Philips maakte al in 1935 tv-beelden van een voetbalwedstrijd
De Nederlandse televisie bestaat zeventig jaar. De eerste geslaagde proef in Nederland met het uitzenden van voetbalbeelden was al in 1935! Er werd in die tijd daarom hardop gedroomd over voetbal op tv.
Het tv-verslag van PSV – Eindhoven in 1950, afbeelding via het Nationaal Archief
Op 10 september 1950 was de eerste live televisieregistratie van een voetbalwedstrijd in Nederland. Jan Cottaar deed toen verslag van PSV – Eindhoven, niet toevallig een derby in de stad van Philips. Erik de Vries en Jan Casteleins waren de cameramannen in actie.
‘Een groot succes,’ aldus Arnhemsche Courant. De kijkers hadden zelfs een handsbal geconstateerd, die de scheidsrechter was ontgaan. De wedstrijd was weliswaar nog niet nationaal te volgen, maar het was wel een belangrijke ontwikkeling voor de sportjournalistiek.
Binnenplaats
Aan deze uitzending waren jaren van experimenten en onderzoek vooraf gegaan. In december 1935 slaagde Philips er zo voor de eerste keer in om beelden uit te zenden, die op hetzelfde ogenblik werden gemaakt – een live-opname dus. Dat was een primeur voor Europa, zo berichtte Het Eindhovens Dagblad trots.
Er werd onder meer een buitenopname vertoond ‘van eenige laboratorium-employé’s, die in hun witte jassen in de barre koude op de binnenplaats van het laboratorium een geanimeerde partij voetbal poogden te spelen.’ Het is misschien een ruimte definitie, maar toch: dit was de eerste keer dat er in Nederland live tv-beelden werden uitgezonden van een voetbalwedstrijd.
‘De ensceneering van deze laatste opname was uitstekend, wat ook op het overgebrachte beeld duidelijk te merken was,’ zo zag Het Eindhovens Dagblad. Het zou alleen nog wel even duren voordat er écht voetbal op tv zou zijn, luidde de slotvoorspelling. ‘De demonstraties toonen overtuigend aan, dat televisie tot de technische mogelijkheden behoort en dat nog slechts overwegingen van financieelen aard de oorzaak ervan zijn, dat het nog wel eenigen tijd kan duren, vóór er een practischen uitzenddienst voor het geheele land ingevoerd zal kunnen worden.’
Voorspellingen
Met het experiment van 1935 werden de voorspellingen over de opkomst van televisie van zo’n honderd jaar geleden weer iets realistischer. Op 6 januari 1927 bijvoorbeeld schreef Het Volk er al eens over. ‘Stel je voor, dat je thuis in je kamer in de makkelijke stoel zit te soezen. Het is langzamerhand, voor je er erg in had, donker geworden, maar je hebt het licht nog maar niet opgestoken. En dan zie je plotseling op de witte muur boven den schoorsteen het gezicht van een vriend, dien je al een paar weken niet gezien hebt! Gezichtsbedrog? Neen, je bent heusch weer klaar wakker en het levend portret vlak voor je knikt je duidelijk toe, het glimlacht en — waarachtig: het steekt vroolijk zijn tong tegen je uit.’
In Engeland werden toen de eerste proeven gedaan, waarbij beelden van een persoon in de ene ruimte werden vertoond aan journalisten in een andere ruimte. En dat lukte ook nog. ‘De journalisten zaten verstomd. Naast telefoon en radio thans het zien op verren afstand langs en ook zonder draad!’
De mogelijkheden waren enorm, realiseerde Het Volk zich: ‘Héél spoedig zullen we in staat zijn om in een makkelijke stoel thuis niet alleen de radiostemmen van overal vandaan te beluisteren, maar ook om het geprojekteerde beeld te aanschouwen van wat zich op het oogenblik ergens, waar ter wereld ook, afspeelt. Behalve luistervinken worden wij allen dan kijkvinken bovendien. Op ons gemak zien we een voetbalwedstrijd in Amerika of een parlementszitting m Australië, al naar die toevallig ook al uitgezonden wordt.’
Bioscoop, boksers en beroerde journalisten
Een jaar later ging dagblad De Vrije Socialist nog wat verder met zijn voorspelling en beschreef in feite de wereld, waarin wij nu leven. ‘Ongekende mogelijkheden staan te vervullen. Telefoon met televisie, radio, enz., stellen, ons in staat op bijna elk denkbaren afstand op onze aarde met elkaar in contact te komen, te spreken en zelfs elkaar te zien. In een minimum van tijd weet men ons te berichten, wat op duizenden mijlen afstand plaats vindt en kan men ons dit op de rolprent doen aanschouwen.’
Het was alleen de vraag of dat allemaal automatisch ook vooruitgang was, vervolgde de krant met een uitroep: ‘Vervlakking en teruggang!’ Die snelheid van informatie zou maar leiden tot onverschilligheid. ‘Men weet de massa stelselmatig af te houden van de gewichtige vraagstukken des levens en met allerlei onbenulligheden te paaien.’
En dat zou dan gebeuren in de bioscoop, via ‘prikkellectuur’ en al helemaal door sporten als worstelen, boksen en hardlopen. Alsof het nog niet erg genoeg was, zou de pers zich van zijn slechtste kant laten zien. ‘Geheele kolommen worden aan voetbal en andere sport gewijd, gaarne zelfs op sensationele wijze.’
Of die voorspelling inderdaad is uitgekomen, maak je zelf maar uit. Wij hebben het te druk met het maken van nog meer prikkellectuur.