Precies honderd jaar geleden stond Haarlem op de kop door de landstitel van RCH
Op 10 juni 1923 werd RCH kampioen van Nederland. Deze eerste officiële landstitel voor een – toen nog – Haarlemse voetbalclub werd groots gevierd in de stad.
De huldiging van RCH in 1923, via Open Beelden
Haarlem wordt beschouwd als bakermat van het Nederlandse voetbal met de plaatselijke pionier Pim Mulier als drijvende kracht en de Koninklijke HFC als de oudste voetbalclub van het land. In 1891, 1893 en 1895 won dat zelfs de landstitel, maar dat was nog in de tijd dat er alleen nog maar clubs waren in het westen van het land. De officiële telling begint daarom in 1898 – 125 jaar geleden – bij de kampioenswedstrijd tussen RAP en Vitesse.
Precies honderd jaar geleden was RCH daarmee de eerste Haarlemse club, die de landstitel won. Tegenwoordig is dit gehuisvest in Heemstede, maar in 1923 nog niet.
Het elftal had zich geplaatst voor de kampioenscompetitie, zoals dat vóór de invoering van de Eredivisie gebeurde, samen met de andere afdelingskampioenen in de Eerste Klasse: Be Quick uit Groningen, Go-Ahead uit Deventer en Willem II uit Tilburg. Vooraf werd het de minste kansen toegedicht, omdat al die andere clubs in de voorgaande jaren al eens landskampioen waren geweest.
Volkssport
De belangstelling voor deze wedstrijden was enorm, precies in de jaren dat voetbal veranderde van een elitesport in een volkssport. Voor de uitwedstrijd van RCH in Tilburg werd een extra trein vanuit Haarlem ingezet om alle supporters te vervoeren. Vanwege het goede spel van RCH waren de verwachtingen ondertussen aanzienlijk gegroeid. Die werden niet beschaamd, want Willem II werd met maar liefst 3-6 verslagen.
Een week later kwam Willem II naar Haarlem, waar RCH de landstitel kon behalen als het opnieuw zou winnen. Er hing daarom opwinding in de stad, zo merkte de Nieuwe Haarlemsche Courant op. ‘Dat veler hart op het oogenblik trilt van spanning naar den afloop van den morgen te spelen wedstrijd R.C.H.—Willem II, zal niemand mogen ontkennen. Men kan het overdreven vinden, men mag het betreuren, het is een feit, waarmede men rekening houden moet.’
De enorme invloed van het voetbal werd zo steeds meer zichtbaar, wat in de voorgaande jaren al bleek bij de landstitels van clubs uit Tilburg, Deventer, Groningen en Breda. Deze prestaties werden daarbij groots gevierd, sinds 1916 zelfs op het stadhuis in aanwezigheid van de burgemeester. Voetbal was allang groter geworden dan alleen de sport zelf.
Dat benadrukte ook de Nieuwe Haarlemsche Courant: ‘De kansen van R.C.H. staan uitermate gunstig voor de overwinning, die reeds Zondag het nationale voetbalkampioenschap in de Spaarnestad brengen zal, voor het eerst in de lange jaren, dat deze titel te veroveren is.’
En zo gebeurde het precies honderd geleden dan ook, want opnieuw werd Willem II verslagen, ditmaal met 4-2, ‘en verzekerde zich daardoor het Nederlandsch voetbalkampioenschap,’ aldus het Dagblad van Noord-Brabant.
Bravo
De Nieuwe Haarlemsche Courant was natuurlijk in uiterste staat van opwinding. ‘Bravo R.C.H.-ers. Wij hebben ontzag voor een dergelijk kranig staaltje van willen en volhouden en tevens blijkt hieruit ook nog wat een ernstige training vermag. Want dat onder leiding van den eminenten trainer Mr. Julian inderdaad ernstig getraind is, bewijzen niet alleen de feiten, maar is door ons meerdere malen met eigen oogen aanschouwd.’
Meteen daarna werden de spelers in een rijtuig geduwd voor een rondrit door Haarlem. ‘Het is er zeer gezellig geweest.’ Vijf dagen later werd alles nog eens goed overgedaan met een ontvangst op het stadhuis.
Zo vierde Haarlem precies een eeuw geleden de eerste landstitel van een stedelijke club. In 1946 gebeurde dat opnieuw nadat HFC Haarlem (niet de Koninklijke) dat deed – tot nu toe ook de laatste landskampioen uit die stad. RCH werd in 1953 weliswaar opnieuw kampioen, maar toen speelde het inmiddels in Heemstede.