KNVB viert feest: vijftig jaar vrouwenvoetbal
Dit weekend beginnen de vieringen van vijftig jaar vrouwenvoetbal bij de KNVB. In die begintijd rond 1971 waren er al honderden clubs actief, tot in de kleinste dorpen.
Vrouwenvoetbal in april 1971 tussen Blauw-Wit en Wageningen Studenten, foto Rob. C. Kroes via het Nationaal Archief
De aftrap zondag bij FC Twente – Ajax in de Eredivisie Vrouwen wordt gedaan door Hettie Olde Loohuis-Deterink, de voormalige aanvoerder van SV Reutum, in 1974 de eerste landskampioen onder de vlag van de KNVB. Het is het begin van een seizoen, waarin deze voetbalbond viert dat precies vijftig jaar geleden het vrouwenvoetbal officieel werd erkend. Deze festiviteiten, waaronder een speciaal symposium, moet de zichtbaarheid van het vrouwenvoetbal nog verder vergroten, zo licht KNVB-voorlichter Daan Schippers toe.
Wilde competities
Op 24 oktober 1971 erkende de KNVB het vrouwenvoetbal, tot dat moment nog onder de hoede van de Algemene Nederlandse Dames Voetbal Bond. Dat ging nog niet meteen met de volste overtuiging, want voetbalmedici wierpen tot vlak voor de fusie de ene hindernis na de andere op. Bondsarts Frits Kessel van de KNVB bijvoorbeeld vond het ethisch niet verantwoord als er voetbalsters meededen met ‘overvloedige borstvorming’. En ook John Rolink waarschuwde als clubarts van Ajax de speelsters voor het welzijn van hun borsten. ‘Hij raadt de dames aan het meer in een gracieuze, balletachtige richting te zoeken wat de sport betreft.’
De voetbalvrouwen reageerden spottend in hun huisorgaan Ons Oranjehemdje van augustus 1971: ‘De mannelijke zorg lijkt ons zeer overdreven. Trouwens, mannen schijnen een veel gevoeliger plaats te bezitten.’
Fusie
In de tweede helft van de jaren zestig meldden zich steeds meer vrouwen aan voor zogenaamde wilde wedstrijden, buiten de KNVB om, als een vorm van sportieve ongehoorzaamheid. Ze organiseerden zich via de Algemene Nederlandse Dames Voetbal Bond en eigen provinciale bonden.
De ene keer speelden ze in gelegenheidsteams, zoals in de zomer van 1971 in het Friese Makkum met namen als De Gasten, ’t Fintsje en Terra Nova. ‘Woensdagavond is de finale om de Cups,’ schreef De Leeuwarder Courant. ‘Het zijn er twee, want met één kan een vrouw niks.’
In andere gevallen ging het om langdurige competities met verschillende divisies, zoals in Zeeland, Limburg en Noord-Brabant. Dat de KNVB niet meewerkte, hield deze sportvrouwen dus niet tegen. In augustus 1971 bijvoorbeeld maakte de regio Gelderland bekend dat er zich negentien teams hadden ingeschreven voor een competitie.
Kakerste Girls
En zo werden er bij aanvang van de eerste officiële vrouwencompetities exact vijftig jaar geleden precies 304 verenigingen geteld, alleen al in Noord-Brabant 77. En dan stonden er ook nog eens 127 nieuwe teams klaar om in te stappen na de winterstop, meldde dagblad De Tijd op 30 november 1971. Hierbij hoorden 23 zelfstandige vrouwenclubs, zoals Puk in Deventer, KFC in Delft en de Kakerste Girls uit Heerlen. Ook buiten de steden was er een enorme belangstelling voor het vrouwenvoetbal, zoals het Gelders Oeken, het Limburgse Susteren en het Zeeuwse Biezelinge.
Precies vijftig jaar later zoekt de KNVB naar de namen van al die clubs uit die begintijd om ze te eren voor hun pionierswerk. Sportgeschiedenis heeft er inmiddels zelf al meer dan 200 gevonden. Tips en namen blijven welkom – hier.