Het hoogtepunt in honderd jaar De Volewijckers: de kampioenswedstrijd van 1944
Op 1 november 1920 was de oprichting van de Noord-Amsterdamse voetbalclub De Volewijckers. Het absolute hoogtepunt was in 1944 met het kampioenschap van Nederland. Honderden supporters riskeerden hun leven om dat mee te maken.
Tweede Pinksterdag viel in 1944 op 29 mei en op die vrije dag zat het Olympisch Stadion afgeladen vol. Voetbalclub De Volewijckers speelde de laatste wedstrijd in de kampioenscompetitie tegen Heerenveen en een gelijkspel was genoeg voor de landstitel.
Luchtalarm
Vanwege een verbod werd deze competitie aanvankelijk niet op het eigen veld op het Mosveld gespeeld, maar bij Ajax. Op 26 maart was daar een eerste poging voor de wedstrijd tegen Heerenveen, maar die werd na elf minuten onderbroken door een luchtalarm. Ondanks vriendelijke verzoeken aan het publiek om het stadion te verlaten bleef een groot deel van de 25.000 toeschouwers zitten. De burgemeester greep persoonlijk in en lastte de wedstrijd definitief af. ‘Het publiek heeft ondanks dat alles toch een kwartier kunnen genieten van een spannenden strijd,’ constateerde De Leeuwarder Courant droog over de enige Nederlandse voetbalwedstrijd ooit die vanwege een luchtalarm is gestaakt.
In het Ajax-stadion was ondertussen gebleken dat dit te klein was voor De Volewijckers en zo werd de rest in het Olympisch Stadion gespeeld, óók de inhaalwedstrijd tegen Heerenveen van 75 jaar geleden. Dat heel Amsterdam daarbij wilde zijn was een maand eerder nog eens duidelijk geworden bij de thuiswedstrijd tegen het Haagse V.U.C. ‘Bepaalde levensmiddelen zijn moeilijk te krijgen,’ merkte Ph. K. Corstens op als bestuurslid van De Volewijckers. ‘De mensen gaan echter niet naar de Beemster voor zichzelf, maar louter met de bedoeling om de daar verkregen groenten en aardappelen te ruilen voor kaartjes.’
Razzia’s en onderduikers
Er waren mensen die willens en wetens hun leven op het spel hebben gezet voor De Volewijckers. Tip de Bruin bijvoorbeeld, de latere mode-ondernemer, zat in die tijd ondergedoken. “Ik was blij als ik één keer in de twee weken weer even onder de mensen was,” zei hij in 1997 als verklaring waarom hij toch naar het stadion ging. Volgens hem waren er zo nóg honderden onderduikers vanuit Noord naar het Olympisch Stadion gekomen.
Hoe gevaarlijk dit was, bleek op 21 mei 1944 in Sneek met een Duitse razzia onder de mannelijke bezoekers bij een voetbalwedstrijd. Die dreiging was De Bruin niet ontgaan toen hij naar de wedstrijd tegen Heerenveen ging: “Bij de ingang van het stadion stonden leden van de NSB en Grüne Polizei. Ik liep in het midden van de massa om onopgemerkt binnen te komen.”
Het kampioenselftal van de Volewijckers. ANP PHOTO 1944 / Foto: J.D. NOSKE. Gelicenseerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 4.0 Licentie.
Spontaan kampioensfeest
Het was het allemaal waard geweest, want De Volewijckers wonnen met 4-1 en waren landskampioen. De duizenden supporters liepen daarna in een feestelijke stoet dwars door de stad terug naar huis, want de trams reden die dag niet uit besparing. Dat was een hele lange wandeling, ook voor De Bruin. “Amsterdammers en de bezetters keken vreemd op naar die zingende, juichende schare supporters. Vele Amsterdammers sloten zich bij ons aan.” Het leidde tot een spontaan volksfeest vanwege de eerste – en nog steeds enige – landstitel van een Noord-Amsterdamse voetbalclub.
De Duitsers vonden het voor één keer goed. Gelukkig maar, voor al die onderduikers die hun leven hadden geriskeerd voor De Volewijkcers.