Precies 75 jaar geleden vierde Den Bosch de enige landstitel in het voetbal

Slechts één keer heeft een voetbalclub uit Den Bosch de landstitel gewonnen. Dat gebeurde 75 jaar geleden.

Spelmoment van EDO – BVV op 13 juni 1948. Uit de collectie Fotopersbureau De Boer via het Noord-Hollands Archief

De laatste speeldag van de kampioenscompetitie van 1947-1948 was één van de spannendste die het Nederlandse voetbal tot dan toe had meegemaakt. Zowel BVV uit Den Bosch als het Heerenveen van Abe Lenstra maakte nog kans op de landstitel. De Friezen waren alleen al uitgespeeld en waren daarom afhankelijk van het resultaat van BVV tegen EDO uit Haarlem, gespeeld op 13 juni 1948. Bij verlies van BVV zou dat evenveel punten hebben als de Friezen, waarna er een beslissingswedstrijd nodig was.

‘Het is nog niet zeker, dat de matador der matadoren morgen op het schild zal worden geheven,’ merkte de Maasbode daarom op in de voorbeschouwing. ‘De Friezen faalden voor de eindstreep door in Deventer van Go Ahead te verliezen en zijn uitgespeeld met een totaal van 13 winstpunten, dat B.V.V. reeds bezit, zodat de Bosschenaren nu aan een gelijk spel voldoende hebben om beslag op de titel te leggen.’

Sappige stukken Oeteldonk

Er werd gespeeld in Haarlem, dat zuchtte van de hitte. In een gelijkwaardige wedstrijd hadden beide ploegen evenveel kans op een voorsprong. Een klein aantal Friezen op de tribunes schreeuwde de thuisploeg toe. Tevergeefs, want ruim een kwartier voor het einde zette BVV de wedstrijd op de kop.

Dat werd door de speciale verslaggever van de Volkskrant meesterlijk beschreven. ‘Toen maakte middenvoor Van den Dungen de spurt, waarvan hij later aan zijn kinderen zal vertellen. De spurt, waarmee hij in een ruk, tussen Schijvenaar en Odenthal door, bij de bal kwam, nog nét op tijd om deze langs de verbijsterde Van den Berg te caramboleren.

Dit was de goal, die BVV kampioen van Nederland maakte. De goal, die hele vakken van verzengde tribunes in Haarlem Noord tot sappige stukken Oeteldonk maakte. Het ruige EDO — zo fel en zo sterk als het sinds zijn openingswedstrijden misschien niet meer gespeeld heeft — had nog zestien minuten om met al zijn aanvalsdrift op de Bossche verdediging los te hameren.’

Vlak voor tijd maakte EDO nog wel gelijk, maar voor BVV maakte dat niet meer uit. Den Bosch kon zijn eerste – en nog steeds enige – landstitel vieren. Het feest werd nog groter omdat de plaatselijke wielrenner Gerrit Schulte diezelfde dag ook kampioen van Nederland was geworden.

Kampioensfeestgedruis

Bij terugkomst ’s avonds werden de voetballers in open auto’s door de stad gereden, onder begeleiding van drie muziekkorpsen. ‘Er was geen Bosschenaar thuis gebleven,’ aldus de Volkskrant. ‘Met confetti bestrooid en als prinsen gevierd, kwamen de kampioenen bij het stadhuis, waar burgemeester Loeff hen van het bordes toesprak.’

Het hoogtepunt van de speech was de belofte dat alle kroegen tot 2 uur open mochten blijven. ‘Tot diep in de nacht denderde Brabants hoofdstad van het kampioensfeestgedruis.’