Hooguit vijf procent van de voetballers van vroeger had een eigen sigarenzaak
Er waren vroeger maar heel weinig voetballers met een eigen sigarenzaak. Dat blijkt uit onderzoeken uit 1939 en 1963.
Sjaak Swart was in 1965 dan weer een uitzondering. Foto Jac. de Nijs via het Nationaal Archief
‘Er was een tijd dat veel voetballers een sigarenzaak hadden,’ schreef de NOS in 2021. En zo denkt tijdschrift Panorama er ook over: ‘Ooit was het simpel: eerst was je profvoetballer, daarna uitbater van een sigarenzaak.’
Het is dan ook een bekend vooroordeel, dat al tientallen jaren lang wordt rondgepompt. Natuurlijk waren er bekende voetballers met een sigarenzaak, maar dat was maar een klein deel van de uitgeoefende beroepen.
Feyenoord in 1963
Het klopt alleen niet, blijkt uit verschillende onderzoeken in het verleden onder de bekendste voetballers van hun tijd. Zo kende de selectie van Feyenoord in 1963 precies één speler met een sigarenzaak. Dat weten we door een verhaal in Het Nieuwsblad van het Noorden op 13 maart 1963 over de verschillende werkzaamheden van de Feyenoorders van dat seizoen. ‘Omdat wij meenden, dat het u zal interesseren.’ En dat interesseert ons inderdaad zeer, ook in 2023.
Het was precies in de tijd dat Feyenoord opvallend goed presteerde in de Europa Cup 1 met als hoogtepunt de uitwedstrijd tegen Benfica in de halve finale. Twee boten met 1500 supporters gingen speciaal hiervoor naar Lissabon, toen ongekend in het Nederlandse voetbal. De hele stad stond op zijn kop, maar dat was voor de Feyenoorders niet voldoende om zichzelf in leven te kunnen houden. Ze kregen wel betaald door hun club, maar hadden er allemaal nog een baan bij.
Het overzicht:
- Eddy Pieters Graafland (29 jaar), sportzaak in Rotterdam Zuid
- Gerard Kerkum (32), hoofd-uitvoerder van een aannemersfirma
- Hans Kraay (26), sportinstructeur en jeugdtrainer
- Cor Veldhoen (23), eigenaar van een slijterij in Rotterdam-Noord (Krooswijk)
- Reinier Kreyermaat (27), vertegenwoordiger bij Skiphandler
- Jan Klaassens (32), sigarenwinkelier in Venlo
- Coen Moulijn (26), herenmodemagazijn
- Frans Bouwmeester, (22), in bedrijf in lompen en metalen van zijn vader
- Cor van der Gijp (31), hoofdvertegenwoordiger oliemaatschappij
- Piet Kruiver (25), in textiel
- Rinus Bennaars (31), boekhouder te Bergen op Zoom
- Gerard Bergholz (23), studeert M.O. Engels
- Jan Hordijk (20), laborant bij een oliemaatschappij
- Andries van Dijk (reserve-doelman, 27), verzekeringsacquisiteur
- Thijs Liebregts (22), studeert M.O. gymnastiek
- Piet Romijn (23), dakbedekker
Caféhouders
Zo kende de Feyenoord-selectie van zestig jaar geleden dus precies één sigarenboer. Het zou natuurlijk kunnen dat dit een toevalstreffer was en dat de club in andere seizoenen wel voldeed aan het verwachtingspatroon.
Maar ook dat is niet zo, blijkt uit een lijst van de Feyenoorders, die 1937 speelden tijdens de opening van de Kuip, nog in de tijd van het amateurvoetbal. Wederom was er maar één voetballer met een sigarenzaak, waar een groot deel van de rest van het elftal er een eigen café op nahield.
- Joop van der Heide, huisschilder
- Adri van Male, belastingambtenaar
- Pleun de Groot, eigenaar van een café op de Beijerlandselaan
- Bas Paauwe, eigenaar van een café op de Hillevliet
- Puck van Heel, eigenaar van een aan de andere kant van de Maas
- Manus Vrauwdeunt, eigenaar van een café in de Oranjeboomstraat
- Leen Vente, eigenaar van een café op het Hofplein
- Jan Linssen, sigarenwinkel aan de Weezenstraat. Vanaf 1939 een eigen café op de Oude Binnenweg
- Gerard Kuppen, werkzaam op een scheepswerf
- Arie de Vroet, eigenaar van een eigen café
Sport in Beeld
Onderzoek van het tijdschrift Sport In Beeld in 1939 bevestigde dit beeld bij het Feyenoord van 1937. De redactie had maar liefst 132 voetballers uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag op een rij gezet. Ze speelden allemaal in de Eerste Klasse en waren daarmee de bekendste voetballers van ons land.
Wederom werd het vooroordeel ontkracht van de sigarenboeren: ‘Het leger van handels-, kantoor- en bankbedienden spant verre de kroon en omvat 36 spelers, d.i. 27%.’
Het aantal caféhouders was zes procent, wat nog altijd hoger was dan het aantal sigarenhandelaars. En dan kwamen de caféhouders en sigarettenboeren alleen maar voor onder de voetballers in Amsterdam en Rotterdam.
Het grote overzicht
Van al die 132 spelers uit 1939 plaatsen wij hier hun beroep, allemaal uit de regio Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
H.B.S.
Mul: kantoorbediende
J. Taverne: kantoorbediende
M. Taverne: scholier
Walhain: kantoorbediende
Graafland: kantoorbediende
d’Fonseca: kantoorbediende
Hiemstra: zonder beroep
Ophorst: ingenieur
Van Vliet: student
v.d. Vegt: student
v. Kesteren: kantoorbediende
VUC
Dommers: kantoorbediende
Lint: kantoorbediende.
Rolves: kantoorbediende
v. Hensbergen: kantoorbediende
Vaalburg: monteur
Stam: winkelbediende
B. de Harder: scholier
K. de Harder: instrumentmaker
Mieras: winkelbediende
Bonder: kantoorbediende
v. Gelder: kantoorbediende
A.D.O.
Koek: koopman
Weber: caféhouder
Choufoer: kantoorbediende
Tap: melkhandelaar
Kammeyer: beroepsmilitair
Loof: schilder
v.d. Beukel: elektricien
Berg: levensverzekeringsagent
Westhoven: winkelbediende
De Heer: machinebankwerker
v.d. Brugge: bouwvakarbeider
FEYENOORD
Van Male: belastingambtenaar
Van der Heyden: schilder
De Groot: caféhouder
Van Heel: caféhouder
Kuppen: werkzaam op scheepswerf
Paauwe caféhouder
Linssen: sigarenwinkelier
De Vroet: stalen-meubelen-bewerker
Kantebeen: sigarenwinkelier
Vente: caféhouder
Vrauwdeunt: zonder beroep. (ex-caféhouder)
SPARTA
Pil: werkzaam op scheepswerf
Heshof: kantoorbediende
Wilson: eigen sportzaak
Meyer: expeditie-knecht
De Korver: kantoorbediende
Houtman: kantoorbediende
Seton: stalen-meubelen-bewerker
Den Boer: belastingambtenaar
Voormolen: aannemer
Weber: kantoorbediende
Van Duyn: vertegenwoordiger
HERMES-D.V.S
Beun: kantoorbediende
Smit: slager
Fromberg: instrumentmaker
Van der Tuyn: sigarenwinkelier
Van Buitenen: slager
Borrani: timmerman
Bos: magazijnmeester
L. Janse: kantoorbediende
Stolk: handelsbediende
B. Janse: winkelbediende
RFC
H. Bouts: bankwerker
Apon: caféhouder
Hey: expeditieknecht
Vermulm: dekknecht
D. Apon: caféhouder
Van Vliet: monteur
Verbeek: monteur
Kouwenberg: expeditieknecht
Oirschot: kantoorbediende
A. Bouts: chauffeur
Van Walsum: kantoorbediende.
XERXES
Damme: betonwerker
Verploegen: elektricien
Louwe: kantoorbediende
Dubbelman: kantoorbediende
De Haan: kantoorbediende
Bijsdijk: leerling H.B.S.
Snelleman: student
Roszbach: kantoorbediende
Kruysbergen: zonder beroep
Vander Vaart: gemeenteambtenaar
Kok: taxichauffeur
CVV
Kruidenier: metselaar
Van der Horden: metselaar
Mastenbroek: kantoorbediende
Van der Herik: sigarenwinkelier
Lagendijk: werkzaam bij scheepswerf
Gelderblom: caféhouder
Zaanen: constructiewerken
Van Bokkum: werkzaam op laboratorium
Noteboom: elektricien
Van der Kraan: expeditieknecht
De Graaf: chauffeur
D.W.S.
Bruist: fabrieksarbeider
Caldenhove: sigarenwinkelier
Van Stokken sr.: sigarenwinkelier
Trock: metaalbewerker
Melchers jr.: leerling M.T.S.
Fanger: monteur
Drager: kantoorbediende
Slot: timmerman
Dijkstra: fabrieksarbeider
Wiertz: koopman
Van Stokken jr.: broodbezorger
BLAUW WIT
Ferwerda: elektricien
Wilders: bankloper
Slot: magazijnbediende
Bosscher: expeditiebediende
Stijger: arbeider Fokkerfabrieken
Sluyck: magazijnbediende
Van Deene: boekbinder
Bartens: bediende
Van Nol: sigarenwinkelier
Bergman: elektricien
Van Keulen: kantoorbediende
AJAX
Keyzer: fruit-importeur
Blomvliet: bankbediende
Schubert: handelsbediende
Looys: kantoorbediende
Anderiesen: portier
Leemhuis: leerling M.T.S.
Fischer: kantoorbediende
Van Wijngaarden: kantoorbediende
Bijl: radiotelegrafist
Van Reenen: vertegenwoordiger
Gischler: kantoorbediende