Op het nieuwe KNVB Centrum moet natuurlijk ook een Rijksmuseum van het Voetbal worden gebouwd
De KNVB overweegt om te verhuizen uit Zeist. Op het nieuwe Binnenhof van het Voetbal moet natuurlijk een museum komen, inclusief een archief, bibliotheek en een restaurant met lekkere dingen.
Zelfknutselarij
Niet iedereen is het eens met een mogelijke verhuizing van de KNVB. Ton van Rietbergen en Sjef van Hoof bijvoorbeeld schrijven hierover vandaag in het AD in een opiniestuk.
Dit is het hoogtepunt van hun betoog: ‘De KNVB-directie heeft in Europa rondgekeken en gezien dat de Britse en Duitse voetbalbond meer voetbalvelden tot hun beschikking hebben. De Engelse en de Duitse bond zijn ook groter, maar de KNVB wil vooroplopen. Hoewel de Engelse en Duitse nationale teams niet bijzonder goed presteren, weet de KNVB het zeker: zonder drie extra velden en een ruimer parkeerterrein gaan we het op voetbalgebied niet redden in Europa.’
De auteurs moeten natuurlijk helemaal zelf weten of ze een verhuizing al dan niet een kapitaalvernietiging vinden, maar dat neemt niet weg dat die Engelse en Duitse teams het in de afgelopen jaren best aardig hebben gedaan. De Engelse vrouwen wonnen het laatste EK en bereikten de WK-finale, die ze verloren van Spanje. De mannen speelden de laatste twéé EK-finales, die dan weer wel allebei werden verloren.
De Duitse vrouwen bereikten de EK-finale en wonnen olympisch brons in 2024. Alleen de Duitse mannen winnen tegenwoordig niet meer zoveel – dat is dan wel weer waar.
Tot mijn verbazing zie ik op het kaartje ook 2,5 hectare van mijn grond ingetekend
Bereikbaarheid
Zelf heb ik geen enkele voorkeur waar de KNVB het hoofdkantoor heeft staan. Deze discussie is dan weer wel interessant, omdat we zo zien wat de geïnteresseerde gemeenten als pluspunt opnoemen om zo snel mogelijk de eerste paal te slaan op hun grondgebied.
Ze zullen allemaal zeggen dat er in hun regio een voetbaltraditie is, wat we natuurlijk meteen kunnen wegstrepen. Dat geldt zo’n beetje voor heel Nederland. De gemeente Noordwijk moet daarom nog wat dieper graven dan alleen deze opmerking: “Vanwege de lange geschiedenis die Noordwijk heeft met de KNVB en het Nederlands elftal, zouden we een logische plek kunnen zijn voor de KNVB-Campus.”
Ook Oisterwijk roemt de plaatselijke voetbalgeschiedenis, waarvan ik nog niets wist. De argumenten voor de bereikbaarheid zijn een stuk belangrijker, omdat die wel eens doorslaggevend kunnen zijn in de keuze. “Midden in het groen”, aldus het AD, “maar ook dicht bij Eindhoven Airport en de A58.” Helaas staat er in dit verhaal niets over goede treinverbindingen, die voor een 21e-eeuws voetbalcentrum veel belangrijker zijn. De fixatie op reizen per vliegtuig of auto is zó 1987. In het bid zelf is er gelukkig wél aandacht voor het treinverkeer.
Dit plan uit Oisterwijk heeft dan weer wel een opmerkelijk pijnpunt: één van de eigenaren van de benodigde grond heeft geen idee dat hij hier ook onderdeel van is! “Tot mijn verbazing zie ik op het kaartje ook 2,5 hectare van mijn grond ingetekend,” zegt Frank van Helvoort in het AD. “Ik weet van niks, maar de burgemeester en Reebok Vastgoed zijn van harte welkom.”
Zo hebben zich in totaal 36 gemeenten gemeld, aldus KNVB-voorzitter Frank Pauw. Mede door die aanvraag van Oisterwijk wil ik wel eens weten wat er in al die voorstellen staat. Zijn er meer gemeentes die grond aanbieden, waarvan de eigenaar dat zelf niet weet?
“Goedemorgen, wij zijn van het Nederlands elftal en komen hier zo trainen.”
“Wat leuk, maar ik moet de koeien nog melken.”
De Opening van het KNVB-sportcentrum in Zeist door prins Bernhard. Foto via het Nationaal Archief
Een afgesloten voetbalwereld
Het huidige KNVB Centrum werd in 1965 officieel geopend na een bouwperiode van vijf jaar. Het was toen al wel enkele jaren in gebruik. Pas in 1974 verhuisde het administratieve en bestuurlijke centrum van de KNVB vanuit Den Haag naar Zeist.
De financiering kwam geheel uit de Toto-opbrengsten, zoals zo veel sportaccommodaties uit die tijd. Net als nu waren er meer gemeentes geïnteresseerd in het onderbrengen van de KNVB, want ook Apeldoorn en Arnhem hadden belangstelling. In december 1959 werd gekozen voor Zeist, waarna Arnhem als een soort van troostprijs enkele jaren later werd aangewezen voor een nationaal sportcentrum op Papendal.
Laat men zich niet verontrusten door de mateloze publiciteit over nozems, provo’s en andere dorpsgekken
Het was een bewuste keuze van de KNVB om zo ver mogelijk van de bewoonde wereld een voetbalcentrum te bouwen, diep in de Zeister bossen. Daar verrees een afgesloten wereld, waar de voetballers (toen nog allemaal mannen) niet werden afgeleid door stadse fratsen als bier, ontaarde muziek en opstandigheid jegens het wettige gezag. De sportieve oase van Zeist was het antwoord van de voetbalwereld op de asfaltjeugd van de jaren zestig.
KNVB-voorzitter Toon Schröder zei dit letterlijk in 1965 bij de officiële opening in Zeist. “Laat men zich niet verontrusten door de mateloze publiciteit over nozems, provo’s en andere dorpsgekken. Dat is toch maar een te verwaarlozen percentage. Deze jeugd is in wezen kerngezond. Haar in een uitgezochte omgeving sporttechnisch en mentaal op te leiden tot een generatie, waarmee ons snel groeiende volk straks eer zal inleggen, is een taak waaraan wij, die op de een of andere wijze hiervoor verantwoordelijk of mede-verantwoordelijk zijn, ons met inzet van alle krachten zullen wijden.”
Ontmoetingscentrum
Zo heeft elke tijd zijn eigen vraagstukken, waarop de sport een antwoord hoopt te vinden. Die nozems en provo’s zijn in 2025 (helaas) geen probleem meer, maar daarvoor in de plaats zijn er nieuwe vraagstukken voor de grootste sport van ons land.
De verschillen tussen de absolute top en de basis worden steeds groter, waarbij vooral de verenigingen het moeilijk hebben met van alles en nog wat. Er is steeds minder ruimte voor sport en recreatie. Begin jaren zestig was er van vrouwenvoetbal geen sprake, waar dat nu een geaccepteerd onderdeel is. En dan zijn er ook nog nieuwe varianten ontstaan als gehandicaptenvoetbal en Walking Football.
Het KNVB Centrum van de toekomst moet hier rekening mee houden om voor al die verschillende groepen het nationale en sportieve ontmoetingscentrum te kunnen zijn, als het maatschappelijke antwoord op de groeiende verdeeldheid in de maatschappij. Juist voetbal is een plek waar alle lagen uit de samenleving elkaar moeten ontmoeten. Een gemeente die daar geen oog voor heeft, is meteen af – ook al kunnen ze bewijzen dat daar al in 1245 de eerste competitiewedstrijden werden gespeeld.
Elke gemeente die het Rijksmuseum van het Voetbal opneemt in haar bid, is mijn vriend
Rijksmuseum
En als dan toch alles weer open ligt, is dit meteen het moment om ook een visie te ontwikkelen over een Nationaal Voetbalmuseum, waarin die maatschappelijke context van het voetbal wordt uitgelicht.
Op die plek moeten ook de archieven worden ondergebracht, die de KNVB nu ergens op een opslag heeft liggen, die onbereikbaar is voor wie dan ook. Ik probeer al jarenlang te achterhalen over welk voetbalerfgoed de bond beschikt, maar ik heb nog steeds geen idee.
Verder moet er een Nationale Voetbalbibliotheek worden gebouwd, als vanzelfsprekend voorzien van alle digitale voorzieningen en wereldwijd aangesloten bij de andere kenniscentra van het voetbal. Met de meest nabije universiteitsstad gaat de KNVB een samenwerking aan voor onderwijs en onderzoek, waarmee een compleet nieuwe generatie wordt opgeleid als voetbalwetenschapper.
Zo wordt voldaan aan de eisen van een nationaal voetbalcentrum van ónze tijd, waar niet alleen het sportieve en bestuurlijke deel wordt ondergebracht, maar wat ook het kloppende hart van kennis en onderzoek moet zijn. Voetbal is tenslotte zo groot en invloedrijk geworden dat het daar inmiddels wel behoefte aan heeft. En zo komt er ook meteen een mooie plek voor een leuk dagje tijdens een schoolreis of vakantie.
Elke gemeente die het Rijksmuseum van het Voetbal opneemt in haar bid, is daarom mijn vriend. Onder één voorwaarde: de eigenaar van de benodigde grond moet er zelf wel van weten.