Politieke partijen moeten erg voorzichtig zijn met stemoproepen van topsporters
In aanloop naar de verkiezingen zijn er geen topsporters geweest met een stemoproep. Piet Keizer deed dat in 1972 voor D’66, maar dat liep niet goed af.
Piet Keizer in 1974. Foto Rob Mieremet via het Nationaal Archief
Wopke Hoekstra liet zich in 2021 fotograferen met Sven Kramer, samen op het ijs in Heerenveen. ‘Juist in deze tijd is het belangrijk dat we voldoende blijven bewegen’, zette hij erbij in het Twitter-bericht.
Het was een kenmerkende blunder van de toenmalige CDA-leider, omdat Thialf in die tijd vanwege corona gesloten was voor het publiek – net als de rest van de sport. Korte tijd later bood hij zijn verontschuldigingen aan.
Kop op, laat de moed niet zakken
Doe als wij
Hoekstra was zeker niet de eerste politicus, die in verkiezingstijd de nabijheid zocht van een bekende sporter. Het gevaar is dat dit niet goed afloopt.
Zo spraken zich in aanloop naar de parlementsverkiezingen van 1972 opvallend veel bekende voetballers uit voor een linkse partij. Een gezamenlijke folder van de PvdA, D’66 en PPR (daarna opgegaan in GroenLinks) werd mede ondertekend door Epi Drost van FC Twente, Willem van Hanegem van Feyenoord en Barry Hulshoff van Ajax. “Doe als wij,” luidde hun oproep voor een progressieve politiek, “dan verandert er eindelijk iets in Nederland.”
In de dagbladen van 27 november 1972 stond zelfs een advertentie van D’66 op de sportpagina’s met een directe oproep van Hulshoff, Piet Keizer en Feyenoord-aanvoerder Dick Schneider om op die partij te stemmen.

Er was wel een probleem met de oproep van Keizer, merkte Het Parool een dag later op, want die kon helemaal geen stem uitbrengen: ‘De linksbuiten van Ajax verzuimde namelijk tijdig de papieren in orde te maken om een ander te volmachten voor hem een rode stip op de kandidatenlijst te zetten, wanneer hij zich in Wassenaar voorbereidt op de wedstrijd tegen CSKA Sofia.’
En zo had D’66 in ieder geval al één stem minder dan gehoopt. Het werd nog erger, want de partij leverde in 1972 maar liefst vijf zetels in. De werving onder de voetbalsupporters had dus niet echt geholpen.
Zendtijd Politieke Partijen
De meest fanatieke voetbalvolger van D’66 was Schneider, die in 1973 ook nog eens meedeed aan een spotje bij de Zendtijd Politieke Partijen, opgenomen in de Kuip.
“Je hebt D’66 gestemd,” was de vraag.
“Uit sociaal-progressief oogpunt,” antwoordde Schneider. “Omdat ik het onrechtvaardig vind hoe de zogenaamde lage bevolkingsklasse behandeld wordt en dat er veel dingen beter kunnen.”
Dat hij daarvoor als topspeler met een topsalaris veel belasting moest betalen, vond hij niet erg.
Het hoogtepunt was de vraag wat Schneider als aanvoerder van Feyenoord tegen Hans van Mierlo wilde zeggen, de aanvoerder van D’66. “Ik zou dus tegen de heer Van Mierlo willen zeggen: Kop op, laat de moed niet zakken. Wij hebben ook wel eens achtergestaan in de rust, maar door enorme inspanning en ontzettend goed je best te doen en te blijven geloven in eigen kunnen kom je er vanzelf bovenop. Het geluk kun je dwingen.”


