NieuwVoetbal

Mijn persoonlijke sportgeschiedenis begon op 26 april 1995

Precies dertig jaar geleden was de laatste dag, waarop ik niet bezig was met sportgeschiedenis en sporterfgoed. Het was tegelijk de laatste dag uit het leven van Feyenoorder Bert Heesakker.

Nieuwe Herengracht 111 in Amsterdam in 1923. Ik woonde daar toen nog niet. Via het Stadsarchief Amsterdam

Halverwege de jaren negentig zocht ik naar een geschikt onderwerp om af te studeren. In de jaren daarvoor had ik heel veel actievergaderingen bijgewoond, oneindig veel kruispunten geblokkeerd en enkele malen het Maagdenhuis bezet. Met sport was ik niet bezig.

Ik studeerde Moderne Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Begin 1995 had ik meegedaan aan een onderzoeksgroep van Piet de Rooy naar de geschiedenis van Nederlandse politieke partijen. In mijn geval leidde dat tot een werkstuk naar de Vrijzinnig-Democratische Bond, een links-liberale partij vóór de Tweede Wereldoorlog. Tijdens dat onderzoek had ik veel informatie gevonden over de beginjaren van de VVD, opgericht in 1948. Zo kwam ik op het idee om af te studeren op dit onderwerp. Als ik dat inderdaad had gedaan, was ik nu VVD-historicus geweest, maar dat noodlot is mij bespaard gebleven.

De één zijn end, is de ander zijn content

Verjaardag

Op 26 april 1995 vierde ik mijn 26e verjaardag in mijn studentenkamer aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam. Ergens tussen mijn zevende en veertiende biertje vroeg een vriendin of ik inmiddels een afstudeeronderwerp had, waarop ik vertelde over de VVD.

“Dat moet je niet doen,” zei ze meteen, “want je bent net een half jaar bezig geweest met de geschiedenis van het liberalisme. Je gaat nu de laatste fase in van je studententijd, waarin je nog één keer de tijd hebt om je onder te dompelen in een onderwerp, waar je nu nog helemaal niets van weet. Hierna moet je werken voor een baas en dan kan dat niet meer.” Dat klonk zo overtuigend dat ik mij meteen voornam om niet verder te gaan met onderzoek naar het liberalisme.

Ik verontschuldigde me daarop, want ik moest naar de wc. Pas daar realiseerde ik mij dat ik opeens geen afstudeeronderwerp meer had. Ik kon weer helemaal opnieuw beginnen.

Dat dacht ik tenminste, maar vanuit het niets kwam ik op het idee kwam om historisch onderzoek te doen naar Feyenoord. Heel gek, want daarvoor had ik geen seconde nagedacht over sportgeschiedenis. Toch was dit besluit onherroepelijk. Ik liep terug naar het feest en vertelde dat mijn afstudeerscriptie over Feyenoord moest gaan. “Dat ben je morgen alweer vergeten,” was de eerste reactie, maar dat was dus niet zo. Ik was sporthistoricus geworden.

Bert Heesakker

In de maanden erna spitste mijn onderzoek zich toe op Feyenoord in de jaren dertig en veertig, met name in de Tweede Wereldoorlog. Hoe probeerde een volksclub zich te redden tijdens de economische crisis, de oorlogsdreiging, de bezetting en het naoorlogse herstel? De club heeft me hier enorm bij geholpen, vooral Henk van der Stoep, die bij de amateurs op Varkenoord het archief beheerde. Hij moest wel even wennen aan de gedachte dat een Amsterdammer dat wilde inzien. Toch gaf hij alle informatie, die ik nodig had.

Clubblad De Feijenoorder was één van mijn belangrijkste informatiebronnen, naast de notulen en besluitenlijsten van het clubbestuur. Zo maakte ik kennis met Bert Heesakker, vanaf de jaren twintig ongeveer een halve eeuw lang de hoofdredacteur van het clubblad, óók in de Tweede Wereldoorlog. Via zijn vele geschriften in De Feijenoorder kreeg ik zicht op het verenigingsleven van Feyenoord in oorlogstijd en daarom komt zijn naam ongeveer 200 keer voor in mijn uiteindelijke scriptie Dienaren van het rood-witte koninkrijk. Het grootste deel van mijn informatie was dus rechtstreeks van hem afkomstig, door zijn ogen gezien en door zijn pen opgeschreven.

Eigenlijk had ik zowel over Feyenoord als over Heesakker geschreven, maar tijdens mijn research was het er niet van gekomen om hem zelf op te zoeken. Dat probeerde ik daarom alsnog enkele maanden na mijn afstuderen in december 1996 en sprak hiervoor zijn zoon Ted. Ik was alleen te laat, want enkele maanden voor zijn 100e verjaardag was Bert Heesakker overleden. “Op 26 april 1995,” zei Ted, zelf inmiddels ook al overleden.

Dat was dus exact dezelfde dag dat ik op het idee kwam om af te studeren op het Feyenoord van Heesakker! Alsof hij onderweg van zijn sterfbed naar de voetbalhemel mij eerst nog een heel speciaal cadeau wilde geven: een onderwerp voor mijn afstuderen én het begin van een loopbaan als een sporthistoricus. Zoals een bekend spreekwoord zegt: De één zijn end, is de ander zijn content.

Het estafettestokje van Heesakker

In de herfst van 1996 verscheen mijn scriptie. Sindsdien ben ik de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.

Mijn debuut in boekvorm volgde het jaar daarop met een hoofdstuk in Stadion Feijenoord, het origineel – het gigantische jubileumboek van De Kuip. Dit genre noemen we tegenwoordig een stoeptegel. De titel van mijn verhaal was Het estafettestokje van Heesakker.

Dankzij dat estafettestokje heb ik inmiddels aan zo’n 25 sporthistorische boeken een bijdrage geleverd, zowel eigen werken als verzamelbundels. Het heeft er zelfs toe geleid dat ik onderzoeker werd voor de expositie in het Stadsarchief Amsterdam over 125 jaar Ajax. Ook dáár komt Feyenoord in voor, omdat deze club in 1943 zijn enige thuiswedstrijd speelde in Ajax-stadion De Meer.

Het verjaarscadeau van Heesakker van dertig jaar geleden koester ik daarom. Ik heb het estafettestokje nog steeds in mijn bezit.

Precies dertig jaar geleden was de laatste dag uit het leven van een Feyenoord-icoon. Precies dertig jaar geleden was de laatste dag, dat ik nog niet wist wat ik wilde worden als ik groot was. Daarom nogmaals dank, Bert, dat je onderweg naar de Feyenoordhemel nog even een omweg maakte naar Amsterdam. Sindsdien ben ik elke dag bezig geweest met sportgeschiedenis en sporterfgoed.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.