Rails to Paris: met de trein naar de Olympische Spelen van 1924 en 2024
NOC*NSF bereidt zich voor op de Olympische Spelen met de leus Road to Paris. Maar waarom hebben ze het niet over Rails to Paris? Zowel in 1924 als in 2024 speelt de trein tenslotte een belangrijke rol. In samenwerking met Football Makes History.
Het Nederlands elftal in 1924 bij de trein in Parijs. Foto via het Nationaal Archief
NOC*NSF is in juli 2023 een samenwerking aangegaan met Eurostar over het vervoer van de Nederlandse olympiërs naar Parijs voor de Olympische Spelen. De meeste sporters en hun stafleden zullen volgend jaar met de Thalys naar Parijs reizen. Ook de olympiërs uit België en Groot-Brittannië hebben zo’n overeenkomst gesloten.
Indien de vrouwenvoetballers zich plaatsen, reizen zij dus met de trein, iets waarvoor de mannen al zijn uitgeschakeld. ‘De voetbalwedstrijden op de Olympische Spelen vinden plaats in diverse steden in Frankrijk,’ licht NOC*NSF toe, ‘zoals Lyon, Nantes en Bordeaux.’ NOC*NSF brengt daarmee de regel in de praktijk, dat afstanden minder dan 700 kilometer bij voorkeur met de trein gaan.
Rails to Dordrecht
In deze officiële bekendmaking werden geen verwijzingen gemaakt naar de Olympische Spelen van precies honderd jaar eerder, die óók in Parijs waren. En in 1924 reisden de deelnemers óók met de trein, natuurlijk in de tijd dat hiervoor het vliegtuig nog niet werd gebruikt. Het Nederlands elftal wist in die tijd zelfs niet beter, net als de supporters.
Op 2 april 1911 bijvoorbeeld speelde Oranje in Dordrecht een thuiswedstrijd tegen België. De Zuid-Hollandse stad pakte de organisatie zeer professioneel aan. Dat maakte veel indruk op voetbalbestuurder A.J. Bronkhorst, zo schreef hij in 1926 in zijn boek Hup Holland. ‘Het was voor den eersten keer in de geschiedenis van onze sport, dat een stad op zoo ondubbelzinnige wijze belangstelling toonde door de wijze, waarop den Bond door het Hoofd der Gemeente en autoriteiten in Dordrecht gastvrijheid werd geboden.’
Er was veel aandacht voor het vervoer van de supporters. ‘De Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen zal van Amsterdam en verder van verschillende omliggende plaatsen extra en goedkoope treinen op Dordrecht doen loopen.’ Ook vanuit Brussel reed een speciale trein met korting op de tickets. De Stoombootrederij Fop Smit zette extra sneldiensten in, zodat de supporters per schroefboot van Rotterdam naar Dordrecht konden reizen. De gaststad was daarbij zo slim om alle bezoekers een stadsplattegrond te geven, zodat ze wisten waar het stadion was.
Er werden duizenden treinkaarten verkocht, ‘zoodat het station en de omgeving wel op het toneel van een vreedzamen burgeroorlog geleek,’ zo oordeelde de verslaggever van dagblad Het Vaderland over de enorme drukte in Dordrecht. ‘Is zoo iets niet teekenend voor de sterke mate, waarin het voetbalspel hier te lande aan belang heeft gewonnen!’
Het nationale karakter van de interland werd benadrukt door de ontvangst van de Nederlandse en Belgische voetbalbestuurders in het woonhuis van burgemeester H.J. Wichers van Dordrecht. Zo’n officieel eerbetoon van de autoriteiten voor het voetbal, toen nog een jonge sport, was niet eerder vertoond in Nederland.
Rails to the Olympics
Het treinvervoer speelde in die tijd dus al een belangrijke rol voor de voetballers, ook als zij meededen aan de Olympische Spelen. In 1908 gebeurde dat voor de eerste keer, waarbij er vanwege de eindbestemming Londen ook nog een boottocht aan werd toegevoegd. Het exacte schema voor het vertrek van het Nederlands elftal stond die week in de dagbladen, waaruit blijkt dat die reis toen bijna twaalf uur duurde. ‘Van Amsterdam 8.48, van Haarlem 9.10, van Den Haag 10.— naar Hoek van Holland. Aankomst te Londen 8 u. vm. aan het station Liverpool Street.’
Vier jaar later begon de reis naar de Spelen van Stockholm met de nachttrein vanuit Amsterdam van 9 uur ’s avonds. Behalve de voetballers reisden ook scheidsrechters, atleten en officials mee. Bij aankomst werden ze opgewacht door leden van de Zweedse voetbalbond, die de reizigers een lunch aanboden, met grote regelmaat onderbroken door een redevoering. Het treinstation was daarmee een belangrijke ontmoetingsplek van internationale voetbalbonden.
De thuiskomst na afloop was zeer feestelijk, omdat Oranje de bronzen medaille had gewonnen. Via een telegram vanuit Nederland was vooral al aangekondigd dat er een nationaal eerbetoon stond gepland vanaf het moment dat de trein arriveerde in Amsterdam. ‘Er waren zooveel belangstellenden aan het Centraalstation, dat de groote zaal voor de ontvangst bestemd, nauwelijks allen kon bevatten,’ zo meldde Het Nieuws van den Dag. Op het plein stonden ook nog eens duizenden feestende voetballiefhebbers te wachten tot de rondrit begon met de voetballers. Met de nodige moeite perste de stoet met rijtuigen zich door de massa. Het was de eerste grote huldiging voor het Nederlands elftal.
Rails to 1924
In het archief van de KNVB wordt een overzicht bewaard van de treinverbindingen naar Parijs in 1924, waar toen ook al de Olympische Spelen waren. De treinreis tussen Amsterdam en Parijs duurde in die tijd een uur of twaalf, wat nu, met een functionerende Thialf, iets minder dan vier uur is.
Het vertrek was op 26 mei, zoals gewoonlijk een punt van aandacht in de pers. ‘Maandag met den dagtrein om 6.35 is het Nederlandsch team aan het Gare du Nord gearriveerd,’ meldde De Telegraaf. ‘Er waren 16 spelers meegekomen.’ De Nederlandse voetbalofficials Kips, Hirschman en Coucke vingen de voetballers op. ‘Het team voelt zich uitstekend en is onder geen voorwaarde van plan met leege handen naar huis terug te keeren.’
Dat gebeurde uiteindelijk toch, want in de strijd om de derde plaats verloor Oranje. Vooral in de wedstrijd daarvóór tegen Uruguay had Nederland veel indruk gemaakt, die de Zuid-Amerikanen met zeer stevig spel, en zeer dubieuze scheidsrechterbeslissingen in hun voordeel, hadden gewonnen. Alleen al voor die prestatie tegen Uruguay, dat uiteindelijk de gouden medaille won, werd er een huldiging in Nederland georganiseerd – natúúrlijk op een treinstation.
Op 10 juni arriveerde de ploeg in Den Haag, waar een grote massa gereed stond. De Arnhemsche Courant schreef: ‘Een daverend gejuich weerklonk toen de spelers, captain Denis voorop. zichtbaar werden. Een ware ovatie werd hen gebracht en een voor een werden ze op de schouders rondgedragen.’ Op het Stationsplein was het nog veel drukker, waar aanvoerder Harry Dénis meteen op de schouders werd genomen.
In de zomer van 2024 reizen Europese voetballers dus hopelijk zoveel mogelijk met de trein naar Parijs, net als honderd jaar geleden. Het zou daarom erg leuk zijn als de olympische comités dit verhaal op een mooie en historische manier weten te vertellen zodat er nog meer aandacht komt voor deze manier van reizen. Inclusief huldigingen bij aankomst op het station, mét een ovatie voor de kampioenen.