Ajax werd in 1970 overspoeld met dreigbrieven
Steven Berghuis heeft ernstige bedreigingen gekregen vanwege zijn overstap van Feyenoord naar Ajax. Precies een halve eeuw geleden werd een man opgepakt na langdurige bedreigen van spelers en bestuurders van Ajax via brieven en telefoontjes, allemaal met antisemitische teksten.
Ajax in 1970
In april 1970 kwam bij Ajax een brief binnen, waarin een aanslag werd aangekondigd op het toenmalige stadion De Meer: ‘Dit joodse, imperialistische sportcomplex zal vroeg of laat door ons worden vernietigd.’
Clubarts Rolink kreeg een telefoontje, waarin hij in het Duits werd opgeroepen zijn werk neer te leggen. Indien hij dat niet zou doen, liep zijn familie gevaar. Spelers als Johan Cruijff, Sjaak Swart, Piet Keizer en Bennie Muller werden in brieven bedreigd met de dood als hun club dat seizoen kampioen zou worden. Als afzender werd steevast El Fatah Europa genoemd, naar de Palestijnse organisatie van wijlen Yasser Arafat.
“De ellende begon ongeveer vijf weken geleden”, zei clubvoorzitter Jaap van Praag op 13 april 1970 in het Leidsch Dagblad. “Bij een thuiswedstrijd van Ajax kregen we een telefonische mededeling dat er een bom onder de tribune zou liggen. We hebben er geen ruchtbaarheid aan gegeven en gingen persoonlijk op onderzoek uit. Wij vonden geen bom.” Zelf ontving hij een brief met de mededeling dat zijn kinderen zouden worden ontvoerd. “Tot op dit ogenblik heb ik ze nog allemaal thuis”, reageerde hij nuchter.
De politie nam deze zaak uiterst serieus. Van Praag: “Die adviseerde ons de brieven niet aan te raken om eventuele vingerafdrukken te kunnen ontdekken. Tot nu toe echter zonder resultaat.”
Ook Het Parool ontving dreigbrieven waaruit bleek dat de taalbeheersing van de schrijver niet optimaal was
De brieven waren ontzettend grof, zoals Sjaak Swart zei: “In een ervan stond dwars over het papier geschreven: rotjood. En in een andere brief stond: ze zijn jou en je ouders vergeten te vergassen. De El Fatah zal je gezin binnenkort wel opruimen. Wat de Duitsers hebben vergeten zullen wij niet vergeten.”
Bij een niet-Joodse speler als Nico Rijnders werd opgemerkt dat hij zou worden gestraft voor het spelen bij Ajax: “Waarom ben je voor een joodse vereniging gaan spelen? Dit kan niet ongestraft blijven.”
Labiel
Ruim een jaar later werd een 32-jarige man uit Kennemerland gearresteerd, die een groot aantal dreigbrieven had gestuurd naar zo’n 700 Nederlanders, onder wie de Ajacieden. Ook leden van het koninklijk huis werden door hem bedreigd. Volgens de Leidsche Courant van 1 oktober 1971 legde hij na zijn arrestatie een volledige bekentenis af. ‘De politie kenschetst de kantoorbediende als een labiele, triest aandoende man, die troost zocht in het schrijven en versturen van brieven, waaraan hij voor honderden guldens aan postzegels moet hebben uitgegeven.’
De Telegraaf was een jaar later bij het proces van deze Dirk K. ‘Het was begonnen met een brief aan het Ajax-bestuur,’ verklaarde de verdachte, ‘omdat deze voetbalclub een reis naar Israël zou maken. In een dwangmatige toestand volgde er daarna een zeer lange reeks, waarbij hij een joods gezin zelfs zo bang maakte, dat het huis van een alarminstallatie werd voorzien en de gezinsleden op straat werden begeleid.’
K. werd veroordeeld tot een half jaar gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk.