Leo Vuyk: de eerste ‘Feyenoorder’ bij Sparta.
Al in 1893-94 neemt in Rotterdam-Zuid een vereniging genaamd ‘Feyenoord’ kortstondig deel aan de competitie van de Nederlandsche Voetbal Bond. De captain van dat elftal is Leo Vuyk, zoon van een plaatselijk bekende politiecommissaris en een sportieve jongeman, die zijn carrière succesvol voortzet bij Sparta.
Door Wim Zonneveld
Leonardus Johannes Cornelis (Leo) Vuyk wordt geboren in Rotterdam op 1 november 1876, als tweede kind en eerste zoon in een gezin van uiteindelijk tien kinderen, met een vader van dezelfde naam, L.J.C. Vuyk (1849-1935), oorspronkelijk afkomstig uit Woerden, en moeder Catharina Jacoba Johanna van Heiningen.
Vader is vanaf 1875 politieman op bureau De Pauwensteeg in de zeeliedenbuurt bij de Schiedamschedijk en wordt in de loop van 1892 inspecteur op het bureau Nassaukade op de noordpunt van Feyenoord. Het zijn uitdagende wijken: ‘Er ging haast geen dag voorbij, en zeker geen Zaterdag, of er was ernstig mot, dat de politie er met de lat overheen moest!’, schrijft het Rotterdamsch Nieuwsblad in een later portret van Leo sr. In 1898 krijgt hij ongewild plaatselijke bekendheid bij een ‘relatiedrama’ met twee dodelijke slachtoffers in een gezin van de Katendrechtschelaan.
Bij Feyenoord
Leo jr. verschijnt voor de eerste keer als sportman in de kranten als 16-jarige deelnemer bij hardloopwedstrijden over 10 en 25 km. in de Prins Alexanderpolder op 24 september 1893. Vanaf oktober 1893 begint een Zuid-Rotterdamse voetbalvereniging ‘Feyenoord’ vriendschappelijke wedstrijden te spelen, op het ‘exercitieterrein’ of Schuttersveld in Crooswijk.
In het eerste deel van zijn magnum opus over de geschiedenis van Feyenoord trekt Jan Oudenaarden de lotgevallen van deze club minutieus na. Van een oefenwedstrijd tegen Kralingen op 19 november is zowel de uitslag (0-7) als de opstelling bekend: Vuyk, Leo Jr., is een van de forwards.
Als de Nederlandsche Voetbal Bond een verzoek van Kralingen inwilligt tot programmering van een extra divisie, start in december de derde klasse, met vier Rotterdamse clubs. Binnen drie maanden wordt een volledige competitie gespeeld, waarin Kralingen veruit de beste is, met 6 maal winst en de doelcijfers 42-0. De andere clubs zijn aan elkaar gewaagd, Feyenoord wordt derde met drie punten door 2-1 winst op Batavia en 1-1 tegen Neptunus. Vuyk is de captain van het team, die zijn club verdedigt in sportblad De Athleet als naar zijn mening te geringschattend over de prestaties wordt geschreven.
Naar Sparta
Clubs komen en gaan. Als de landelijke derde klasse opgaat in de Rotterdamsche Voetbalbond, haakt Feyenoord af en verdwijnt van het toneel. Maar niet Leo Vuyk Jr. Hij speelt in 1894-95 bij Neptunus in de Rotterdamse bond en tegelijkertijd bij het gepromoveerde Kralingen in de landelijke tweede klasse. Dat kan in die tijd.
Als Kralingen vervolgens ook stopt, meldt hij zich aan bij Sparta, dat een jaar eerder gepromoveerd is naar de landelijke eerste klasse en ook speelt op het Schuttersveld. Leo wordt opgenomen tussen illustere medespelers als de gebroeders Gerrit (doelman) en Jan Stok, Willem Reidt, Kampschreur, Boomsma, ‘Kit’ van Holten en Cees van Hasselt, de formidabele aanvallende back en latere bondscoach van het eerste Nederlands elftal.
Het complete Sparta-team van 1903. Bron: Voetballegends
Leo als Vuykie
Vanaf najaar 1895 is Leo Vuyk, de oorspronkelijke ‘Feyenoorder’, zo’n tien jaar een vaste waarde in het eerste elftal van Sparta. In maart 1897 wordt hij tegen het Amsterdamse R.A.P. wegens belediging van de scheidsrechter (‘woorden, waarbij voorkwamen dood slaan’) uit het veld gestuurd; hij wordt zo een centrale figuur in de meest controversiële gebeurtenis uit de vroege geschiedenis van de club: het terugtrekken van het eerste team uit de landelijke competitie vanwege vermeende ‘partijdigheid’ van de scheidsrechters.
Voetballand kijkt er verbaasd naar. Dat niet alle scheidsrechters even competent zijn, zoveel is zeker, maar dat wordt algemeen beschouwd als een kwestie van geven en nemen. Misschien speelt enige frustratie mee, want Sparta begint bekend te raken als ‘de eeuwige tweede’, ondanks goed voetbal en uitstekende spelers glipt een kampioenschap steeds maar door de vingers.
Het Sportblad noemt ‘de kleine Vuyk’ of Vuykie een echte publieksspeler, ‘dat zoo zeldzame spelerstype met z’n nuchtere vroolijkheid, rumoerig-lawaai, z’n tanden-knarsend inloopen, z’n zwemmen in ’t net’, en de latere Sparta-Gedenkboeken beschrijven hem als ‘een kleine, pittige speler, vol temperament, een vurige Spartaan’. Ze schrijven aan hem een van de belangrijkste doelpunten van de begintijd toe, dat in januari 1898 tegen Celeritas de kampioensaspiraties in stand houdt: ‘Vijf minuten voor tijd stond ‘t nog dubbel blank. Al wat Spartaan was oogde krijtwit en stond te lonken als jufferhondjes. Toen zette Borst een bal voor, kleine Vuyck schoot toe, zag een gaatje – Immink smeet zich op den grond, maar de bal was er al door. ’t Katendrechtsche bootje sloeg om van ‘t gejubel!’, schrijft de N.R.C. Dat de kampioenswens toch weer onvervuld zal blijven, ligt niet aan hem.
Leo speelt regelmatig in het Rotterdams elftal, maar nationale selecties, informele ‘bondselftallen’, haalt hij niet. Zijn hoogste niveau bereikt hij in internationale clubwedstrijden, een van zijn eerste wedstrijden voor Sparta, tegen het Engelse Saxmundham, is er een met ‘mooie kicks en voortdurend mooi geanimeerd samenspel’ (RN, 19-11-1895); 5-0 voor Sparta en Leo scoort. In de jaarlijkse wedstrijd tegen de English Wanderers in april 1896 (2-6) scoort hij de openingstreffer en in 1898 (5-0) scoort hij twee maal. In de zomer van 1899 speelt hij een seizoen cricket bij De Volharding, zonder echt op te vallen.
Leo Vuyk Jr. leidt met zijn Piet Hein in een platbodemrace, Hillegersberg, juni 1912. (Revue der Sporten 25-06-1912).
Spartanen, moedig, fier en vrij
Na de eeuwwisseling begint Sparta’s eerste elftal ingrijpend te veranderen, nieuwe spelers zijn Heijbroek, Konert, Boerdam, Jonquière en De Wilde, en vanaf 1902 de legendarische spil-spelmaker ‘Bok’ de Korver. Leo wordt langzamerhand ‘dien ouden trouwen Spartaan’ en ‘den veteraan Vuyk’. Dat wordt van hem gezegd als hij pas 27 is, wat niet alleen laat zien dat hij al lang meedraait, maar ook dat voetbal een sport is van zeer jonge mannen. Na 1905 maakt hij geen deel meer uit van het eerste elftal; het langverbeide kampioenschap in 1909 maakt hij als zodanig niet meer mee.
Ondertussen is hij dan al vereeuwigd in het clublied, dat van vóór de Sparta Mars (Het Sportblad, 15-04-1905):
‘Spartanen, ja, dat zijn ook wij. Spartanen, moedig, fier en vrij.
Wij hebben roemrijk voorgeslacht: Jan Stok en Hasselt voortgebracht.
Reidt, Boomsma, Heybroek, Vuyk en Kit, Ze streden moedig voor ’t rood-wit.
Op dan, Spartanen, om geen slag getreurd: Steeds heeft rood-wit het Hollandsch veld gekleurd.’
Wedstrijdzeiler en voetbalveteraan
Een tweede en opnieuw succesvolle sportcarrière vindt Leo in het wedstrijdzeilen. Met zijn platbodemjacht Piet Hein is hij tussen 1910 en 1916 in zijn klasse een veelwinnaar op de Bergsche en Kralingsche Plassen, het IJ, het Brasemermeer, Alkmaardermeer, waar al niet.
Bij Sparta blijft hij spelen in veteranenelftallen. Ondertussen is vader, inmiddels hoofdcommissaris op bureau Meermanstraat in noord-oost, op zijn eigen manier een lokale sportbekendheid: bij zijn afscheid in juni 1917 wordt hij gehuldigd, zo schrijft het Rotterdamsch Nieuwsblad, als ‘Sparta-vriend, als den man die officieel zorgde dat bij een wedstrijd met duizenden menschen de orde verzekerd was en dan, officieus, zijn plaats nam op de tribune, van alle kanten begroet.‘
Maatschappelijk slaagt Leo als directeur van het Expeditie- en Transportkantoor ‘Spedico’ en als secretaris van de Rotterdamse Graan Expediteursbond, bij Sparta doet hij commissiewerk. Leo Vuyk sr. overlijdt in 1935, Leo Jr. op 14 juli 1939, 62 jaar oud.
Leo Vuyk Jr. leidt met zijn Piet Hein in de wedstrijd om de Beerenwout Cup, Kralingsche Plas, augustus 1910. (Revue der Sporten 03-08-1910)