Vera Pauw en Willem Vissers zijn de uitvinders van het poldercatenaccio
De overwinning van Nederland op de Verenigde Staten wordt poldercatenaccio genoemd. Dit begrip werd in 2009 voor de eerste keer gebruikt in de Volkskrant in een verslag van het Nederlands vrouwenelftal.
Dukla Praag liet al in 1967 zien wat poldercatenaccio is tijdens een training in Amsterdam. Foto Josef Masopust via het Nationaal Archief
De sport is een goede bron voor nieuwe woorden. Zo hebben we opeens het begrip provocerende pressing, waarvan ik nog geen idee heb wat dat dan wel is. Verder wordt er gesproken over poldercatenaccio, de Nederlandse variant van een Italiaanse spelomvatting. Dat kennen we dan al sinds het WK van 2014 na de winst van Oranje op Chili.
Willem Vissers omschreef de tactiek in De Volkskrant als poldercatenaccio, volgens eigen zeggen voetballen als een investeringsmaatschappij. Als het resultaat goed is, volgen de bonussen vanzelf. Dit voetbalwoord verspreidde zich in hoog tempo, waarna andere media het overnamen – soms nog met bronvermelding ook.
Koninginnen van het poldercatenaccio
Toch was het poldercatenaccio al langer bekend, want Vissers gebruikte dit op 4 september 2009 voor de eerste keer. Het was tijdens het EK voetbal voor vrouwen van 2009, waar Nederland opvallende prestaties leverde. Vissers: ‘Bondscoach Vera Pauw speelde puur op resultaat. Ze kon niet anders, zei ze, want de vrouwen, pas een paar jaar professioneel met de sport bezig, hadden nog niet het niveau om het initiatief te nemen.’
In de ogen van Vissers waren deze sporters daarmee ‘echte koninginnen van het poldercatenaccio’. De Telegraaf en NUSport namen deze term kortstondig over, waarna die wegzakte.
Na afloop van het WK van 2010 was er een uiterst korte heropleving, en dan ook nog eens regionaal beperkt. Op 13 juli 2010 keek Johan van de Beek in het Limburgs Dagblad namelijk terug op de prestaties van Oranje in Zuid-Afrika: ‘Voor Nederland was het een bijzonder WK vanwege het immense contrast tussen het poldercatenaccio dat Nederland speelde en het ongekende enthousiasme dat dit on-Nederlandse rendementsvoetbal desondanks opwekte in eigen land.’
Totaalvoetbal
Niemand nam het over, zodat het voetbalbegrip poldercatenaccio tot 2014 ergens op de vuilnisbelt van de geschiedenis lag. Dat duurde dus enkele jaren, net als bij de term totaalvoetbal – de tegenhanger en voorganger van het poldercatenaccio. Ook daar lagen enkele jaren tussen het eerste gebruik en de doorbraak.
Totaalvoetbal werd in 1972 toegevoegd aan het internationale voetbalwoordenboek door de internationale successen van Ajax, met name door de gewonnen Europa Cup 1-finale tegen Internazionale. Het Nederlands elftal gaf het daarna eeuwigheidswaarde op het WK van 1974. ‘They remain one of the greatest sides never to have won a World Cup,’ aldus de website World Soccer in een historische verhandeling over de Nederlandse voetballers met hun vernieuwende spel.
Ruim voor die doorbraak van totaalvoetbal – zowel in binnen- als buitenland – had dit begrip al eens in de krant gestaan. Op 17 december 1965 plaatste Het Limburgsch Dagblad een interview met Ajax-coach Rinus Michels. Hij sprak over goede aankopen, ploegdiscipline en ploegtactiek. “Maar we zijn er nog lang niet. We hebben nog heel veel te leren.”
Hoogtepunt van het gesprek is als Michels constateert dat hij een spel wil spelen, waarbij het hele team verdedigt én aanvalt. “Daar is veel conditie voor nodig, veel tactisch inzicht en uiteraard een behoorlijke persoonlijke techniek. Dat totaalvoetbal begint bij Ajax een beetje te komen, allemaal gezien in het licht van het 4-2-4-systeem.”
En zo werd Nederlands bekendste voetbalbegrip geboren in het midden van de jaren 60, toen Nederland geen flauw benul had van wat totaalvoetbal zou brengen. Het kost soms wat tijd, net als de introductie van poldercatenaccio.
Waardeer dit artikel!
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je je waardering laten blijken door een kleine bijdrage te doen