Precies tachtig jaar geleden speelde Feyenoord zijn enige thuiswedstrijd in het Ajax-stadion
Op 18 april 1943 speelde Feyenoord een officiële thuiswedstrijd in het stadion van Ajax, toen nog De Meer. Zo hielpen deze clubs elkaar tijdens de moeilijke oorlogsjaren.
Er is geen foto van de thuiswedstrijd van 1943, maar het zal er ongeveer zo hebben uitgezien. Deze afbeelding uit 1948 is via het Stadsarchief Amsterdam
Ajax en Feyenoord waren tachtig jaar geleden ook al rivalen. Toch hielpen de clubs elkaar als het echt nodig was.
En dat was zeker het geval in 1943, want door oorlogsomstandigheden kon Feyenoord geen thuiswedstrijden meer spelen in het eigen stadion, in de Kuip. De burgemeester van Rotterdam bepaalde namelijk op 12 april dat voorlopig “alle wedstrijden in Rotterdam zonder publiek gespeeld moeten worden”. Na het bombardement op Rotterdam-West op 31 maart 1943 met zo’n 400 dodelijke slachtoffers was er veel angst voor luchtaanvallen tijdens wedstrijden.
Een week later bevestigde het departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming deze onheilstijding. Op 4 april werd er helemaal niet gevoetbald in Rotterdam, uit respect voor de slachtoffers.
Het bezoekersverbod leverde direct problemen op voor Feyenoord, dat toen de kampioenscompetitie speelde met vijf afdelingskampioenen die onderling uitmaakten wie kampioen van Nederland werd. De thuiswedstrijden tegen Heerenveen, Enschede en ADO waren toen al uitverkocht.
Kampioenswedstrijden in Amsterdam
De eerste wedstrijd tegen Willem II was nog wel in De Kuip, maar toen volgde het verbod. Ajax hielp de Rotterdammers door zijn stadion aan te bieden voor een thuiswedstrijd. Op 18 april 1943 was Feyenoord zo in Stadion De Meer de officiële gastheer van een thuiswedstrijd tegen Heerenveen. Het oorspronkelijke idee was zelfs dat de Rotterdamse club de komende drie thuiswedstrijden in Amsterdam zouden spelen, zo schreef Jan Oudenaarden in het boek De geschiedenis van Feyenoord, deel 3.
De Revue der Sporten was onder de indruk van deze solidariteit. ‘De droevige omstandigheden te Rotterdam hebben er toe geleid dat Feyenoord de gastvrijheid van Ajax ingeroepen heeft voor haar wedstrijd van a.s. Zondag tegen de Noordelijke kampioenen. De keuze van een Amsterdamsch veld voor een Rotterdamschen thuiswedstrijd — een unicum in de geschiedenis onzer voetbalsport — verheugt ons en zal door het hoofdstelijk voetbalpubliek stellig gewaardeerd worden. Want Feyenoord is in Amsterdam zéér populair en we zijn er van overtuigd, dat het vol zal loopen en dat Feyenoord door het Amsterdamsche publiek gecompenseerd zal worden voor het spelen in eigen milieu. De wispelturige Noorderlingen, met hun crack Abe Lenstra loerend op de kansjes, zullen zeker flink partij geven, zoodat een attractief partijtje tegemoet gezien kan worden. Dus toch nog kampioenswedstrijden in Amsterdam!’
De belangstelling was alleen zo gigantisch dat De Meer te klein was. Feyenoord probeerde nog snel het Olympisch Stadion te regelen, maar dat was niet meer mogelijk.
Lof
De Revue der Sporten roemde Ajax voor de aangeboden hulp: ‘Ajax verdient lof voor de uitstekende regeling van dezen kamp. We zijn er van overtuigd, dat de Rotterdammers geen spijt hebben dat zij de gastvrijheid van Ajax ingeroepen hebben. Dat ’t gros van het publiek op ’t laatst Heerenveen tot zijn favoriet koos, dat is een van die ondoorgrondelijkheden van Jan Publiek. Ik beschouw het als een uiting van sympathie voor de zwakkere, gepaard aan waardeering voor het frissche en onvermoeide zwoegen. Maar ook het goede spel van Feyenoord werd ruimschoots gewaardeerd en ’t geheel was een kampioenswedstrijd in de goede sfeer en den echten stijl.’
Feyenoord won met 2-1. Manus Vrauwdeunt opende de score, waarna Abe Lenstra gelijk maakte. In de allerlaatste minuut besliste Arie de Vroet de wedstrijd.
Op 25 april speelde Feyenoord een thuiswedstrijd in het Goffertstadion in Nijmegen. Op 6 juni was de afsluiting alsnog in het Olympisch Stadion, waarmee de club dat seizoen twéé officiële thuiswedstrijden in Amsterdam speelde. ADO werd dat jaar landskampioen.