NieuwVoetbal

Vijftig jaar geleden waren de witte zakdoekjes in het voetbal nog een compliment

In de Johan Cruijff Arena wapperden boze Ajax-supporters met witte zakdoekjes na de enorme nederlaag tegen Napoli. Er zijn maar weinig voetbaltradities, die in de loop van de geschiedenis zo radicaal van betekenis zijn veranderd.  

Een voetbalsupporter in de negentiende eeuw. Stereofoto via het Rijksmuseum

In het internationale voetbal zijn boze supporters met witte zakdoekjes het ergste wat een coach kan overkomen. Het betekent meestal het einde van zijn dienstverband, omdat er maar weinig clubbestuurders zijn die deze druk lang kunnen weerstaan.

Compliment

Zo is het alleen niet altijd geweest, want tot een jaartje of veertig geleden stonden die zakdoekjes voor precies het tegenovergestelde. Als supporters hier vroeger mee begonnen te zwaaien, waren ze heel blij! Witte zakdoekjes waren een compliment voor voetballers die zojuist de wedstrijd van hun leven hadden gespeeld.

Dat was in 1959 al zo toen Real Madrid voor de vierde opeenvolgende keer de Europa Cup 1 won. Het Vrije Volk merkte hierover op: “De vele Spanjaarden op de tribunes wuifden geestdriftig — als bij een stierengevecht — met witte zakboekjes.”

Zoals dit citaat aangeeft, had het voetbal deze traditie niet zelf bedacht, maar stamde uit het stierenvechten. Vandaar dat de witte zakdoekjes oorspronkelijk alleen maar in Spaanse voetbalstadions te zien waren, overgewaaid van een andere populair tijdverdrijf in dat land.

Ook lijkt het meegenomen te zijn vanuit de katholieke kerk. “Luidruchtig juichten de vrouwen en meisjes den H. Vader toe,’ aldus De Tijd over een pausmis in 1928, ‘terwijl duizenden en duizenden witte zakdoekjes in de lucht den H. Vader toewuifden, die vanaf den draagstoel onophoudelijk zegende.”

Bekende Nederlandse voetballers in Spanje werden zo ook vaak toegejuicht, zoals Faas Wilkes, Johan Neeskens en Johan Cruijff. Wilkes zei in 1962 in een terugblik: “Het was een nieuwe belevenis voor me de mensen als teken van de hoogste instemming met hun witte zakdoekjes te zien wuiven, zoals dat ook bij stierengevechten gebeurt en oléh, oléh als aanmoediging te horen roepen.”

Zo overkwam ook Cruijff in 1973 tijdens zijn officiële competitiedebuut voor Barcelona. “Witte zakdoekjes voor Johan Cruyff”, schreef de Telegraaf. “Duizenden bewogen er in het scherpe kunstlicht. Het competitiebegin van Johan Cruyff bij Barcelona. Twee goals van de voet van Cruyff. Een 4-0 overwinning op Granada. Kon het beter?”

Protest

In de jaren tachtig kwam de omslag en stonden zakdoekjes opeens symbool voor een falend team. Vraag maar aan Leo Beenhakker, die in 1986 bij Real Madrid vijandig werd toegezwaaid met witte zakdoekjes. En ook bij Barcelona sloeg de sfeer in die tijd om. Waar de speler Cruijff op die manier werd bejubeld, zag hij als coach tijd diezelfde zakdoekjes als het eens niet goed ging met Barcelona.

Wat eerst een groot compliment was, veranderde in korte tijd in een uiting van woede en afkeer. Helaas is het onbekend waarom dit binnen een paar jaar zo kon veranderen.

Het bleef in ieder geval nog wel een tijdje een typisch Spaans verschijnsel totdat het 1998 in Nederland arriveerde. De eerste melding was in Dordrecht; kort daarna volgde Ajax. De definitieve doorbraak was in het eerste weekend van december 1998 toen de witte zakdoekjes tevoorschijn kwamen bij Ajax, Sparta én Haarlem – drie verschillende plekken tegelijk.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.