Na de Februaristaking moest verzetsleider en voetballer Gerben Wagenaar onderduiken
Op 25 en 26 februari 1941 was de Februaristaking, onder meer geleid door Gerben Wagenaar uit Amsterdam Noord. Hij was een bekende voetballer bij de Volewijckers, maar moest onderduiken vanwege zijn verzetswerk.
Gerben Wagenaar in 1966 als coach van De Volewijckers. Foto Pieter Jongerhuis via het Nationaal Archief
In april 1946 sprak het communistische dagblad De Waarheid met Gerben Wagenaar, sinds enkele maanden parlementariër van de CPN. Het gesprek ging onder meer over de Februaristaking, die op 25 februari 1941 begon uit protest tegen de razzia’s onder de Amsterdamse Joden.
‘Gerben Wagenaar spreekt niet graag over zichzelf,’ aldus het dagblad. ‘Hij vindt het het prettigst om met rust te worden gelaten en zelfs een verslaggever van De Waarheid heeft er grote moeite mee om iets uit hem te krijgen, als het om hem persoonlijk gaat. Iets anders is het wanneer hij over de opbouw van ons land kan spreken.’
Onderduik
Een week na de capitulatie begon Wagenaar met zijn verzetsactiviteiten, hoorde de journalist. ‘Hij vertelt dan hoe hij in de stakingsleiding zat in Februari 1941, en hoe hij na die dagen de opdracht kreeg van de Partijleiding om de, door de eerste golf van terreur, verbroken verbindingen in Amsterdam weer te herstellen. Dit was een zware taak en het gevolg was, dat bijna alle Amsterdamse partijgenoten hem kenden.’ Daarom werd hij verantwoordelijk voor de Militaire Commando’s, reden om onder te duiken.
‘Tenslotte’, zo voegde het dagblad er nog trots aan toe. ‘Gerben was tot aan zijn onderduiktijd een verwoed voetballer. Op zijn 17e speelde hij al in Volewijckers 1, toenmaals een derde-klasclub. Hij heeft nog geholpen zijn verenging naar de tweede klas te brengen.’
Dat klopt wel ongeveer met de voetbalverslagen in de kranten in 1941, waar de speler van De Volewijckers regelmatig werd genoemd. ‘Gerben Wagenaar zwoegde weer dat het een lust was waarbij hij echter geen moment zijn techniek en hersenwerk verzuimde,’ schreef Het Volk op 3 november 1941. Kort daarna verdween Wagenaar bij de club en daarmee van de sportpagina’s.
Jaap van der Leck was in die tijd de coach van De Volewijckers. “Op een goede dag bleek mijn linkshalf, Gerben Wagenaar, plotseling verdwenen,” zei hij in 1985 in Het Parool. “Toen hoorde ik dat hij in het verzet zat. Maar zijn broer Douwe bleef aan als voorzitter. Later in de oorlog ben ik Gerben nog eens toevallig tegengekomen in Utrecht. Ik schrok mij rot. Dan denk je bij jezelf: goh, als die moffen dat nu eens zouden weten dat hier die Gerben Wagenaar zo maar rondloopt. Hij kwam op mij af en zei: Het gaat goed met Volewijckers, hè?”
Verkiezingen
Tijdens de verkiezingen van 1946 werd dit voetbalverleden gebruikt door de CPN tijdens de campagne. Vlak voor aanvang van de interland Nederland – België in het Olympisch Stadion werden er onder de toeschouwers pamfletten verspreid, waarin de sportieve kant van hun kandidaat werd benoemd. ‘Drie geluidswagens trokken de aandacht van vele duizenden,’ schreef De Waarheid’. ‘Gedreven door de wind fladderden de verkiezingspamfletten neer op de massa en als een bepaalde windstoot nogal sterk was, dwarrelden de biljetten zelfs tot binnen de muren van Wils’ schepping,’ verwijzend naar Jan Wils, de architect van het Olympisch Stadion.
In 1958 brak Wagenaar met de CPN na een politiek conflict om zich na een aantal stille jaren weer bij zijn geliefde club te melden. In 1965 werd hij manager, wat hij tot en met 1967 heeft gedaan.