigingsintochten van verschillende aard op sportgebied te Rotterdam geweest,’ aldus de verslaggever van Voorwaarts, ‘doch zulk een geweldige menschenvloed als Zondag heb ik nooit saamgedrongen gezien om een feestelijke stoet van sportmenschen.’
De krant had auto’s ter beschikking gesteld voor de rondtocht, maar de spelers konden die alleen niet bereiken vanwege de enorme massa. ‘Ook op het perron hadden zooveel nieuwsgierigen een plaatsje gezocht, dat het zich liet aanzien, dat de zegetocht der kampioenen zou moeten aanvangen met een worsteling door de enthousiaste menigte. (…) De verwarring, die toen ontstond, is te erg om na te vertellen. Weggedrukt tusschen juichende, wuivende, opgetogen menschen stonden de „feestvarkens” van dezen avond tegen den muur van het station gedrukt, toen zij eindelijk buiten de hekken waren gekomen.’
In deze chaos lukte het de directeur van Voorwaarts nog net om een krans te overhandigen aan Kees Pijl, aanvoerder van Feyenoord. Een tweede poging om de spelers te begeleiden naar de auto’s verliep opnieuw moeizaam. ‘Enkele redacteuren van ons blad en een paar bestuursleden van Feijenoord hebben daar politiediensten moeten verrichten, om het bestijgen der auto’s mogelijk te maken.’
Sparta – Feyenoord in 1972. Foto Rob Mieremet via het Nationaal Archief
Pinksterweekend 1924
Enkele maanden later was het weer groot feest in Rotterdam, nadat Feyenoord de landstitel had gewonnen in het Pinksterweekend van 8 en 9 juni. Als afdelingskampioen deed de club namelijk mee aan de zogenaamde kampioenscompetitie met de vijf regionale kampioenen van Nederland – samen met Stormvogels, N.A.C., Enschede en Be Quick.
In dit beslissende weekend speelde Feyenoord twee wedstrijden: eerst in Enschede en daarna in het eigen stadion. Bijna honderd jaar geleden was een reis van Rotterdam naar Enschede nog veel te ver voor één dag en daarom hoopten de duizenden Feyenoord-supporters zich op bij de sigarenboeren in de eigen wijk, die telefonisch contact onderhielden met Enschede voor de tussenstand. In 1924 was er tenslotte nog geen voetbal op de radio en zo speelden deze sigarenboeren een centrale rol in de informatievoorziening. Toen duidelijk werd dat Feyenoord in Enschede had gewonnen, brak er aan de andere kant van het land meteen een groot feest los.
Het kampioenschap werd definitief behaald na een 3-1 thuiszege op het Groningse Be Quick. Beide teams misten tijdens deze allesbeslissende wedstrijd wel hun beste spelers, omdat het Nederlands elftal op hetzelfde moment speelde op de Olympische Spelen in Parijs. Feyenoord begon daarom zonder aanvaller Kees Pijl, waar Be Quick-sterspeler Evert van Linge niet kon opstellen.
Door de landstitel was het dus opnieuw feest in Rotterdam, alhoewel de SDAP zich dit keer er niet meer mee bemoeide. De feestvreugde overrompelde de plaatselijke autoriteiten opnieuw, net als na het winnen van de afdelingstitel. Zo merkte De Haagsche Courant op: ‘Ter zijde van den stoet, die haar triomfale intocht deed op Rotterdam’s boulevard, van de lange reeks auto’s met rood-witte vlaggen gesierd en met kransen op de motorkappen, was geen enkele politieman te ontwaren. Het stond de duizenden enthousiasten vrij op de treeplanken en op de spatborden te klauteren en aan de kappen der auto’s te gaan hangen, waardoor het voorttrekken bemoeilijkt werd.’
Feyenoord – Sparta in 1947. Foto J.D. Noske via het Nationaal Archief
Klassenstrijd met een middenstip
Met de afdelings- én landstitel van 1924 voor Feyenoord was definitief de stedelijke heerschappij van Sparta beëindigd. In de jaren daarvoor was de oude eliteclub onbetwistbaar de beste van de stad geweest, maar dat was niet meer zo. Deze sportieve revolutie trok diepe sporen in de stedelijke samenleving, want Sparta stond symbool voor de elite. Feyenoord – ook nog eens van de andere zijde van de rivier – was juist een volksclub met leden uit verschillende lagen van de samenleving – van havenarbeiders tot leraren. Deze maatschappelijke tegenstelling verklaart de belangstelling van de socialisten van Voorwaarts voor Feyenoord, want voetbal was zo een vorm van klassenstrijd geworden. Met de doorbraak van Feyenoord kwam een einde aan de stedelijke heerschappij van Sparta, de club van de elite.
Deze nieuwe positie van Feyenoord markeerde daarmee niet alleen zijn positie als de beste voetbalclub van Rotterdam, maar ook die van de algemene omslag toentertijd van het Nederlandse voetbal van elitesport naar volkssport – de grootste sociale revolutie die deze sport ooit heeft meegemaakt. Vóór de Eerste Wereldoorlog was voetbal vooral een elitaire bezigheid in de grote steden in het westen van het land. Ná de Eerste Wereldoorlog werd voetbal een volkssport, die doordrong tot in de verste uithoeken van het land, zowel sociaal als geografisch.
Sparta is de club van vóór die revolutie; Feyenoord de club van erna. En zo is er een parallel tussen de sportieve doorbraak van Feyenoord als beste voetbalclub van Rotterdam en de sociale doorbraak als volksclub. Sinds 1924 is Sparta tenslotte alleen nog maar in 1959 landskampioen geweest – te weinig om de machtspositie van Feyenoord structureel aan te tasten als belangrijkste vertegenwoordiger van Rotterdam.
Sparta – Feyenoord in 1966. Foto Jan Voets via het Nationaal Archief
De beste van Europa
Zo werd Feyenoord steeds belangrijker voor Rotterdam met de Europa Cup 1 van 1970 als het absolute hoogtepunt. Een jaar eerder was Ajax al de eerste Nederlandse club geweest, die deze finale speelde, maar de Amsterdammers verloren die toen nog van het Italiaanse AC Milan. Feyenoord, zo is verankerd in ons collectieve geheugen, was in 1970 de eerste Nederlandse voetbalclub die de belangrijkste voetbalprijs van de wereld won, na winst op het Schotse Celtic FC.
Op het daaropvolgende feest op de Coolsingel werd daarom gevierd dat Nederland een toonaangevend voetballand was geworden met Rotterdam als toonaangevende stad. Meer dan honderdduizend mensen – er wordt zelfs over het dubbele aantal gesproken – juichten de Feyenoorders toe.
Het is ook door deze huldiging van 1970 dat we tegenwoordig de automatische koppeling maken tussen Feyenoord-feestjes en de Coolsingel. Een jaar eerder echter was daarvan nog helemaal geen sprake, want nadat de Feyenoord-spelers in 1969 de landstitel hadden gewonnen, ging het er nog heel anders aan toe op de Coolsingel. Burgemeester Thomassen ontving het team in de burgerzaal van het stadhuis terwijl de bruiloftsparen ongestoord naar binnen en buiten liepen. “Dat Feyenoord nog maar vele keren in de burgerzaal mag verschijnen,” riep hij opeens uit tot grote schrik van de bruidsparen, waarna hij de spelers naar het balkon duwde om zich te laten toejuichen door enkele honderden supporters.
Inderdaad: slechts enkele honderden supporters. Een jaar later stonden er minstens 100.000.
In dat ene jaar was het Nederlandse voetbal revolutionair veranderd. In 1969 werd Feyenoord op de Coolsingel gehuldigd als de beste voetbalclub van Rotterdam, waarvoor maar enkele honderden mensen de moeite hadden genomen om met een vlaggetje te zwaaien. Precies een jaar later won Feyenoord als eerste Nederlandse club de Europa Cup 1, wat uitliep op een nationale gebeurtenis. In 1969 waren de spelers van Feyenoord de helden van Rotterdam; in 1970 waren de spelers van Feyenoord de helden van Nederland.
Door het bereiken van de Europese finale ruim een halve eeuw later maakt Feyenoord opnieuw zulke emoties los, iets wat verder alleen Ajax en PSV kunnen bewerkstelligen. Als die wedstrijd ook nog eens wordt gewonnen, krijgen we een vreugde-explosie, die teruggaat tot 1924, het jaar waarin Feyenoord voor de eerste de baas werd van Rotterdam én Nederland.
Feyenoord Sparta in 1971. Foto Bert Verhoeff via het Nationaal Archief