Kampioensfeest van ADO
Voetbal

Nee! Joop Eversteijn van ADO was geen NSB-er

Oud-voetballer Joop Eversteijn is op 92-jarige leeftijd overleden. Met ADO werd hij in 1942 en 1943 kampioen van Nederland. Helaas heeft zijn club de naam gekregen een NSB-club te zijn geweest – volkomen onterecht. Desondanks wordt deze onwaarheid regelmatig opnieuw rondgepompt.

In 2009 werd in het Amsterdamse Verzetsmuseum een tentoonstelling geopend over voetbal in de Tweede Wereldoorlog. ADO werd hierbij opgenomen in het hoofdstukje over collaboratie, omdat spits Gerrit Vreken door een reeks aan omstandigheden sympathiserend NSB-lid was geworden. Vooral hierdoor kreeg de club de naam een NSB-club te zijn geweest – tot in onze eeuw toe.

(Wat blijkt trouwens tijdens het schrijven van dit artikel? Vreken is eerder dit jaar overleden, zonder dat dit verder in het nieuws is geweest.)

Alhoewel er in de tentoonstelling in het Verzetsmuseum enkele bezwaren werden opgenomen tegen de bewering dat ADO ‘fout’ was, werd hiermee opnieuw het beeld neergezet dat de Hagenezen met de NSB hadden geheuld – in ieder geval een belangrijk deel hiervan.

Het Algemeen Dagblad schreef bijvoorbeeld vanwege deze expositie: ‘Het voetbal in de Tweede Wereldoorlog werd een afspiegeling van de Nederlandse samenleving onder Duitse laars. Zo gold ADO als een collaboratie-club, omdat het team een aantal leden van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) telde. Volewijckers stond bekend als verzetsclub. Van de broers Gerben en Douwe Wagenaar speelde de eerste een belangrijke rol in het verzet.’

Waarom zou je tenslotte verder onderzoek doen als ook een gezaghebbend instituut als het Verzetsmuseum dit beeld neerzet?

Voetbal ADO. De ADO supporters hebben hun landskampioen een kampioensvlag aangeb…
Kampioen in 1942. Volgens de beschrijving staat Joop Eversteijn in licht pak op de voorste rij, boven de letters A en D. Broer Piet staat links van hem. Foto Nationaal Archief
Het verschil tussen een stukjesschrijver en een onderzoeker

Enkele dagen later plaatste dezelfde krant overigens nog enkele nuanceringen, maar als het over ADO gaat, komt hoe dan ook de NSB weer om de hoek kijken. Daarbij wordt dan nooit de vraag gesteld of deze club zich inderdaad wezenlijk heeft onderscheiden van de Nederlandse samenleving in oorlogstijd in het algemeen, en van het nationale voetbal in het bijzonder.

De volgende vragen zouden dan moeten worden gesteld. Waren er bij ADO meer of minder mensen betrokken bij de NSB dan bij andere voetbalclubs? Waren er bij ADO meer of minder mensen betrokken bij de NSB dan in de rest van de Nederlandse samenleving? Zo ja: waarom? Zo nee: waarom niet? En welke grote historische processen uit de oorlog vinden we terug bij ADO en welke juist niet? Kortom: pak het eens een keer goed aan.

Dus niet van incidentje naar incidentje rollen met zo nu en dan een karaktermoord, maar fundamenteel en diepgravend onderzoek verrichten om het voetbal in oorlogstjid, en daarmee dus ook ADO, in een grotere historische en maatschappelijke context te plaatsen. Voor een stukjesschrijver op de sportredactie is dat misschien teveel gevraagd, maar van het Verzetsmuseum mogen we dit wel verwachten.

Unieke sportprestatie

Hoe dan ook: ADO-spelers en betrokkenen uit die tijd moeten zich door dergelijk gebrek aan onderzoek altijd maar weer verdedigen tegenover onterechte beschuldigingen.

En daarmee moest Joop Eversteijn ongetwijfeld ook zijn hele leven omgaan. Hij zat tenslotte in het team, dat zowel in 1942 als 1943 kampioen van Nederland werd. Een unieke prestatie, want in die zeventig jaar daarna is het geen enkele Nederlandse voetbalclub buiten de traditionele Top Drie meer gelukt om twee keer achter elkaar landskampioen te worden. Clubs als AZ, Twente, Sparta, Willem II en Limburgia zijn er wel eens in geslaagd om eenmalig de hegemonie van Ajax, Feyenoord en PSV te doorbreken, maar ADO deed dat als enige in zeventig jaar twéé keer op rij.

Joop Eversteijn speelde in dat legendarische team overigens samen met zijn broer Piet. “Iedere week zaten er dertienduizend toeschouwers in het Zuiderpark”, zei Piet Eversteijn hierover in 2004 tegen NOS Langs De Lijn.

Over Joop schrijft de website van ADO Den Haag nu in een necrologie: ‘Zijn hoogtepunt was ongetwijfeld het doelpunt, dat hij op 21 juni 1942 maakte tijdens ADO-AGOVV. Met een kopbal à la Bep Bakhuijs bracht hij ADO op een voorsprong van 3-2 en wees daarmee de ploeg richting de zege van 5-2 en het eerste landskampioenschap. Deze actie is feilloos op beeld en film vastgelegd.’

En dat klopt, zien we op bijna één minuut van de gemaakte opname als Eversteijn naar de bal zweeft en met het hoofd beroerd – een echte kopbal à la Bep Bakhuijs!

 

Aa-Dee-Oo, zoals de commentator opmerkte, tegen AGOVV voor de kampioenscompetitie van 1942. Met Eversteijn als uitsmijter.
Twee keer won Eversteijn dus de nationale titel om in de zeventig jaar daarna veelvuldig te moeten horen dat hij speelde voor “die NSB-club”. Een gebrek aan kennis en oprechte belangstelling voor het onderwerp – laten we het daar maar op houden.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.