NieuwVoetbal

Op bezoek bij Jan ‘Pick’ Hisgen, de voetballer die 125 jaar geleden de eerste bekerfinale besliste

Op 7 mei 1899 werd voor de eerste keer de finale gespeeld van de KNVB-beker, zoals dat toernooi nu heet. Precies 125 jaar later plaatst Sportgeschiedenis een interview met Jan Pick Hisgen, de man die toen het enige doelpunt maakte.

Foto’s via Sportief

De Amsterdamse voetbalclub RAP heerste in de beginjaren van het Nederlandse voetbal. Het was landskampioen in zowel 1898 als 1899. En dan won het precies 125 jaar geleden ook nog eens de eerste bekerfinale, tegen HVV uit Den Haag. RAP was daarmee ook de eerste Nederlandse voetbalclub, die de dubbel had gewonnen: het landskampioenschap en de beker in één jaar.

Pick Hisgen maakte in die bekerfinale het enige doelpunt. Op 31 januari 1947 kreeg hij bezoek van P.J. Linder van het tijdschrift Sportief. Sportgeschiedenis plaatst dat gesprek opnieuw.

Waar zijn ze gebleven? 

Een telefoontje: „Mijnheer Hisgen, kunt u mij aan wat namen helpen van personen, die op een foto voorkomen van het kampioenselftal van R.A.P.? De foto dateert uit het jaar 1899!”

En prompt kwam het antwoord: „Kom maar eens een bezoek afsteken!”

En zo zat ik dan onlangs tegenover Hisgen, eens vermaard voetballer en groot all-round cricketer, die urenlang vertelde over de oertijden van het Nederlands voetbal, over de allereerste wedstrijden om het kampioenschap van Nederland, toen R.A.P. uit Amsterdam tegen het Arnhemse Vitesse in het krijt trad, over wedstrijden tegen de Prinses Wilhelmina uit Enschede en over zovele talrijke door hem beleefde sportevenementen.

Op 9 mei, Hemelvaart, spelen RAP en de Koninklijke HVV een replay van de eerste bekerfinale. Meer info hier

Deze krasse sportveteraan, die de leeftijd der „sterken” reeds bereikt heeft, doch in wien men hoogstens een zestiger ziet, is de laatste overlevende van het Amsterdamse Driemanschap op voetbal- en cricket gebied, (J. C. Schröder, F. J. W. Rineker en J. H. Hisgen) die nimmer met hun juiste voornamen werden aangesproken, daar zij naar de bijnamen van Kick, Top en  Piek luisterden!

Was “Kick” Schröder de rijzige, athletische en vitale krachtfiguur; “Top” Rincker de lakonieke, goedmoedige sportman, “Piek” Hisgen, de „kleine” was groot èn als voetballer èn als cricketer.

Het is nu zowat een halve eeuw geleden dat de Oostelijke 1e klasse tot stand kwam en één seizoen later werd besloten, dat de kampioenen van het Westen en het Oosten elkaar éénmaal op onzijdig terrein om de eretitel zouden bekampen. Deze historische ontmoeting tussen de beide kampioenen: R.A.P. en Vitesse had op 24 April 1898 te Utrecht plaats en werd door de Amsterdammers met 4—2 gewonnen. In die overwinning had Hisgen door z’n geestdriftig spel een groot aandeel, doch de altijd zo bescheiden gebleven sportman maakte hier weinig ophef van.

„Niet alleen aan een paar Oostelijke clubs hadden we de handen vol, doch ook clubs als H.V.V., H.F.C. en Sparta speelden omstreeks de eeuwwisseling even goed, zo niet beter dan R.A.P.”

„Zeker”, zo gaat Hisgen verder, „het voetbalspel hier te lande was nog maar juist de kinderschoenen ontwassen en de velden konden een vergelijking met die van heden niet doorstaan. Er werd „hard” gevoetbald daar op oud-Roosenburgh, de Maliebaan, waar H.V.V. speelde en het oude Schuttersveld te Rotterdam, waar Sparta z’n tenten had opgeslagen. Tribunes waren er niet, aan training deed men niet veel, alleen gingen de spelers des Zaterdagsavonds wat vroeger naar bed (R.A.P. had z’n clubavonden in het American Hotel en in die jaren bleven de café’s tot 2 uur ’s nachts geopend).

Het was een gemoedelijke boel, een gezellig onderonsje. De spelers stelden zich vóór een wedstrijd eerst behoorlijk aan elkaar voor en na afloop ging men met elkaar een biertje drinken. „Ik zei zo juist dat er „hard” gespeeld werd, maar in mijn tijden was chargen, ook al was men niet in het bezit van de bal, toegestaan en daar werd een zeer ruim gebruik van gemaakt. Ik herinner me nog heel goed een ontmoeting tegen Sparta op het Schuttersveld waar ik het met den veel groteren Jan Stok aan de „stok” kreeg, die ik even later hoorde mompelen: „Ja, Piek Hisgen, straks krijg ik jou wel hoor!” Schröder en Lieftinck vormden twee kanthalfs waartegen alleen list en handigheid golden, want in „chargen” waren ze heer en meester.”

Toch was het spel snel, zeer snel zelfs. In Kampschreur en Zweerts bezat R.A.P. twee uiterst snelle vleugelspelers, een goed binnentrio, met daar achter een hardwerkende halfbacklinie die haar taak zowel in de aanval als in de verdediging op de juiste wijze uitvoerde.

Potter en Van der Linde waren backs van internationale klasse en vooral het spel van v. d. Linde dwong aller bewondering af. Het motto in die jaren was: „Recht op het doel af en goals maken.”

Doch nimmer werd er „unfair” gespeeld en al werd deze of gene speler eens een beetje „gekraakt,” na afloop was alles vergeten. Dan luchtte men z’n gemoed op den armen scheidsrechter die echter niet bevreesd was en van repliek wist te dienen. En had R.A.P. op de Maliebaan verloren, de revanche op Oud-Roosenburch was des te mooier, want H.V.V. had in die jaren een zeer homogene ploeg waarvan terecht een grote roep uitging.

„Eens kwam Kraak, onze oude, trouwe schatbewaarder na afloop van een match tegen H.V.V. het kleedlokaal binnen rennen om een recordrecette van …. ƒ 175.— aan te kondigen! De entrée was toen nog maar een kwartje, dus mèt leden waren er die dag een paar duizend toeschouwers geweest.”

Goede sportvelden waren er toen nog niet in de hoofdstad en zo zwierf R.A.P. jaren lang van het ene stuk weiland naar het andere. Wij hebben gespeeld naast de bierbrouwerij „de Amstel”; in het Oosterpark; later aan de Schagerlaan (een slecht stukje moeras); ook een seizoen zonder terrein, om ten slotte op Oud-Roosenburch in de Watergraafsmeer te belanden.”

Op een van de vele tropheën die Hisgens zitkamer sieren, is de oud-linksbinnen van R.A.P. (die ook wel linksbuiten of middenvoor speelde) bijzonder trots. Het is het miniatuur bekertje, in het seizoen 1898/99 gewonnen. „Dat seizoen was R.A.P. zowat ongenaakbaar, want op 9 April 1899 sloegen we te Amsterdam voor het landskampioenschap eerst P.W. met 3—2, terwijl we twee weken later de return te Enschedé met 2—1 wonnen, om daarna, op 7 Mei met 1—0 van H.V.V. de Holdertbeker in de wacht te slepen.”

In Amsterdam-Noord is Hisgen vernoemd in het straatbeeld

In het jaar 1900 boekte R.A.P. nog een daverend succes toen het te Luik de „Coupe Glorieux” won, aan welke serie wedstrijden tal van ‘vooraanstaande Engelse verenigingen deelnamen, die men zó sterk achtte dat men R.A.P. reeds van te voren als absoluut kansloos beschouwde. Doch de landskampioenen bewezen het tegendeel!

Ook won R.A.P. nog eens een groot internationaal tournooi te Brussel, waar de „Coupe van der Straten Ponthos” verspeeld werd. Naast Engelse en Belgische clubs, kwamen ook H.V.V. en R.A.P. uit, die…. de finale bereikten. R.A.P. was versterkt met Jan van den Berg en Gorter van „Haarlem” en H.V.V. had de medewerking van A. van Waveren (H.F.C.).

Kort voor tijd leidde H.V.V. nog met 1—0, doch Jan v. d. Berg zorgde eerst voor de gelijkmaker, om even later, alhoewel gewond, een schitterende opening te maken, zodat Hisgen maar voor het intrappen had. „Ik herinner me nog een zeer levendig manneke die de Belgen enthousiast aanmoedigde. Naderhand hoorde ik dat het Protin geweest was, de toenmalige wereldkampioen sprinten.”

Sporadisch kwamen wedstrijden van het Ned. Xl-tal in die jaren voor, zo af en toe wipte er eens een Engelse combinatie de Noordzee over om tegen Nederland uit te komen, maar toch heeft R.A.P. van 1894 af tot 1906 nog twaalf internationals in z’n gelederen gehad, waarvan Jules van der Linde tweemaal als aanvoerder heeft gefungeerd.

Doch R.A.P. maakte in die jaren een fout door niet tijdig aan goede reserves te denken en toen in de loop van enige jaren de spelers van het eerste min of meer tot de veteranenklasse gingen behoren of naar het buitenland trokken, kon het vroegere spelpeil niet meer gehandhaafd blijven en kon men het tegen H.V.V., Sparta e.a. niet meer bolwerken. R.A.P. zakte langzaam doch zeker op de competitieladder, om in 1914, met Volharding en de cricketclub Amstel samen te smelten tot V.R.A. De toetreding tot de combinatie (Volharding), R(A.P.) A(mstels ), die thans alweer 32 jaar bestaat, bleek de beste oplossing.

Als 10-jarige jongen (in 1885) begon Hisgen het cricketspel op het oude Museumterrein te Amsterdam te beoefenen. In 1887 was hij lid van „Run”, één jaar later van „Progress” en weer een jaar later kwam hij voor Volharding uit, daar de twee eerstgenoemde clubjes ontbonden waren.

Zijn serieuze oefeningen begonnen op 15-jarige leeftijd „en”, zo vertelt Hissen verder: „tot en met het jaar 1921 heb ik de oefeningen elk seizoen geregeld volgehouden. Want, en dit geldt natuurlijk voor elke tak van sport, doch bij cricket in het bijzonder, verwaarloost men het oefenen, dan komt er van wedstrijdcricket niets terecht. Het heeft jaren geduurd voor dat ik m’n offbreak behoorlijk kon bowlen. Alleen door volhardend en gestaag oefenen heb ik een klein succesje weten te boeken op mezelf. Toen de offbreak me later in de steek liet, lukte het met de onbreak.

Ik wil nu wel graag bekennen dat mij de verandering van dit bowlen de grootste moeite en inspanning gekost heeft, maar…. tevens ook de mooiste satisfactie uit m’n lange cricketloopbaan. Ik zou dan ook de Nederlandse sport jeugd willen toeroepen: oefenen, oefenen en nog eens: oefenen:…., al zijn de velden thans veel verder van de stad verwijderd dan vroeger toen we slechts een paar minuten te lopen hadden.”

 

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.