In 1907 verloor Oranje met 12-2 van Engeland, nog steeds de grootste nederlaag ooit
Het Nederlands elftal heeft enkele pijnlijke wedstrijden tegen Engeland gespeeld. In 1907 was er een verpletterende nederlaag.
Nederlands elftal voor de interland tegen Engeland. Staand van links naar rechts: scheidsrechter Farrell, Karel Heijting, Bok de Korver, Lo la Chapelle, Ben Stom, Tonny Kessler, Louis Otten en grensrechter Van den Berg. Zittend: Caius Welcker, Edu Snethlage, Cas Ruffelse, Jan Thomée en Iman Dozy. Foto via het Nationaal Archief
Op 21 december 1907 leed het Nederlands elftal de grootste nederlaag ooit. In het Engelse Darlington wonnen de Engelse amateurs toen met 12-2. ‘De eenige wedstrijd,’ aldus Han Hollander in het boek Voetbalglorie, ‘waarin tegen ons Nederlandsch Elftal ooit de dubbele cijfers werden bereikt.’
Verslaggever Jan Stok van De Revue der Sporten – net dat jaar opgericht – was meegereisd voor een zeer uitvoerig verhaal. Tijdens de wedstrijd stonden er zo’n 5000 supporters langs de lijn. Ook negen Nederlanders namen daar plaats, die allemaal op één foto pasten.
‘Beide teams komen in ’t veld, luide toegejuicht. De Engelschen gaan in witte shirts met zwarte broeken. Onze landgenooten spelen in oranje yerseys met witte omslagen, witte broeken, zwarte kousen met oranje-witte omslagen.’
De wedstrijd was nog maar net begonnen en het stond al 1-0 voor de thuisploeg. ‘’n Overdondering dus! Die al geweldiger en geweldiger wordt. Want binnen een kwartier zijn nog drie schoten langs onzen doelwachter gegaan.’ Vijf minuten voor rust was het al 5-0, maar nog net op tijd maakte Ruffelse de eerste treffer voor Oranje. ‘Zoo kwam de pauze…’
Weer drie kwartier later was het 12-2. ‘De grootste fout lag bij ons in de middenlinie,’ vond Stok. ‘Zij ondersteunde totaal niet de voorwaartslinie en de afstand, die haar van die linie scheidde, was veel te groot.’
Wat nu?
De nederlaag was zo groot dat Stok het allemaal niet meer zag zitten. ‘Daar zitten we nu met onze 12-2 aan den dijk en staren naar den horizon en vragen: Wat nu? Ja, wat nu?’
Deze interland was inderdaad een zeer harde les geweest voor Oranje, dat in die tijd nog maar heel weinig ervaring had op de internationale velden. Zo vond ook voetbalbestuurder A.J. Bronkhorst in Hup Holland. ‘Een zware glibberige speelgrond en gebrek aan routine met een zeer slecht aanpassingsvermogen waren oorzaak, dat in Darlington tegen Engeland een waar bloedbad plaats vond. We werden verpletterd. Men heeft ons laten zien, dat wij nog heel wat te leeren hadden.’
Engelse bondscoach
Enkele maanden later besloot de Voetbalbond om Edgar Chadwick aan te stellen als bondscoach, die in Engeland op het hoogste niveau had gespeeld, onder meer als international. Zo was er hoop dat hij zijn ervaring over kon brengen aan de Nederlandse spelers. Dat moest ook snel gebeuren, want ruim een maand later al was het olympische voetbaltoernooi in Londen.
Meteen na zijn aanstelling maakte Chadwick duidelijk dat zijn spelers meer moesten trainen, elke woensdag opnieuw. Op de Olympische Spelen werd er een weekschema opgesteld, waarbij er op vrijdag werd geoefend op het nemen van strafschoppen. Het Nederlands elftal trainde in 1908 dus al op penalty’s!
Verder was de manier aan verdedigen wel erg ouderwets. Het grootste probleem was dat er op internationaal niveau veel sneller werd gespeeld dan op de Nederlandse velden, wat in Darlington wel was aangetoond. Daarom moesten de spelers voortaan de 100 meter op voetbalschoenen in maximaal twaalf seconden afleggen, want anders werden ze gewoon niet opgesteld.
En met succes, want op de Olympische Spelen van 1908 in Londen werd Oranje derde. Achter Engeland nog, dat dan weer wel.