NieuwVoetbal

Niemand weet waar de oude KNVB-beker is gebleven en daarom worden er replica’s gemaakt

De huidige KNVB-beker stond lang bekend als de Holdertbeker, vernoemd naar Hak Holdert. Tot 1948 ontving de winnaar een andere trofee dan de huidige dennenappel. Op 17 september worden op de Wageningse Berg replica’s uitgereikt van die oude beker.

De spelers van HFC uit Haarlem in 1913 na het winnen van de Holdertbeker, zoals die toen nog heette. Van deze trofee worden replica’s gemaakt. Foto via het Noord-Hollands Archief

De geschiedenis van de huidige TOTO KNVB Beker gaat terug naar 22 december 1893 naar een idee van Hak Holdert, in die tijd de penningmeester van de Amsterdamse voetbalclub R.A.P. Hij stelde een bronzen beeld beschikbaar voor de winnaar van een bekercompetitie, naar voorbeeld van de Engelse F.A. Cup.

Eén van de redenen voor zo’n bekercompetitie was het organiseren van wedstrijden, waarbij ploegen uit het hele land via een lotingsysteem tegen elkaar konden spelen. In die tijd speelden clubs alleen nog in competities in de eigen regio en zouden zo dus kennis kunnen maken met voetballers uit de rest van het land. Met deze nieuwe prijs moest er een nationaal voetbalgevoel worden ontwikkeld.

In februari 1894 werden de eerste bekerwedstrijd gespeeld, waarna er bij gebrek aan belangstelling geen vervolg meer aan werd gegeven. Er was aan het einde van het seizoen daarom geen bekerwinnaar.

Op 15 januari 1898 bood Holdert opnieuw een trofee aan, wat het NVB-bestuur (de K is sinds 1929) aanvaardde onder de naam Holdertbeker. De eerste wedstrijden waren op 27 november 1898. Dit seizoen werd op 7 mei 1899 wél afgerond tijdens de finale tussen RAP en HVV, die door RAP werd gewonnen, nota bene de club van Holdert. De naamgever werd in 1902 eigenaar van de Telegraaf met Kick Schröder als hoofdredacteur, in 1899 als RAP-aanvoerder nog winnaar van de eerste editie.

Holdertbeker

In die beginjaren van de bekercompetitie was het gangbaar om te spreken over de Holdertbeker, maar uit analyses van het digitale krantenarchief Delpher blijkt dat dit al snel weer afnam. Al ruim vóór de Tweede Wereldoorlog werd er steeds vaker gesproken over de NVB-beker, sinds 1929 de KNVB-beker – of een variant daarvan. Zoals de Haagsche Courant in 1915 (!) schreef: ‘Gister is dan weer het seizoen aangevangen met de wedstrijden om den Holdertbeker, nu ook wel eens deftiglijk Ned. Voetbalbond-beker genoemd.’

Vooral in de jaren 30 sprak bijna niemand nog over de Holdertbeker, wat twee redenen had. Ten eerste was het bekertoernooi weinig populair, zodat er ook niet veel over werd geschreven. De journalistieke en publieke belangstelling ging vooral naar het competitievoetbal en sinds 1905 de wedstrijden van het Nederlands elftal. In de jaren 20 werden vier jaargangen niet eens gespeeld of afgerond.  Alleen in de Eerste Wereldoorlog was er een korte opleving van het bekertoernooi als compensatie voor het wegvallen van de internationale sport.

De trofee zelf werd wél gehandhaafd, de voorloper van de huidige dennenappel, zoals de bijnaam is van deze loeizware beker. Daarin kwam pas na de Tweede Wereldoorlog verandering.

KNVB-voorzitter Karel Lotsy reikt de KNVB-beker van 1948 uit aan Wageningen, de eerste keer volgens de nieuwe opzet. Foto Ben Merk via het Nationaal Archief

De Tweede Wereldoorlog

Er bestaat een misverstand dat de KNVB in 1946 koos voor een andere naam van de bekercompetitie vanwege het oorlogsgedrag van Hak Holdert als eigenaar van de Telegraaf. Dat is niet waar, bleek hierboven al. Sterker nog: Holdert zélf stelde in 1915 voor om zijn naam niet meer te gebruiken, zo schreef het Nieuws van den Dag. ‘We doen het dus voor de laatste maal,’ aldus de krant, die – en dat is hier heel belangrijk – óók eigendom was van Holdert. Het Nieuws van der Dag citeerde hier dus zijn eigen baas. De exacte reden van dit verzoek werd er niet bij gezet, maar het is zeer aannemelijk dat de naamgever teleurgesteld was over de kwakkelende ontwikkeling van zijn geesteskind en dat hij er daarom niet meer mee geassocieerd wilde worden.

En dan was er volgens het gezaghebbende tijdschrift Sport in Beeld / De revue der sporten in 1943 nog een probleem met de verwijzing naar Holdert, sinds 1902 één van de belangrijkste mediapersoonlijkheden van ons land als eigenaar van de Telegraaf. Vanwege die link tussen het dagblad en het toernooi oordeelde de voetbalbond dat er zo reclame werd gemaakt voor een commercieel bedrijf. ‘De Holdert-beker moest daarom N.V.B.-beker worden.’

Helaas meldt deze bron niet wanneer dit besluit werd genomen, maar dat moet ergens in de Eerste Wereldoorlog zijn gebeurd. Dat dit aannemelijk is, blijkt uit het boek Hup Holland van A.J. Bronkhorst uit 1926, waarin staat dat het bondsbestuur (BB) begin vorige eeuw principieel tegenstander was van zulke commerciële banden: ‘Bekers en andere prijzen werden aangeboden, waartegen het Nederlandsch elftal de reclame tot stand zou moeten brengen, die de betreffende firma’s begeerden. Het spreekt vanzelf, dat, hoe aanlokkelijk dikwijls deze aanbiedingen ook waren, het B.B. nimmer eraan gedacht heeft, ooit daartoe zijne medewerking te verleenen.’

Misverstand

Een simpele naamsverwarring lijkt een belangrijke reden voor het misverstand dat de naamswijziging van de Holdertbeker te maken heeft met het oorlogsgedrag van de Telegraaf. Wegens collaboratie mocht die krant na de oorlog vier jaar lang niet verschijnen.

De voetbalbeker was vernoemd naar de oude Hak Holdert, overleden in 1944. Zijn zoon Hakkie (of kleine Hak) was fanatiek lid van de SS en NSB en nam na de dood van zijn vader het bedrijf over. Vanwege zijn verregaande collaboratie werd kleine Hak zwaar gestraft door zowel de Commissie voor de Perszuivering als de Bijzondere Rechtspleging.

Ook oude Hak was altijd een zeer onaangenaam persoon geweest, vooral in de ogen van zijn ontelbare vijanden, over wiens gedrag na de oorlog daarom een fel postuum debat werd gevoerd over zijn samenwerking met de Duitsers. Het is wel belangrijk om deze twee personen uit elkaar te houden, zeker als het gaat om de Holdertbeker. De ene Hak was de andere niet.

Het beste bewijs dat er géén verband is tussen de naamswijziging van het bekertoernooi en de houding van de Telegraaf in de oorlog is een artikel in het communistische dagblad De Waarheid op 9 december 1946 over de geschiedenis van het bekervoetbal. Ook daarin werd opgemerkt dat de naam Holdertbeker al lange tijd was verdwenen, waarbij er verder geen enkel woord werd besteed aan de oorlogstijd. De Waarheid zou dit als verzetskrant zeker hebben gedaan als het gedrag van Holdert inderdaad had geleid tot die naamswijziging. De Waarheid, in die tijd de grootste krant van Nederland, was een grote politieke vijand van de Telegraaf en zou geen enkele kans hebben laten liggen om die nog wat verder de grond in te schrijven.

De voetbalbeker in de Tweede Wereldoorlog

De bekerfinale van 1939 was de laatste in vier jaar, want pas in 1943 werd deze traditie hervat. De laatste winnaar in vredestijd was zo WVV Wageningen, die de trofee ontving, zoals die sinds 1899 bestond. Bij de Duitse inval in mei 1940 werd deze club zwaar getroffen, maar door een wonder werd de trofee teruggevonden tussen de ruïnes.

In 1941 stelde de Algemene Nederlandse Voetbalvereniging De Zwaluwen een nieuwe beker beschikbaar, zo schreef het Parool in 1946, nu bekend als de dennenappel. Deze vereniging was geen normale club, maar stelde zich ten doel ‘het Nederlandse voetbalspel te bevorderen door veredeling van zijn hoedanigheid’. Bij de edities van 1943 en 1944 werd desondanks nog steeds de oude beker uitgereikt, zoals sinds 1899 was gebeurd.

Er wordt nu wel eens met verbazing teruggekeken op het handhaven van het voetbal in de oorlogsjaren, maar dat gebeurde vooral om het dagelijks leven zoveel mogelijk in stand te houden. De Telegraaf schreef dat in 1943 heel mooi op: ‘Op het zonnige sportveld vergeet men de dagelijksche zorgen. Meer zelfs — men put er wat levensvreugde voor de komende week. Dat is het groote voordeel dat de sport in dezen tijd biedt, zelfs aan hen — helaas nog het grootste deel — die slechts toekijken. Niet iedereen beschikt over de innerlijke rust of bezit de belangstelling een boek ter hand te nemen, niet iedereen voelt er voor naar een mooi radioconcert te luisteren, waarop de distributie ons vergast. Hoeveel aanlokkelijker is het voor diegenen naar het sportveld te stappen en er te genieten van dat kleurige, levendige schouwspel, dat een voetbalwedstrijd zoo dikwijls biedt. De voetbalsport volbrengt op dit punt een zending.’

De nieuwe beker

Vereniging De Zwaluwen stelde dus een nieuwe beker beschikbaar, de opvolger van de variant tot 1948. Een zeer waarschijnlijke reden voor een andere opzet van het bekervoetbal met een nieuwe trofee is de fusie van alle verzuilde voetbalbonden in 1940 tot de huidige KNVB (in de oorlog trouwens nog als NVB). Vooral het katholieke voetbal was heel groot in de jaren 30, waardoor er opeens heel veel nieuwe clubs zich mochten inschrijven voor dit toernooi. Een nieuwe opzet ligt dan voor de hand, maar door de groeiende chaos in de oorlog kon dat voornemen niet worden uitgevoerd. Er kwam in ieder geval nog geen nieuwe trofee, bleek hierboven al.

Op 7 december 1946 was er bij een zitting van het Voetbalparlement van de KNVB de officiële overdracht van de nieuwe KNVB-beker. Namens de Zwaluwen overhandigde de heer Mundt ‘een enormen fraaien beker’. Tijdschrift Sportkroniek schreef in 1947: ‘De Zwaluwen kreeg (..) een aardig kassaldo, waarvan het onder meer dezer dagen een flink bedrag heeft besteed voor het aanschaffen van een prachtigen zilveren beker, dien men aan den K.N.V.B. heeft aangeboden.’

Pas in 1948 werd weer een complete bekercompetitie afgerond, zodat de nieuwe zilveren beker in dat jaar voor de eerste keer werd uitgereikt aan WVV Wageningen, die daarmee zowel de laatste winnaar vóór de Tweede Wereldoorlog was als de eerste daarna.

De oude KNVB-beker vóór 1948 is nooit meer gevonden en dat is de reden waarom er nu replica’s worden gemaakt. Op 17 september worden die overhandigd aan de winnaars van 1899 tot en met 1944.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.