NieuwVoetbal

Op 13 maart 1941 werd sportbestuurder Joop Eijl doodgeschoten als één van de organisatoren van de Februaristaking

Joop Eijl was in 1941 was één van de organisatoren van de Februaristaking. Hij werd daarvoor opgepakt en doodgeschoten. Eijl was ook betrokken bij de communistische sportbeweging. Jan Campert legde hem vast in zijn beroemde oorlogsgedicht.

Joop Eijl, foto Public Domain via Wikicommons

Dagblad De Waarheid sprak in 1978 met Tonie Klomp, die ook betrokken was bij de Februaristaking. Klomp kende Joop Eijl – vaak geschreven als Eyl – erg goed. “Hij was een vrije jongen, die dag en nacht actief was voor de partij en vaak bij ons thuis at. Hij was magazijnbediende en al in de twintiger jaren heel actief in de vakbeweging, in de algemene bond van handels- en kantoorbedienden.”

Naast zijn politieke werk was Eijl een sportman. Zelf had hij gespeeld bij voetbalvereniging TDC, die in 1937 overigens al werd opgeheven. Ook was hij bestuurder van de Rode Sport Eenheid, een communistische sportkoepel met vooral veel werkloze sporters. Hun wedstrijden waren altijd ondergeschikt aan de dagelijkse politieke strijd en stonden bol van internationale steunverklaringen.

In de zomer van 1933 bijvoorbeeld was het woonadres van Eijl één van de verkooppunten voor een serie voetbalwedstrijden tussen Nederlandse en Weense communisten, onderdeel van een Antifascistische Massa-Sportdag. Er werd gespeeld op het terrein van TDC – de club die net was overgestapt vanuit de Amsterdamsche Voetbalbond naar de Rode Sport Eenheid.

‘Het terrein van T.D.C.,’ legde dagblad De Tribune uit, ‘ligt aan den Schellingwouderdijk, bij de Oranjesluizen. Men kan het bereiken met alle trams, die naar het Centraal Station gaan. Met een overstapje komt men var de tram op het bootje naar Nieuwendam, dat aanlegt aan de De Ruyterkade, achter het C.S. Van de Indische buurt uit is het terrein mooi te voet of per fiets te bereiken over den Zeeburgerdijk.’

Strijd

Al jaren voor de Tweede Wereldoorlog gebruikte deze communistische organisatie de sport als voorbereiding op de strijd tegen het nazisme en fascisme. In haar ogen waren het juist deze politieke stromingen die de internationale sport ondergeschikt maakten aan hun gewelddadige ideologie, zoals de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn.

‘Meer dan ooit zullen wij als sporters ons in de strijd moeten plaatsen,’ schreef de RSE in mei 1935. Ook toen was Eijl betrokken bij deze sportkoepel.

Het spreekt dan eigenlijk voor zich dat hij in bezettingstijd had meegeholpen aan de organisatie van de Februaristaking “We hadden Joop op de middag van de 25ste nog gezien achter de Dam,” aldus Klomp, “toen één van de grote demonstraties die vanuit de Jordaan optrokken door de nazi’s uit elkaar gejaagd was. Hij was die hele dag uiterst actief bezig geweest en wij waarschuwden hem om voorzichtig te zijn. Hij lachte echter om onze bezorgdheid: ‘Wat een geweldige staking, wat een dag!’, zo zei hij.”

De volgende dag werd hij opgepakt, waarna hij op 13 maart 1941 werd gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte, na een verblijf in het Oranjehotel en de strafgevangenis in Scheveningen. Jan Campert legde Eijl vast in zijn gedicht Het lied der achttien dooden. In Schiedam en Amsterdam zijn straten naar hem vernoemd.

Zijn naam staat niet op het KNVB-monument, maar is inmiddels wel toegevoegd aan het Voetbalmonument.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.