Na 75 jaar blaast Even Tot Hier de traditie van Hup Holland Hup nieuw leven in
Jeroen Woe en Niels van der Laan schreven zaterdag razendsnel een lied over een wedstrijd van het Nederlands elftal, dat door Lenny Kuhr werd gezongen. In 1947 deden Jan de Cler en Dico van der Meer hetzelfde met Hup Holland Hup.
Jan de Cler, auteur van ‘Hup Holland Hup’. Foto Jac. de Nijs via het Nationaal Archief
De spelers van het Nederlands elftal wisten zelf nog maar net dat ze hadden gewonnen van de Verenigde Staten toen de makers van Even Tot Hier al het lied hadden gemaakt, gezongen door Lenny Kuhr. Het zal geen bewussie zijn geweest, maar precies 75 jaar geleden gebeurde iets vergelijkbaars op de Nederlandse radio.
Niet in zijn hempie
De spreuk Hup Holland was vroeger een gevleugelde uitdrukking bij wedstrijden van het Nederlands elftal. Er zijn al meldingen van in 1919. En in 1926 maakte voetbalbestuurder A.J. Bronkhorst het boek Hup Holland: de Nederlandsche Voetbalbond en al zijne wederwaardigheden sinds de oprichting, een krachtige ontwikkeling na een moeilijk begin, tal van officiële gegevens, volledige tabellen, revue van bekende schrijvers met vele aardige herinneringen – hier lezen.
En dan is er het lied Hup Holland Hup uit 1947, dat Jan de Cler schreef met het bekende refrein:
Hup Holland hup
Laat de leeuw niet in z’n hempie staan
Hup Holland hup
Trek het beestje geen pantoffels aan
Hup Holland hup
Laat je uit ’t veld niet slaan
Want de leeuw op voetbalschoenen
Durft de hele wereld aan
KRO Amusementsorkest
Op 21 september 1947 schreef De Cler samen met Dico van der Meer, in 1951 overleden, meteen na afloop van de interland Nederland – Zwitserland een nieuwe versie, die live op de radio werd uitgevoerd door het KRO Amusementsorkest onder leiding van Klaas van Beeck. De tekst was helemaal aangepast aan het wedstrijdverloop. Van de acht coupletten gingen er vier over de eerste helft en vier over de tweede helft. Het refrein was altijd hetzelfde.
En dit was in 1947 het eerste couplet:
We vulden met het legioen het stampvol stadion.
We hadden lak aan regen op het natgeplensd beton
Want Holland zou zich meten met de club van Willem Tell
Lasalle blies op een endje fluit en toen begon het spel;
Amado gaf de aftrap en de bal ging aan de rol
En weldra riep het legioen van voetbalgeestdrift vol
Waarna het refrein werd ingezet.
“Wij zijn het als een grapje begonnen,” zei De Cler in 1950, “en hebben hemel en aarde moeten bewegen.” Het werd zo’n enorm succes dat het daarna jarenlang bij elke wedstrijd van Oranje opnieuw gebeurde. De Cler werd zo ‘doodgewoon beroemd’, schreef het Limburgsch Dagblad treffend.
Spannend
Voor Jeroen Woe en Niels van der Laan van Even Tot Hier was het zaterdag tot de laatste seconde spannend of het allemaal zou lukken. Zo ging het ook bij Jan de Cler, blijkt uit een ooggetuigenverslag in de Telegraaf tijdens het radioverslag van Frankrijk – Nederland. ‘In de regelkamer van de K.R.O.-studio kon men zondagmiddag de spanning snijden, want daar werd het in dichtvorm gemaakt, van Hup Holland Hup, laat de leeuw niet in zijn hempie staan.´
Het hele team was in opperste concentratie. ‘Het werd daar bij de K.R.O. minstens zo spannend als in Parijs toen kort voor de rust twee doelpunten achter elkaar werden gemaakt.’ Met behulp van een chronometer werd in drie minuten het laatste couplet geschreven. ‘De rode lamp gloeide aan voor het cabaretverslag van vier coupletten. En in de tweede helft ging het net zo.’
Na afloop vielen de schrijvers uitgeput in hun stoelen. “Weet je, da’s nou de zevende wedstrijd. Maar het maakt ons minstens zo moe als de lui van het Nederlands elftal.”
In 1964 werd De Cler huisarts en had hij het te druk om zich nog met het Nederlands elftal te bemoeien.
Eén massaal geluid
Hier is nog één complete tekst, die meteen na Nederland – België werd gemaakt. Het staat vol verwijzingen naar namen en begrippen, die wij niet kennen, maar het laat goed zien wat de schrijvers in korte tijd voor elkaar kregen.
De lange tijd van wachten is dan eindelijk voorbij.
De onzen en de Belzen staan heel netjes op een rij.
Eerst klinkt ons beider volkslied en dan klinkt ons aller fluit,
En weldra loeit het stadion van één massaal geluid.
De onzen trappen at, maar ’t intresseert de bal geen bal,
Per saldo kan het hem niet schelen wie d’r winnen zal.
Refrein
De eerste paar minuten was er niet zo veel te doen.
Het eerste schot, al was ’t geen goal, kwam van een Belzeschoen.
Maar Schaap, die niet zo mak was, gaf de bal aan Lenstra door.
Maar ja, helaas, d’r zat een lat, dus ging de goal niet door.
Terlouw, die iets te lauw was, gaf de Bels een cornerkans,
We hielden onze adem in, maar België kreeg lau sjans.
De onzen liepen heel vaak in, maar rekenden verkeerd.
Je weet nu eenmaal, dat je ’n dame niet zo gauw passeert.
’t Was vijftien jaar geleden, dat de Bels voor ’t laatste won.
Dus bijten ze hun tanden en zijn feller dan de zon.
Maar Rijvers gaf naar Engelsman, een pass, een run, een schot
En ’t hele stadion schreeuwde zich de kelen haast kapot.
Refrein
En vlak daarop kreeg Wilkes wielkes, rolde naar het doel.
Maar Daemen hield hem vast. Die zat niet rustig op zijn stoel
Wij hielden steeds de koppen hoog, zo zelfs dat Schijvenaar
Met Mermans in conflict kwam, met de kop tegen elkaar.
De bal ging als een pontje heen en weder over ’t veld.
’t Publiek ging als een gek te keer; ’t wou waarde voor zijn geld.
Maar vier minuten voor de rust, zei België: kom op
Dus Mermans ging Terlouw voorbij en scoorde met zijn kop.
Dat gaat wel goed, dacht Mermans, nou gewicht op de balans.
Maar Nederland vocht als een leeuw en gaf geen schijn van kans.
Toen klonk als een bevrijding van de referee de fluit.
En ’t hele stadion haald’uit volle borst nog eenmaal uit:
Refrein
Pal na de rust verloor Devroet van Steenlandt een duel
En met een tweede doelpunt kwam de leeuw vies in de knel
De Belgen zetten op als duivels. Lenstra dacht: da’s mis
En liep drie Belgen glad voorbij, behendig als een vis.
De Bels brak in het eerst kwartier na rust geweldig door
Al zette ook de Nederlandse leeuw behoorlijk voor.
Na rust, al werd er wel gespeeld, gebeurde er niet veel.
D’r was wel wat te kijken, maar ’t was niet sensationeel.
Maar plotseling, daar kwam de Bels, Van Steenlandt gaf een schot.
Het doel was leeg, toch schoot hij naast, geen goaltje in de pot.
Maar Schaap was door de wol geverfd, gaf door aan Lenstra’s voet.
Drie man staan vrij! Wie zal het doen? Hup, Lenstra!Goal 1 Hij’s goed.
Refrein
De Belzeduivel wreef zijn baard. Hij gaf de strijd niet op.
Dus Mermans brak eens door. Een schot.’Maar nee, de paal zei stop.
’t Werd spannender en spannender. De Belg was lang niet gek,
Pagano brak in ’t hokje in ’t relaas zowat zijn nek.
Ze zaten op het veld elkaar geweldig op de huid
En Bels of niet, het stadion schreeuwde zich de kelen uit
Thirifays kreeg plots van Mermans weer een kans als wat.
’t Was mis. Gelukkig zit er aan een doel nog steeds een lat.
We kropen door een naalde-oog, het was mirakuleus
En zetten zelf weer op, al gaf de Belg ons niet veel keus.
Al was de stand dan ook gelijk, we houden goede moed.
Zo lang de leeuw supporters heeft gaat altijd alles goed.
Refrein