Na de historische overwinning van Ajax op Liverpool in 1966 kregen alle spelers een extra premie van vijftien gulden
De internationale doorbraak van Ajax was in de Europa Cup 1 van 1966 toen Liverpool met 5-1 werd verslagen. Een dag later besprak het Ajax-bestuur of ze de spelers extra zouden belonen.
Liverpool – Ajax, foto Ron Kroon via het Nationaal Archief
Op 7 december 1966 was in het Olympisch Stadion de legendarische voetbalwedstrijd tussen Ajax en Liverpool – bekend als De Mistwedstrijd. Het is één van de hoogtepunten uit de Nederlandse sportgeschiedenis, want Ajax won met maar liefst 5-1.
Niet dat iemand het had gezien, want door een extreme mist was het vanaf het veld al onmogelijk om de ontwikkelingen te volgen, laat staan vanaf de tribune. Het betekende wel de internationale doorbraak van Ajax en daarmee van spelers als Johan Cruijff en Sjaak Swart, al helemaal toen Ajax in de tweede wedstrijd gelijkspeelde en daarmee Liverpool had uitgeschakeld.
Vergadering
Een dag later, op 8 december, was er een extra bestuursvergadering, waarvan de notulen worden bewaard bij het Stadsarchief Amsterdam. Voorzitter Jaap van Praag feliciteerde allereerst de aanwezigen met de overwinning op Liverpool, waarna hij de reden voor deze bijeenkomst toelichtte. ‘Hij heeft het bestuur in vergadering bijeen geroepen, vanwege de dikke mist van gisteren.’
Van Praag was bang dat zoiets opnieuw zou gebeuren tijdens de reis naar Liverpool voor de tweede wedstrijd. ‘Wij kunnen en mogen niet het risico nemen dat a.s. dinsdag, wanneer wij naar Liverpool moeten, er een zo dichte mist is dat wij niet per vliegtuig kunnen reizen.’ Hij vroeg zich daarom af of er een alternatief mogelijk was, vooral om de conditie van de spelers niet nodeloos te belasten.
‘Hij stelt daarom voor dat wij maandagnacht 10.00 uur met het chartervliegtuig naar Liverpool gaan en vandaar met een bus naar het badplaatsje Southport. Dinsdag gaan wij zo tijdig naar Liverpool.’ Dit voorstel werd met algemene stemmen aangenomen.
Premie
Daarna besprak de voorzitter een idee om de spelers allemaal een extra-premie te geven, ‘in verband met de grote overwinning’. De financiële commissie leek dit wel een goed idee.
Het bestuur was wat aarzelend, ‘daar wij juist in het recente verleden er toe besloten hebben genomen om niet meer van de contractuele bepalingen af te wijken.’ Toch waren de aanwezigen het erover eens dat er wel iets moest gebeuren.
En zo werd besloten om alle spelers ongeveer tien (10!) gulden extra zakgeld te geven, ‘zodat zij iets voor hun echtgenote of verloofde kunnen kopen’.
Rijdens het verblijf van Ajax in Liverpool kregen alle spelers inderdaad extra zakgeld. En dan geen tien gulden, maar zelfs vijftien (15!) gulden per speler. Sportgeschiedenis mag wat kosten, nietwaar?