In 1957 liep een interland tussen Nederland en Oostenrijk uit op een diplomatieke rel
Nederland speelt vandaag tegen Oostenrijk. Dat deden ze in 1957 ook al eens, wat eindigde in een enorme ruzie.
Training van Nederland voor de wedstrijd tegen Oostenrijk in Amsterdam. Foto J.D. Noske via het Nationaal Archief
Op 26 mei 1957 speelde Nederland een uitwedstrijd tegen Oostenrijk voor een plaats op het WK voetbal het jaar daarop. Tijdens de rust stond Oranje voor met 2-0.
Volgens de Nederlandse verslaggevers ter plekke werd het Oostenrijkse publiek steeds opstandiger en daalde de sfeer op het veld met grote snelheid. Er werd gespuugd naar de Nederlandse spelers en Roel Wiersma werd bewusteloos naar het ziekenhuis vervoerd, nadat hij door een tackle op de sintelbaan beland was.
Jan Blankers schreef in De Telegraaf: ‘Twee minuten voor tijd was de scheidsrechter niet langer opgewassen tegen de reacties van de toeschouwers die onze spelers voortdurend uitfloten. Volkomen onterecht: penalty! Niet de Oostenrijkse spelers, maar de Duitse scheidsrechter besliste het spel.’
De Nederlandse commentator bij de samenvatting op televisie meende dat de Duitse scheidsrechter nog geen schoolvoetbaltoernooi tot een goed einde zou kunnen brengen. Oranje verloor uiteindelijk met 3-2.
Op 28 mei 2002 keek international Jan Notermans terug in Andere Tijden. Hij vertelde dat de Nederlandse voetballers het prachtig vonden om in het Praterstadion te voetballen, maar dat ze schrokken van het fanatieke publiek. Zoiets hadden ze nooit verwacht en ook nooit eerder meegemaakt.
Ook linksbinnen Fons van Wissen was zeer verbaasd door het gedrag van het Weense publiek. In Andere Tijden zei hij: “De Oostenrijkse spelers maakten er een hel van, maar de scheidsrechter had het een halt kunnen toeroepen. Schmetzer vond alles goed wat de Oostenrijkers deden. Ik wil niet de scheids overal schuld van geven, maar het bewijs is toch wel geleverd want hij heeft nooit meer in een interland mogen fluiten.”
Door Oostenrijkse ogen
In Oostenrijk wordt dan weer heel anders teruggekeken op deze wedstrijd. Andere Tijden haalde de Bildtelegraf aan: ‘Holland speelde rugby. Het was de onsportiefste ploeg die we sedert jaren in Wenen hebben gezien.’
De geschokte Oostenrijkse voetbalpresident Walch zei na afloop: “Het was geen wedstrijd, het was een slachting.”
De Neuer Kurier noemde het Hollandse voetbal überhart en beschuldigde de Nederlandse spits Van Melis ervan, de Oostenrijkse keeper Kurt Schmied doelbewust met een knieschop geveld te hebben.
Aanvoerder Cor van der Hart zorgde uiteindelijk voor de meeste ophef. Na de wedstrijd sprak hij met enkele Oostenrijkse verslaggevers. Poldi Kait was één daarvan: “De aanvoerder kwam naar buiten, netjes met stropdas om, en Meisel, een van onze beroemdste journalisten, vroeg hem wat hij van het Oostenrijkse voetbal vond. Van der Hart zei: ‘Op Hanappi na zijn het allemaal Schweinehunde’. Daar stonden we. We wisten niet wat we moesten zeggen, het was echt verschrikkelijk.”
Diplomatieke rel
De wedstrijd had politieke consequenties. Bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken ligt het dossier Oostenrijk-Nederland 1957 met de correspondentie tussen Ernst Star Busmann en Joseph Luns. De eerste was op dat moment de Nederlandse ambassadeur in Wenen – toen nog Gezant geheten – en Luns was de minister van Buitenlandse Zaken in Den Haag. De Gezant der Nederlanden stuurde Oostenrijkse artikelen naar Den Haag en uitte zijn bezorgdheid.
Andere Tijden las deze stukken. De dag na de wedstrijd schreef Star Busmann: ‘Het publiek en de pers geven de Nederlanders (…) alle schuld voor het gebeurde. Men kan bepaald niet zeggen dat de populariteit van ons land in Wenen sinds gisteren gestegen is.’ Verder liet de Gezant in deze brief weten dat ‘onze zaak niet gebaat is’ bij de uitlatingen over Schweinehunde van de Nederlandse aanvoerder Van der Hart.
Op 18 juni 1957 schreef de Gezant: ‘De wedstrijd op 26 mei jl. te Wenen heeft bewezen dat de relaties tussen twee landen wezenlijk beïnvloed kunnen worden door het gedrag van de spelers. Met één slag of liever één trap kan, gezien de rol die de voetbalsport onder de massa speelt, de reputatie en goodwill van een land in ernstig gevaar worden gebracht en al het werk dat op ander terrein in de loop der jaren werd verricht, teniet worden gedaan’
Nederland werd uiteindelijk uitgeschakeld voor dit WK, omdat de returnwedstrijd van 25 september 1957 eindigde in 1-1.