Wat zal Feyenoord blij zijn dat het geen beursgenoteerd bedrijf is, zoals in 1991 was bedacht
Ajax verkeert in grote problemen. Extra complicerend is dat het een beursgenoteerd bedrijf is. Begin jaren 90 waren er meer voetbalclubs, die hiervoor belangstelling hadden.
De beurs in 1986. Foto Derek Oosterhof via het Nationaal Archief
Het maakt de Vereniging van Effectenbezitters weinig uit met welke selectie Ajax dit weekend tegen Feyenoord speelt. Daarin verschilt deze club niet van de rest.
Als beursgenoteerd bedrijf heeft Ajax wel te maken met andere controlemechanismes, die horen bij die status. Bestuurlijke beslissingen – of juist de afwezigheid daarvan – hebben een directe invloed op de koers, waardoor die voor iedereen bekend moeten zijn. En daarin onderscheidt Ajax zich fundamenteel van de andere voetbalclubs.
Begin deze eeuw merkte ik zelf dit verschil toen ik nog werkte bij BNR, de omroep die net vandaag 25 jaar bestaat. Heel vroeg in de ochtend kwam er een collega van de financiële redactie naar mij toe met de mededeling dat Ajax voor die dag een trainerswissel had aangekondigd. Als beursgenoteerd bedrijf was Ajax verplicht om dat vóór de opening van de handel bekend te maken. De sportredactie wist op dat moment van niets, omdat die voor zijn nieuwsgaring geen gebruik maakte van financiële persbureaus als Bloomberg.
Groot bedrag
Op 11 mei 1998 was dat Ajax-aandeel voor de eerste keer te koop. In al die jaren daarna is er geen enkele andere profvoetbalclub geweest, die de Amsterdamse club hierin heeft gevolgd. Opmerkelijk, want er was in die tijd wel degelijk veel interesse.
Martin Snoeck stelde in 1991 als directeur van de Stichting Feyenoord bijvoorbeeld voor om de mogelijkheden van de beursgang van Nederlandse voetbalclubs te onderzoeken. Daarvoor wilde hij een KNVB-studiegroep in het leven roepen. Volgens Snoeck zou zo’n uitgifte een goede mogelijkheid zijn om eenmalig aan een groot bedrag te komen. Het was alleen nog niet toegestaan door zowel de KNVB als de effectenbeurs.
Frank van den Wall Bake van marketingbureau Trefpunt vond het geen slecht idee om over een beursgang na te denken. “Binnen een paar jaar zal dat aan de orde komen. Wie daarin voorop zal lopen, weet ik niet, maar dat het gebeurt staat voor mij als een paal boven water.”
Hij voorzag alleen nog niet dat Ajax die club zou worden. “In Nederland is Feyenoord de kandidaat bij uitstek. Deze club heeft het rijkste achterland van Europa: de Kuip is een van de betere locaties en de supportersschare is de grootste van het land.”
Haarlem
Een jaar eerder had Peter van Meel van voetbalclub Haarlem ook al een serieus voorstel gedaan voor een beursgang, een idee van medebestuurslid André van Eerden. “Het is quitte of dubbel”, zei Van Meel van de club die toen net uit de Eredivisie was gedegradeerd. “We hebben een beleidsplan opgesteld dat Haarlem een serieuze plaats in het betaalde voetbal moet geven en een beursgang is een van de mogelijke manieren.”
Zijn club had ook al met de gedachte gespeeld om zichzelf te verkopen – in onze tijd inmiddels een bekende constructie. “Je zou de stichting daarvoor moeten omzetten in een NV of een BV en dan zou je er vijf of zes miljoen voor moeten vragen. Maar als je niet afhankelijk wil zijn van het wel en wee van één koper, denk je aan gespreid verkopen van de aandelen. En dan is het nog maar een kleine stap om te denken over een beursgang.”
De voetbalwereld zelf was er alleen nog niet zo van overtuigd, zei Van Meel. “De reacties zijn vooral uit de beurswereld nog wat lacherig. Maar als we onze plannen uitleggen, worden de mensen serieuzer. Men wordt zo langzamerhand toch benieuwd.” Kort daarna brak er een bestuurscrisis uit bij Haarlem en kwam aan alle ambities een einde.
Opluchting
Ajax ging in 1998 dus naar de Beurs en haalde zo 125 miljoen gulden op, ofwel 54 miljoen euro. Tegelijkertijd traden andere controlemechanismes in werking, die in geval van een crisis een compleet eigen dynamiek veroorzaken. Elke Ajax-supporter die meent dat zijn club op een andere manier wordt behandeld, heeft daarom volkomen gelijk. Dat hoort nu eenmaal bij de bedrijfsvoering.
Een club als Feyenoord kan daarom met opluchting terugkijken dat de ambities van begin jaren 90 nooit zijn gerealiseerd. Ze hebben in Rotterdam-Zuid in diezelfde 25 jaar zelf genoeg problemen en crises gehad, maar ze hoeven in ieder geval niet bang te zijn voor een vervelend telefoontje van de Vereniging van Effectenbezitters. Die maakt het namelijk weinig uit met welke selectie Feyenoord dit weekend tegen Ajax speelt.