Op zoek naar het verhaal van de vermoorde voetballers van WV en HEDW
De Amsterdamse voetbalclub WV-HEDW eert op zijn eigen monument de 236 vermoorde Joodse leden in oorlogstijd. Die namen zijn nu via de website Oorlogslevens.nl gekoppeld aan tientallen oorlogsarchieven. Dit artikel is gratis, maar met een donatie maak je ons werk wel mogelijk – onderaan deze pagina.
Op deze kaart kan je zien waar 200 vermoorde leden van WV en HEDW hebben gewoond
Precies 75 jaar na de Bevrijding wilde WV-HEDW bij zijn gerestaureerde oorlogsmonument zijn doden herdenken. Vanwege de coronacrisis was dit onmogelijk en werd er in plaats daarvan een speciaal filmpje gemaakt. Herdenken op afstand, zoals in 2020 helaas het geval is.
Een ongestoorde start
Na de Duitse inval lag het Nederlandse voetballeven maar enkele weken stil voordat het weer in alle hevigheid losbarstte. Dat gold ook voor Wilhelmina Vooruit (WV) en Hortus Eendracht Doet Winnen (HEDW), die vooral bestonden uit Joodse voetballers. Na het eerste oorlogsjaar bereidden zij zich voor op het nieuwe seizoen, zoals altijd eigenlijk. ‘Niets leek in de zomer van 1941 een ongestoorde start van de tweede voetbalcompetitie in oorlogstijd in de weg te staan,’ schreef historicus Evert de Vos in 1999 in zijn afstudeerscriptie over Joodse voetbalclubs in Amsterdam.
Op maandag 15 september 1941 werd het de Joden echter opeens verboden om mee te doen aan openbare sportwedstrijden. Veel wedstrijden van het weekend daarna gingen niet door, omdat teams een spelerstekort hadden of omdat hun scheidsrechter Joods was. Volgens schattingen van De Vos werden er alleen al in Amsterdam ongeveer 400 voetballers, zeventig scheidsrechters en enkele honderden vrijwilligers uitgesloten. “We voetbalden een competitie,” zei Michél Agsteribbe van HEDW tegen De Vos, “en plotseling mocht het niet meer.”
Een Holocaust in twee stappen
Deze maatschappelijke isolatie van Joodse sporters was onderdeel van een reeks wettelijke maatregelen, beginnend op 10 januari 1941 met de algemene registratieplicht. Via een verbod voor een bezoek aan badplaatsen en de invoering van de Jodenster duurde het maar anderhalf jaar voordat het juridische fundament voor de Holocaust was gelegd.
Daarna volgde de uitvoering van de genocide zelf, die net zo voortvarend en efficiënt werd uitgevoerd als het juridische voorspel. In juli 1942 vertrokken de eerste transporten vanuit Westerbork naar de concentratiekampen. Anderhalf jaar later waren er ruim 80.000 Nederlandse Joden vermoord. Bij elkaar opgeteld duurde de voorbereiding en uitvoering van deze georganiseerde moord op meer dan driekwart van de complete Joodse bevolking dus maar drie jaar.
(Tekst gaat verder onder deze afbeelding)
Meer verhalen over sport in de Tweede Wereldoorlog in mijn boek – hier kopen.
Het spreekt voor zich dat de Joodse voetbalwereld zeer zwaar werd getroffen. De Ooievaars was de Joodse voetbalclub van Den Haag met zo’n 150 leden aan het begin van de oorlog. In de zomer van 1945 bezochten precies vier leden de eerste naoorlogse vergadering. De rest was dood. Zo was het ook in Amsterdam. “We hadden niet eens elf mensen voor een eerste elftal,” aldus Luc Saksioni over zijn Joodse club AED.
Gedenkstenen
Na de oorlog maakte WV een gedenksteen met daarop de namen van 67 vermoorde leden, waar HEDW ervoor koos om een monument te maken zonder die slachtoffers te noemen. Eind vorige eeuw werd er alsnog onderzoek gedaan naar die omgekomen HEDW-ers, in totaal 162. Van zeven leden kon hun lot niet meer worden achterhaald. Bij elkaar zijn dat de namen van 236 omgekomen voetballers, verzameld door Vincent Huis in ’t Veld, Joost van Elten, Jos van Meeuwen en Wilco van Welzen in het driedelige (!) jubileumboek Jongens, vol illusies en idealen. WV-HEDW 1908-2008. Ze staan allemaal vermeld op het gezamenlijke clubmonument, voor WV-HEDW heel waardevol voor het clubleven.
Voor onderzoekers naar de Tweede Wereldoorlog zijn de gegevens van dit monument ook belangrijk, omdat die ons veel kunnen vertellen over het lot van de Joodse bevolking. Sinds enkele maanden kan dat via de website Oorlogslevens.nl, die tientallen oorlogsarchieven met elkaar verbindt. Ook de oorlogsslachtoffers van WV en HEDW zijn hierin opgenomen, gekoppeld aan de andere archieven. Bronnen die eerder van elkaar waren gescheiden, komen daardoor nu bij elkaar, met soms opmerkelijk resultaat.
Kindertransporten
De eerste grote razzia’s bijvoorbeeld waren op 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam, de aanloop tot de Februaristaking. Via Oorlogslevens wordt duidelijk dat er ook vijf leden van HEDW werden opgepakt, die nog in datzelfde jaar in Mauthausen werden vermoord. Ook Herman van Zuiden van WV hoorde bij deze slachtoffers.
Verder zien we dat drie jeugdleden van WV en HEDW werden afgevoerd tijdens de Kindertransporten van 6 en 7 juni 1943. Bijna 1300 Joodse kinderen werden toen vanuit kamp Vught via Westerbork naar Sobibor gebracht, waar ze meteen werden vermoord, samen met hun moeders. Louis de Rood van WV was 14 jaar oud; Leendert Overst en Joseph Goslau van HEDW waren 15 jaar. Deze voetballertjes stierven allemaal in Sobibor, samen met hun moeder, broers en zussen.
Slechts enkele clubleden keerden terug na de oorlog. ‘Als groep waren ze vervolgd,’ schreef De Vos wrang, ‘maar als enkeling kwamen ze terug.’ Zo had iedereen bij WV of HEDW zijn eigen verschrikkelijke verhaal. Dankzij het clubmonument weten we 75 jaar na de Bevrijding nog steeds van hun bestaan. Precies zoals werd gezegd tijdens de onthulling van het officiële oorlogsmonument van de KNVB, waarop hun namen ook staan vermeld: ‘Zij zijn niet dood, die in ons hart leven.’