Sparta was in 1959 de eerste club die werd gehuldigd op het stadhuis van Rotterdam
Feyenoord hoopt maandag op een ontvangst op het stadhuis van Rotterdam als de nieuwe landskampioen. Deze traditie begon in 1959 bij Sparta.
Sparta in 1959. Foto via het Nationaal Archief
Voor mijn boek De gele kaart van Neeskens heb ik veel uitgezocht over de geschiedenis van het nationale voetbalkampioenschap. In aanloop naar de verwachte titel van Feyenoord maak ik hierover een serie.
Naar het stadhuis
Op 18 mei 1959, Tweede Pinksterdag, won Sparta de landstitel, de laatste van deze club tot nu toe. Er volgde daarna een glorieuze rondrit door Rotterdam, onder meer over de Coolsingel. Er was alleen nog geen ontvangst op het stadhuis, want die was pas elf dagen later. Heel bijzonder, want daarmee was Sparta de eerste Rotterdamse landskampioen die op het stadhuis werd gehuldigd door de burgemeester.
Deze Rotterdamse primeur was, eerlijk gezegd, relatief laat, want Tilburg deed dit al in 1916 na het landskampioenschap van Willem II – ruim veertig jaar eerder! Voor de eerste keer in de geschiedenis werd een Nederlandse voetbalkampioen toen officieel op het stadhuis ontvangen voor een huldiging. Eigenlijk had burgemeester Frans Vonk de Both zelf de spelers willen toespreken, maar vanwege familieomstandigheden werd hij vervangen door wethouder Van Roessef. “De eere van Tilburg stond op het spel,” verklaarde hij de uitnodiging voor de voetballers voor dit eerbetoon.
Zo werd er in Tilburg een nieuwe trend gezet, want het jaar daarop won Go-ahead uit Deventer (sinds 1971 bekend met de toevoeging Eagles) de landstitel – als eerste club uit het Oosten. ‘Overal juichte de uitgetogen Deventer menigte den stoet hartelijk toe,’ schreef Het Volk daarna. ‘Op het stadhuis ontving de burgemeester een deputatie en de gebruikelijke waardeerends woorden bleven niet achterwege.’
Feyenoord was in 1924 zeker al op de Coolsingel geweest na het winnen van het eerste afdelingskampioenschap, maar nog zónder een woordje van de burgemeester. Het stadhuis werd gepasseerd tijdens een rondrit, die zoveel bezoekers trok dat het verkeer in het centrum compleet werd ontwricht. De politie was helemaal in de war en was daardoor vergeten dat op de route een weg was opengebroken, zodat ter plekke een omweg moest worden verzonnen. De vertraging was daardoor zo groot dat, na een tussenstop in het Zuid-Hollands Koffiehuis voor eten en toespraken, het in Rotterdam-Zuid inmiddels leeg was op de straten toen de Feyenoorders eindelijk arriveerden.
Jus d’orange
Sparta was in 1959 daarmee de eerste Rotterdamse club die het stadhuis betrad. “Wij in Rotterdam zijn er trots op, dat deze bekende Rotterdamse club met haar roemruchte geschiedenis deze overwinning heeft behaald”, zo sprak burgemeester Van Walsum. Iedereen hief daarop het glas, maar niet met alcohol, zo zag het Vrije Volk: ‘Zelden zal er aan de gemeentelijke buffetten meer jus d’orange zijn gedronken.’ Hoogtepunt van de plechtigheid, zo vond Sparta zelf, ‘was dat op het orgel het Spartalied ten gehore werd gebracht’.
Het bleek het begin van een Rotterdamse traditie, zoals wij die nog steeds kennen. In 1961 kreeg landskampioen Feyenoord dezelfde ontvangst, net als in 1962, 1965 en 1969. In de jaren zestig was er alleen nog geen publiek bij, dat dan massaal bezit nam van de Coolsingel. Het was een idee van burgemeester Thomassen dat de spelers van het elftal van 1969 naar het balkon moesten om de enkele honderden (!) supporters toe te zwaaien. Schuchter keken de voetballers over de Coolsingel naar hun aanhang.
Een jaar stonden er 200.000 Feyenoord-supporters rond het stadhuis na het winnen van de Europa Cup 1. En dat was het begin van wéér een nieuw tijdperk op de Coolsingel.