NieuwVoetbal

Jan Oudenaarden overleden, de man die de Feyenoord-geschiedenis herschreef

Jan Oudenaarden is overleden, 81 jaar oud. Hij is auteur van een groot aantal historische boeken over Feyenoord. In 2017 sprak ik hem over zijn boekenserie De geschiedenis van Feyenoord.

Dit is de oudste foto uit de geschiedenis van Feyenoord. Gerard Muller, Mees Weber en Kees van Baaren in 1908 of 1909, hoogstwaarschijnlijk in een shirt van Wilhelmina. Uit ‘Feyenoord: de oertijd’

In 2016 verscheen het eerste deel van een boekenserie over de geschiedenis van Feyenoord. Het was geschreven door Jan Oudenaarden, met Paul Groenendijk als beeldredacteur. Tientallen jaren combineerden ze hun supportersschap met onderzoek naar de club. Tijdens een Feyenoord-kwis kon je alleen maar hopen dat je in hun team werd ingedeeld.

“Bij mij werd in 1994 voor de eerste duidelijk dat we eigenlijk heel weinig weten van de geschiedenis van Feyenoord,” verklaarde Oudenaarden zijn fascinatie. In dat jaar was in de Rotterdamse Kunsthal de expositie Feyenoord – Geen woorden maar daden.

Twee jaar later startte de 45-delige tijdschriftserie Feyenoord Compleet, waar zowel Oudenaarden als Groenendijk aan meewerkte. “Er bleek toen dat er heel veel miste. We dachten dat we heel veel wisten, maar dat viel tegen.” Tijdens het eeuwfeest van Feyenoord in 2008 constateerden Oudenaarden en Groenendijk opnieuw dat over het heel verre verleden van Feyenoord bar weinig bekend is.

Daarop begon een nieuwe speurtocht, die moest leiden tot een trilogie. Daar bleef het niet bij, want in 2023 kwam het vijfde deel uit over de periode van 1970 tot en met 1984.

Bij mij werd in 1994 voor de eerste duidelijk dat we eigenlijk heel weinig weten van de geschiedenis van Feyenoord

Founding Feyenoord Fathers

Tijdens het onderzoek werden veel nieuwe bronnen aangeboord, naast het Stadsarchief Rotterdam en Feyenoord zelf. Daarbij hoorde stamboomonderzoek naar de oer-Feyenoorders, waaraan Oudenaarden veel tijd heeft besteed. Groenendijk speurde naar fotomateriaal uit de eerste jaren van Feyenoord, vooral bij familieleden van de leden van toen. “We zien altijd dezelfde foto’s in de geschiedenisboeken over Feyenoord,” mopperde Groenendijk tijdens mijn bezoek. “En alles van vóór 1956, van vóór de invoering van het betaald voetbal, wordt zo snel mogelijk afgeraffeld.”

Zijn speurtochten hebben wel resultaat gehad, want het eerste deel stond vol onbekende foto’s van ruim honderd jaar oud, vooral gevonden in dozen en albums bij mensen thuis. Het was een belangrijke aanvulling op de beschikbare kennis over het oerverhaal van Feyenoord getoetst – een vertelling die teruggaat tot het jubileumboek uit 1933 over 25 jaar Feyenoord. Bert Heesakker sprak toen met enkele van die oprichters, wat daarna werd beschouwd als de officiële geschiedenis van Feyenoord – de enige en de ware. Zelf nam ik dat in 1996 ook over toen ik aan de Universiteit van Amsterdam mijn afstudeerscriptie schreef over Feyenoord tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Volgens deze vertelling richtte een aantal Zuid-Rotterdamse jongens op 19 juli 1908 een voetbalvereniging op na een vriendschappelijk potje straatvoetbal bij de Wilhelminakerk aan de Oranjeboomstraat. Deze Founding Feyenoord Fathers waren Gerard Muller, Kees van Baaren, Gerard van Leerdam, Louis den Hartog, Henk Mulder en Nico Struys. Plaats van handeling: café De Keyzer op de hoek van de Damstraat en de Persoonshaven, onder het genot van een glas bier. Overigens werd niet meteen gekozen voor de naam Feyenoord, maar voor Wilhelmina, wat zowel een verwijzing was naar de kerk aan de Oranjeboomstraat als de koningin.

In 1971 blies clubadministrateur Phida Wolff nieuw leven in dit scheppingsverhaal in het boek Geen woorden maar daden door een gesprek met Van Baaren, inmiddels 82 jaar oud. “We speelden op pleintjes en in straatjes, peerden met doffe poffers tegen het lappending dat als voetbal dienst deed en slechts op hoogtijdagen, als een van mijn vriendjes bv. jarig was geweest en een echte gummibal als geschenk had gekregen, trapten we tegen een echt balletje, tot verbijstering der voorbijgangers.”

Van het een kwam het ander: “Omdat we niets om handen hadden was voetballen ons enig verzetje en bij het wegkantelen van onze jeugdjaren rijpte langzamerhand in ons het verlangen een echte club op te richten en daarvoor werd dan op die 19e juli van het jaar 1908 de eerste steen gelegd.”

Het eeuwboek van Feyenoord zit vol met fouten

Oprichtingsdatum

Tussen het oprichtingsjaar 1908 en de uitgave van Wolff zaten 63 jaar. Het wordt dan moeilijk om alles foutloos in de herinnering op te roepen, wat Oudenaarden en Groenendijk hebben aangetoond na hun monnikenwerk. Oudenaarden: “Het viel ons op dat Heesakker de oprichting van de club heeft geromantiseerd. Het is de oerbron voor de club, die daarna nooit opnieuw is onderzocht.”

Een ander probleem was dat het historische verhaal van Feyenoord was geclaimd door journalisten met een voorliefde voor anekdotes zonder diepgang. “Het eeuwboek van Feyenoord zit vol met fouten,” oordeelde Groenendijk streng.

Alleen al over de oprichtingsdatum van 19 juli 1908 is discussie. In het eerste deel staat dat het in die tijd wemelde van de voetballers: ‘De laatste jaren van het eerste decennium van de twintigste eeuw bleken op Rotterdam-Zuid een vruchtbaar tijdperk voor het oprichten van voetbalclubs, wat blijkt uit de aanvragen voor speelterreinen.’ Die vriendengroepjes waren vaak instabiel en vielen met grote regelmaat uit elkaar. Met andere jongens werd dan een nieuwe poging gewaagd, die ook vaak mislukte.

Zo was Van Baaren in 1906 al voorzitter van de Feyenoordsche Football Club FFC geweest, waarvoor zijn vader zelfs een houten doel had gemaakt – een zeldzaamheid voor de toenmalige Zuid-Rotterdamse clubjes. Ter ondersteuning werd een unieke foto uit 1905 geplaatst, met Van Baaren en de andere leden van FFC voor dat houten doel. Die afbeelding is in tegenspraak is met de herinnering van Van Baaren uit 1971, want hierdoor is duidelijk dat hij vóór 1908 al in clubverband had gespeeld. Dat houten doel nam hij weer mee naar Feyenoord, toen nog Wilhelmina.

Dat Van Baaren en zijn vrienden nou net op 19 juli 1908 de club officieel oprichtten, is volgens Oudenaarden uiterst onwaarschijnlijk. Eerder ontstaat het beeld dat Feyenoord een toevallig product is van oneindig veel door elkaar wriemelende voetbalclubjes in Rotterdam-Zuid. ‘

Op de website Leven met Feyenoord staat echter een vermelding naar het Rotterdamsch Nieuwsblad van 25 juli 1908 – naar een artikel op de voorpagina nog wel. ‘Zondag j.l. werd er te Feijenoord een Voetbal- en Athletiekvereeniging opgericht, welke de naam draagt van “Wilhelmina”.’ En dat is wel degelijk 19 juli 1908…

‘Hoe dan ook,’ schrijft Oudenaarden over het oprichtingsjaar, ‘Wilhelmina kon gaan voetballen.’

Club van kantoorbediendes

Veel interessanter dan die oprichtingsdatum was het onderzoek van Oudenaarden en Groenendijk naar de afkomst van de eerste leden van Feyenoord, waarvan het idee bestaat dat dit louter bootwerkers of fabrieksarbeiders waren. ‘De arbeiders op Rotterdam-Zuid, voornamelijk werkzaam in het havengebied,’ zoals Feyenoord zelf op de website schrijft over die oerjaren.

NRC-journalist Harry van Wijnen had in 1989 al eens zijn vermoeden uitgesproken dat dit waarschijnlijk niet klopte, maar had vanwege ontbrekend archiefmateriaal – in de loop der jaren verbrand, gebombardeerd of achteloos weggesmeten – geen feitelijke gegevens beschikbaar. Oudenaarden vond die 25 jaar later alsnog, vooral door stamboomonderzoek.

Met opmerkelijk resultaat, want van de eerste lichting Feyenoorders in 1908 was de helft kantoorbediende! Weliswaar ging het nog maar om een handjevol leden, maar toch. Pas in april 1909 doken de eerste bootwerkers en arbeiders op toen een aantal leden van Volharding zich aansloot bij Wilhelmina.

De club ging daarna korte tijd verder als H.F.C., de Hillesluis-Feyenoord-Combinatie, maar die naam werd vanwege eventuele verwarring met de Haarlemse club van Pim Mulier nog datzelfde jaar veranderd in Celeritas.

In 1912 werd definitief gekozen voor de naam Feyenoord. In de eerste tien jaren groeide dit uit tot een gemengde club, en niet zozeer een arbeidersclub. Met inderdaad veel havenarbeiders, maar met caféhouders, een kapper, bootwerkers, een elektricien, kantoormedewerkers en een leraar.

Daarin had Heesakker dan gelijk toen hij in 1935 in clubblad De Feyenoorder schreef: ‘Het verheugt mij deze gelegenheid tevens te kunnen benutten om er eens op te wijzen dat van een arbeidersclub geen sprake is. Men hoort die uitdrukking wel eens meer. Daarom is het goed te zeggen, dat onze club een volksclub is, d.w.z. een club die zijn deuren openstelt voor alle lagen der bevolking. In onze club wordt geen dokter, accountant, student, mr. in de rechten of wie dan ook geweigerd, omdat er alleen voor arbeiders plaats zou zijn, al zal het percentage arbeiders overheersen.’

Dankzij Van Oudenaarden is er een goed zicht gekomen op de begintijd van Feyenoord, waarmee hij een zeer waardevolle bijdrage aan de sportgeschiedenis heeft geleverd.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.