PEC Zwolle en de bekerfinale van 1977
In 1977 bereikt PEC Zwolle de bekerfinale en is het dicht bij Europees voetbal. Vanaf de aftrap is PEC beter dan opponent FC Twente. Maar het lijkt wel alsof PEC niet mág winnen.
Twente viert feest na de bekerfinale van 1977. Foto’s Nationaal Archief
Door Friso Schotanus
Op donderdag 19 mei 1977 is het al vroeg druk in de Zwolse binnenstad. Overal verzamelen zich groepjes supporters. Op de Grote Markt scholen ze samen in auto’s en busjes, bierdrinkend en luid toeterend.
Schutte Tours heeft zelfs stadsbussen gehuurd om alle supporters te kunnen vervoeren naar het Goffertstadion. Ruim voor de middag vertrekt een karavaan van auto’s en bussen, die in totaal 12.000 Zwollenaren naar Nijmegen zal brengen.
PEC-supporter Harry Bouwhuis vertrekt die ochtend met een busje van café Stappenbeld naar Nijmegen. “Je zag onderweg de wereld aan Zwolse supporters. Ik herinner me dat er voor het eerst een collectief gevoel van trots heerste ten aanzien van de stad en de club.” De supporters overspoelen de Nijmeegse binnenstad. “Er hing echt een gezellige sfeer in de binnenstad. Er was in de Nijmeegse cafés verbroedering tussen de Zwollenaren en de Tukkers.”
Underdog
FC Twente is voor de wedstrijd de overduidelijke favoriet, maar van onderschatting is volgens de Enschedeërs absoluut geen sprake. Toch liet Epy Drost zich daags voor de finale ontvallen: “Als we de beker nou niet pakken, dan stop ik maar met voetballen.”
PEC Zwolle-captain Rinus Israel weet dat zijn ploeg kan profiteren van de underdogpositie: “Ze zullen tegen ons echt niet zo gemotiveerd spelen als tegen Feyenoord of Ajax.”
Overigens wordt Israel van tevoren niet warm of koud van de bekerfinale. Hij denkt liever vooruit, en stelt somber vast dat de concurrentie met een voorsprong de nacompetitie ingaat wanneer Zwolle het kampioenschap verprutst. Terwijl Twente na de finale van een welverdiende vakantie kan genieten, moet PEC drie dagen later strijden om het kampioenschap in de eerste divisie, uit tegen Heerenveen.
Israel mag dan broodnuchter vooruitkijken, de meeste anderen leven toe naar het absolute hoogtepunt uit hun voetbalcarrière. De ploeg heeft een propvol competitieprogramma achter de rug, maar iedereen is maximaal opgeladen voor wat komen gaat. De selectie probeert te ontspannen in de rustieke omgeving van het Bilderberg-hotel in Oosterbeek, waar men daags voor de wedstrijd zijn intrek heeft genomen. Donderdagmiddag draait de spelerbus eindelijk de weg op, de bossen door, om via de A50 naar Nijmegen te rijden.
Lange stoet
Het is precies de weg die de fans ook afleggen. “Op de snelweg kwamen we in de eindeloze stoet bussen met Zwolse supporters terecht, het was fantastisch”, haalt Ben Hendriks zijn herinnering op.
“Iedere keer als ik met de auto de Rijnbrug bij Arnhem oversteek, zie ik die lange stoet weer voor me”, vult Klaas Drost aan. “Het was een sliert van wel 120 bussen, die heel langzaam reden. De supporters zaten op de daken met vlaggen te zwaaien. Er werd non-stop getoeterd toen we ze voorbij reden.”
In de bussen, met daarin veel jongeren, heerst een opperbeste stemming. Ze zingen pesterige liedjes, die nu nogal braaf in de oren klinken: “En voor Twente nog eenmaal zák-maar-in-de-stront”, en: “Het zijn maar domme Tukkers, ha-ha-ha.”
Als de spelers om zes uur ’s avonds het veld op komen, zit de Goffert met 29.000 toeschouwers, onder wie ZKH Prins Bernhard, tjokvol. Vanaf de aftrap is duidelijk dat maar één ploeg aanspraak maakt op de nationale beker: PEC Zwolle.
De Tukkers spelen nerveus, in hun hoofden overheerst de gedachte dat het niet opnieuw mis mag gaan. Vreemd voor een sterke ploeg die bestaat uit een mix van oudgedienden en talenten, zoals Frans Thijssen, Epy Drost, Kick van der Vall, Jan Jeuring en Arnold Mühren. PEC Zwolle speelt in zijn sterkste opstelling en domineert.
Al in de eerste minuut krijgen de Zwollenaren hun eerste mogelijkheid en in de vijfde minuut is het raak. Israel lanceert Sörensen, die zuiver voorzet op Banhoffer. En als hij de kans krijgt om te koppen, dan is dat dodelijk. Tot verbijstering van alle PEC’ers keurt Cees de Bruin de treffer echter af. Niemand weet waarom. Sommigen gokken op buitenspel, maar het blijkt dat De Bruin de goal annuleert vanwege duwwerk van Koko Hoekstra, die in de rug van de scorende Banhoffer staat.
Pee-Ee-Cee olé
PEC Zwolle gaat door. Jan Hendriksen kopt op aangeven van Banhoffer op de lat, en een hard schot van de snelle rechtsbuiten Ronald Hendriks stuit op de handen van Twente-doelman Van Gerven. Twente kan er niets tegenover stellen, behalve wat balletjes breed op het middenveld. Daar worden ze onmiddellijk op de huid gezeten. IJzerman en Sörensen maken spelmaker Thijssen en Van der Vall onzichtbaar. De Twentse fans worden steeds stiller, terwijl de Zwolse fans vocaal bezit nemen van het stadion. Er wordt gezongen, getoeterd en PEC’s huisorkest De Notenbalkers gaat van hoempapa: Olé, olé, Pee-Ee-Cee olé.
Ook in de tweede helft is PEC Zwolle de bovenliggende partij, al bijt Twente nu wel een paar keer van zich af. Toch komen beide ploegen niet tot scoren. “PEC stal de show, ontfermde zich in anderhalf uur voetbal over de beste kansen, maar moest met het zwaar teleurstellende Twente de verlenging in”, noteert Jan de Deugd van De Telegraaf op de perstribune. En in die verlenging slaat het noodlot toe.
Na vijf minuten in de extra tijd loopt libero Epy Drost met de bal aan de voet op de Zwolse helft. Hij kijkt voor zich uit en ziet in de verte het doel. Dan maakt Israel een van de zeldzame fouten uit zijn carrière. “Laat maar schieten”, roept hij. Zijn geconditioneerde medespelers geven gehoor aan het commando. Epy Drost, die nota bene bekend staat om zijn verwoestende afstandschoten, haalt uit. Er vertrekt een raket van zijn schoen. Van ruim dertig meter afstand zeilt de bal achter keeper Bob Nieuwenhout, die de bal in de mêlee van spelers niet ziet aankomen: 0-1.
De onderkoning van Indonesië was er ook
Twente was tot dan toe, in de woorden van televisieverslaggever Theo Reitsma, “vreselijk kansloos”, maar staat toch op voorsprong. Er is nog geen man overboord, PEC heeft nog 25 minuten om de gelijkmaker te scoren. De droom wordt echter definitief verstoord als Theo Pahlplatz over het been van Ben Hendriks valt, die de bal met een sliding uit het strafschopgebied wil werken. Aarzelend wijst De Bruin naar de stip. De PEC’ers zijn woest, aanvoerder Israel voorop. Maar de televisiekijkers kunnen de beslissing billijken. Arnold Mühren benut het buitenkansje en schiet onhoudbaar raak. PEC is moe en leeg. En alsof 2-0 nog niet geflatteerd genoeg is, mag Jeuring ook nog de 3-0 scoren.
Wat PEC rest, zijn de complimenten van de pers en de neutrale voetballiefhebbers. Volgens Ton van Dalen zou PEC Zwolle een sieraad voor de eredivisie zijn en Twente-trainer Spitz Kohn vond PEC “grote klasse”.
Maar complimenten belanden niet in de prijzenkast. Zo voelen de supporters het ook. “Na afloop heerste een ambivalent gevoel van trots en teleurstelling”, zegt supporter Harry Bouwhuis. Bij de spelers is het niet anders. “Achteraf kregen we nog een handje van prins Bernhard, maar dat was niets bijzonders. Hij had heus geen zesde vinger of zo”, kijkt Ben Hendriks cynisch terug.
René IJzerman, die sinds jaar en dag een bloemenkraam runt aan de voet van de Vispoortenbrug in het Zwolse centrum, wordt tot op de dag van vandaag aangesproken op de gebeurtenissen van Hemelvaartsdag 1977. Hij had geen last van ambivalente gevoelens. “We hadden zo’n sterk team, waar van alles in zat. Ik had er flink de ziekte in dat we het niet redden.”
Dertig jaar na dato kan Israel wel waardering opbrengen voor het machtige schot van Epy Drost, maar direct na de wedstrijd is hij pisnijdig op de scheidsrechter. “Die man heeft de finale verkracht”, vertelt hij aan journalist Henk Wageman. “Na die goal van Epy Drost waren we nog niet verloren, maar als je zo’n strafschop tegen krijgt, dan moet je wel verliezen.”
Complot?
De dubieuze of op zijn minst twijfelachtige arbitrale beslissingen zijn voer voor liefhebbers van complottheorieën. Al vóór de wedstrijd deden verhalen de ronde over mogelijke opzettelijke benadeling van PEC Zwolle. “Het gerucht ging wel dat wij niet mochten winnen, omdat ons stadion helemaal niet geschikt was voor Europees voetbal”, legt toenmalig manager Henk van Ginkel uit. “Maar ik geloof niet dat een scheidsrechter het veld in gaat met de gedachte: Als ze kunnen winnen, moet ik dat voorkomen. We hebben hem er trouwens wel lang mee gepest, deze Cees de Bruin. Telkens als we hem tegenkwamen, werd hij er wel even aan herinnerd.”
Ook Klaas Drost kent het verhaal, maar hecht meer waarde aan andere opmerkingen. “ ‘Jullie horen helemaal niet in de eerste divisie thuis’, zei men. Dat was eigenlijk ook een verwijt. We zouden beter moeten kunnen dan we in de competitie hadden laten zien.” De complimenten dragen wel bij aan het verwerken van de stevige kater. Maar er is een ander gevoel dat overheerst, een gevoel van angst. Angst dat het seizoen alsnog mislukt, net als vorig jaar na het bekeravontuur.