Oranje Onder: Nederlandse voetbalsporen in Australië
Nederlandse emigranten namen hun liefde voor voetbal mee naar Australië. Oranje ging Down Under.
Voetbalclub Wilhelmina uit Melbourne in 1958. Achter v.l.n.r. Ad Sloothaak, Sjel de Bruyckere, Hans Petersen, Tjibbe Keuken, Rein Yntema, Arie Luytens, Tony Noy, Dre Remmers. Voor Bill Westerveld, Cor Morks, Cor Mathyssen. Via Adam Muyt / Ringwood City SC Collection
De sport weerspiegelt de geschiedenis van migratie. Dat was in de jaren dertig al zo met de Amsterdamse voetbalclub Madjoe. In het Maleis betekent dat “voorwaarts” of “vooruit”. Sumatra Boys en Suriname Boys spreken voor zich. En ook in onze tijd verraden sommige clubnamen een verleden buiten Nederland zelf, zoals Ambon, SV Turkse Kracht en FC Chabab.
Op dezelfde manier hebben zo’n 160.000 Nederlanders weer hun sporen achtergelaten in de Australische sport. Tussen 1947 en 1961 verlieten zij hun geboorteland voor een nieuw leven. Na aankomst richtten ze eigen voetbalclubs op met namen als Hollandia, Juliana en Werkspoor.
De sport werd zelfs gebruikt om mensen te lokken. In 1961 plaatste het tijdschrift Sportkroniek een bijzondere advertentie: ‘Voetballers met emigratieplannen, die gaarne iets meer over voetbal in Australië wensen te weten, kunnen zich in verbinding stellen met de thans met vakantie in Nederland vertoevende rechtshalf van Wilhelmina, Melbourne: Tony Noy.’
Ongeveer twintig belangstellenden meldden zich daarna bij Noy, die zelf was opgegroeid in het Limburgse Gennep. Zes Nederlanders verhuisden inderdaad naar Melbourne, waar ze ook lid werden van Wilhelmina – wéér zo’n clubnaam met verwijzing naar het land van herkomst. De legendarische Sjel de Bruyckere, die in Nederland twee landstitels had gewonnen met Willem II, had dat enkele jaren eerder al gedaan.
Klompenvoetbal
Adam Muyt heeft die historische sporen van het Nederlandse voetbal in Australië vastgelegd in zijn boek Clogball (Klompenvoetbal). “Het is geen sportboek,” zegt hij zelf. “Het gaat over migrantengeschiedenis.”
De auteur heeft een persoonlijke band met Nederland, omdat zijn vader Bob in 1951 vanuit Deventer naar Australië verhuisde. “Hij sprak nooit met ons in het Nederlands, behalve als hij vloekte.” Bob Muyt trouwde met een Ierse vrouw en had er verder geen behoefte aan om bij een Nederlandse voetbalclub te gaan.
Veel van zijn voormalige landgenoten namen hun liefde voor deze sport dan weer wél mee en richtten na aankomst hun eigen verenigingen op. De kleuren rood, wit, blauw en oranje stonden centraal. Net als in Amsterdam in de jaren dertig was het zo meteen duidelijk dat de herkomst buiten het land van oprichting lag.
Sjel de Bruyckere (rechts) in 1957 namens Wilhelmina tegen Juventus. Overgenomen met toestemming van Co.As.It – Italian Historical Society (Australia)
Hollandia
Muyt is de eerste in Australië, die deze migratiegeschiedenis via het voetbal heeft gevolgd. Zijn boek staat vol fascinerende verhalen, waarin zelfs de zoon van de legendarische anarchist Ferdinand Domela Nieuwenhuis opduikt. Samen met zijn beste vriend Willem Siebenhaar richtte Ferdinand jr. als eerste Nederlander een voetbalclub in Australië op. Dat was in 1892, ruim een halve eeuw vóór de emigratiegolf.
Ook loopt er een directe lijn tussen de Amsterdamse voetbalclub BPC en de pioniers in Australië. Karel Lakmaker was in 1922 één van de oprichters van BPC, waarbij zich vooral Joodse voetballers aansloten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verloor de club 31 leden, onder wie Lakmaker. Hun namen staan nog steeds op een clubmonument in Amsterdam-Oost.
Zoon Harry Lakmaker zat in die oorlogsjaren in het Joodse verzet, onder meer bij knokploegen rond het Waterlooplein. Hij overleefde de Holocaust en vertrok zo snel mogelijk naar Australië. In 1949 was hij in Sydney betrokken bij de oprichting van Hollandia, de eerste Nederlandse migrantenclub. Er waren meer Joodse overlevenden bij betrokken, maar dat speelde in hun nieuwe land geen rol meer. Iedereen was welkom, ongeacht het verleden. Bijna als vanzelfsprekend speelden ze in een oranje shirt.
Tot aan zijn dood in 1983 speelde Lakmaker een grote rol in het Australische voetbal, maar daarbij wist niemand van zijn oorlogsverleden. Zelfs zijn eigen familie hoorde dat pas voor de eerste keer in een gesprek met Muyt.
Het leven van migranten, zo laat Muyt via zijn onderzoek zien, bestaat dan ook vaak uit tijdlijnen met hele diepe breuken. In het geboorteland weet bijna niemand wat er is gebeurd ná het vertrek. In het nieuwe land zijn de jaren vóór de migratie weer onbekend.
Via het voetbal lijmt Muyt die afgebroken tijdlijnen weer tot één geheel. En daarom gaat zijn onderzoek inderdaad niet zozeer over sport, maar over mensen op zoek naar een nieuw leven.
Adam Muyt – Clogball. The Dutch and Soccer in Australia. A migrant story. Via clogball.com.