Precies 75 jaar geleden versloeg Abe Lenstra het grote Ajax met 6-5
In het Rijksmuseum van de Sport moet een Abe Lenstra-zaal komen, waarin historische wedstrijden worden belicht. Daar zal dan ook aandacht zijn voor Heerenveen – Ajax op 7 mei 1950.
Er bestaan geen filmbeelden van Heerenveen – Ajax, maar met behulp van de verslagen is een reconstructie mogelijk
Het voetbalseizoen 1949-1950 eindigde in een historische kampioenscompetitie. Het was nog in de tijd dat er eerst voor de verschillende afdelingstitels werd gespeeld, waarna de kampioenen – zes in totaal – onderling uitmaakten wie de beste van het land was. De Eredivisie was nog niet uitgevonden.
Twee van die afdelingskampioenen kwamen uit Zuid-Limburg, een absoluut hoogtepunt voor het voetbal uit die regio. En dan won Limburgia uit Brunssum ook nog eens het landskampioenschap door Ajax in de beslissende wedstrijd met 6-0 te verslaan, in Amsterdam nog wel. Als eerste Limburgse club was het de beste van het land.
Al met al een stuk emotie van de bovenste plank
Wim Schotanus
Enkele weken eerder had Ajax ook al zes tegendoelpunten in één wedstrijd gehad, nota bene in het jaar waarin het vijftigjarige bestaan werd gevierd. Om hierover wat meer te horen, bracht ik in 1997 een bezoek aan Wim Schotanus in Heerenveen. Aanbellen aan zijn voordeur had geen zin, want zijn hele leven was hij winkelier geweest. Hij reageerde daarom alleen nog maar op het geluid van een winkelbel, had hij vooraf gewaarschuwd. Mijn intree was dan ook via de garagedeur, waaraan zo’n winkelbel was bevestigd.
Zijn werktafel was bezaaid met paperassen. “Ik ben nog steeds betrokken bij de KNVB,” zei hij. “Elk weekend bezoek ik de amateurwedstrijden in deze buurt. Ook schrijf ik elke week een column over het regionale voetbal voor de Heerenveensche Courant.”
In 1936 werd Schotanus verslaggever bij de Regionale Omroep Noord-Oost RONO. Na de oorlog, in 1954, werd hij gevraagd door de AVRO om daar te werken. “Dat was voor mij een hele eer, omdat ik een volksjongen was. Denk erom dat je je gedraagt, waarschuwde de directeur van de LTS mij toen ik voor de eerste keer voor die omroep moest werken. Die man was een verschrikkelijk fanatiek lid van de AVRO en dus trots dat iemand uit Heerenveen daarvoor verslaggever werd.”
Tussenstand: 4-5
Vier jaar eerder had Schotanus al eens voor de AVRO verslag gedaan van een voetbalwedstrijd. En wat voor één: de kampioenswedstrijd tussen Heerenveen en Ajax op 7 mei 1950. Een half uur voor het einde stonden de Amsterdammers met 5-1 voor, maar toen kwam de ommekeer waardoor de thuisploeg alsnog met 6-5 won.
Schotanus deed dat radioverslag niet vanuit het stadion zelf, maar moest daarvoor na afloop van de wedstrijd naar huis rennen, waar een radiowagen gereed stond. “Ik moest op tijd weg voor het verslag om half vijf. Daarom ging ik weg bij 4-5, toen Ajax al totaal verslagen was.”
Vlak voor vertrek waarschuwde hij wat vrienden: “Als er wat gebeurt, moet je als de blikskaters naar mijn huis komen.” Schotanus was nog niet eens thuis toen hij een enorm gejuich hoorde. “Ik wist dus dat het gelijk was geworden. Mijn vriend stond me inderdaad al op te wachten.”
Schotanus begon aan zijn verhaal voor de nationale zender. “Heerenveen Sportpark, goedemiddag. Een stuk spektakel van jewelste tussen de Ajacieden en Heerenveen.” Terwijl hij deze woorden uitsprak, legde een tweede vriend een briefje voor zijn neus met de mededeling dat het alsnog 6-5 was geworden.
“Het was daardoor een heel bewogen verslag,” blikte Schotanus in 1998 terug. Met als slotwoorden: “Al met al een stuk emotie van de bovenste plank.” De luistervinken van de AVRO hoorden zo voor de eerste keer van de sensatie in Heerenveen. “Ik wist toen zelf de uitslag nog niet eens! Ik kreeg er later veel complimenten voor.”
Abe had geblazen
In het eigen clubblad blikte Ajax verbaasd terug op deze krankzinnige wedstrijd, waarin doelman Bep Leentvaar zes keer werd gepasseerd. ‘Als de bekende donderslag bij heldere hemel kwam er een Heerenveenster windstoot. Abe had geblazen. Keihard ging de bal langs Leentvaar. Onhoudbaar. Heel de Friese voetbalkolonie stond te brullen en te dansen.’
Niets kon de thuisploeg daarna nog stoppen. ‘Dichtspijkeren van onze verdediging had de storm misschien kunnen weerstaan, maar aangezien dit niet gebeurde, onze jongens óf het gevaar niet zagen, óf niet de kracht bezaten van bestendig naar stormvoetbal over te schakelen, kreeg Heerenveen gelegenheid door te daveren. En ze gingen door, die Friezen. Van vuurwater kan je dronken worden, maar hier werd men van het voetbal.’
De grote vraag in Amsterdam was wat nou voor die omslag had gezorgd. Zoals Ajax zelf schreef: ‘De één gaf Leentvaar de schuld, de ander had het over slecht captaincy.’ Met dat laatste werd Joop Stoffelen bedoeld, de Ajax-aanvoerder van 1950. Tijdens de wedstrijd had hij Lenstra uitgescholden voor stinkende boer, waarna de Fries zo boos werd, dat hij zijn team naar de overwinning sleepte. Sommige Ajax-spelers hebben het Stoffelen in ieder geval altijd kwalijk genomen.
In 1997 sprak ik hierover met Stoffelen zelf. Hij vertelde dat hij na afloop naar de Heerenveen-spelers was gelopen. “Jullie keken zo zielig,” zei hij tegen de Friezen, “en daarom hebben we jullie maar laten winnen.” Zijn echtgenote, die er die dag bij was geweest, voegde daar meteen aan toe dat ze na een wedstrijd nog nooit zo’n stille spelersbus van Ajax had meegemaakt. Bijna een halve eeuw later blufte Stoffelen zijn herinnering gewoon weg, zo probeerde hij tenminste.
Wéér verloren
Ook doelman Leentvaar ontkwam niet aan zware kritiek in eigen kring. ‘Het werd een drama,’ aldus het programmaboekje van 21 mei 1950. Met weemoed blikte de schrijver terug op doelman Ad van de Pol, die vanwege een blessure die dag niet mee had kunnen meedoen. ‘Met van de Pol in het doel,’ stond er in dikke letters, ‘was die wedstrijd stellig niet verloren.’
Leentvaar zelf liep huilend van het veld af, waarna hij nooit meer terugkeerde in het eerste van Ajax. Hij speelde nog wel voor het tweede en was na afloop van zijn spelersloopbaan vier jaar bestuurder bij Ajax, als tweede penningmeester. In 1977 kwam hij in de ledenraad.
Tien jaar later speelden de voetballers van 1950 opnieuw tegen elkaar. Leentvaar stond in het doel, blijkbaar over de teleurstelling heen. Ajax maakte zes doelpunten, waarmee ze tien jaar eerder nog gelijk zouden hebben gespeeld. Heerenveen maakte er acht en won dus opnieuw.
In 1995 werd van Heerenveen – Ajax een theaterstuk gemaakt, gespeeld in het Abe Lenstra Station. En wéér won Heerenveen.