Zonder Kees Pijl snakte Feyenoord naar het einde van de titelstrijd van 1924
Op 29 mei 1924 kwam NAC op bezoek bij Feyenoord op de Kromme Zandweg. Het gemis van international Kees Pijl aan Rotterdamse zijde werd steeds groter.

Kees Pijl scoort tegen Uruguay. Foto via het Nationaal Archief
Historici houden er niet van om onderzoek te doen naar alternatieve geschiedenissen, de zogenaamde What if-history. Voor de volgende vragen halen wij dan ook onze bovenlip op:
Wat zou er gebeurd zijn als Adolf Hitler niet de Sovjet-Unie was binnengevallen?
Wat zou er gebeurd zijn als Rob Rensenbrink in 1978 niet op de paal had geschoten, maar gewoon in het netje?
Download hier het digitale boek over het eerste kampioensjaar van Feyenoord
Kees Pijl
Zo kunnen we ook een What if?-vraag stellen over de kampioenscompetitie van 1924. Kees Pijl van Feyenoord deed een groot aantal wedstrijden niet mee, omdat hij als enige speler van deze club met het Nederlands elftal op de Olympische Spelen in Parijs speelde. Zou Feyenoord ook kampioen zijn geworden als Oranje toen nóg meer spelers van deze club had meegenomen?
Geen enkel antwoord kan worden bewezen, maar het is zeer aannemelijk dat het uiteindelijke verloop heel anders was geweest. De laatste wedstrijd met Pijl was namelijk op 18 mei 1924 tegen NAC. Zijn club won moeizaam met 3-2 met het winnende doelpunt van – jawel – Pijl.
In de afdelingscompetitie zelf had hij 23 keer gescoord in achttien wedstrijden. In de eerste drie kampioenswedstrijden maakte Pijl er nog eens zeven.
Ondertussen was hij op de Olympische Spelen de beste spits van alle deelnemende teams met vijf doelpunten voor Oranje in slechts twee wedstrijden. Tegen Roemenië scoorde Pijl er vier, waaronder een hattrick in vijftien minuten. Tegen Uruguay, nota bene de latere kampioen, opende hij ook nog eens de score.
Feyenoord miste zo zijn beste speler – 35 doelpunten bij elkaar opgeteld! – in de laatste vijf kampioenswedstrijden. De eerste twee tegen Stormvogels leverden beide puntverlies op voor Feyenoord met twee gelijke spelen.
Ook de toenmalige sportpers merkte daarom op dat de Rotterdammers inmiddels een heel groot probleem hadden. En toen kwam NAC vanuit Breda op bezoek voor een wedstrijd, waarvan iedereen vooraf meende dat de thuisploeg die wel even zou winnen.
Wedstrijdgegevens
Feyenoord – NAC 2-2 (1-1)
Rotterdam, Kromme Zandweg
Scheidsrechter: Theo van Zwieteren
Toeschouwers: 5500
Opstellingen
Feyenoord
Vermeulen
Notenboom, Van Dijke
Zuidam, Bul, van der Velde
Petterson, Koonings, Borremans, Weber, Groenenboom
NAC
Van der Aa
Mertens, De Bruijn
Van Boxtel, Stender, Pijpers
Sillekens, Bakkeren, Verlegh, Van Roessel, Petit
Wéér puntverlies
‘Tegen de verwachting verloor Feijenoord op eigen terrein een puntje aan N. A. C., terwijl Stormvogels de Noordelijke kampioenen sloeg,’ schreef de Haagsche Courant in het wedstrijdverslag. Voor de derde opeenvolgende keer had Feyenoord een punt verloren, opnieuw door de afwezigheid van Pijl.
De stemming op de Kromme Zandweg was daarom niet optimaal, zag de verslaggever. ‘De Feijenoord-supporters blijken niet optimistisch gestemd, te meer daar het bekend is geworden, dat Stormvogels gewonnen heeft van Be Quick. Een muziekcorps maakt een rondwandeling om het veld en houdt er met recht den moed in.’
Ondanks het teleurstellende resultaat voor Feyenoord was dit wel de beste wedstrijd in de kampioenscompetitie geweest. ‘Toch blijven de Rotterdammers favoriet voor ’t kampioenschap van Nederland,’ sloot de krant daarom af.
De laatste twee wedstrijden van het seizoen zouden daarom de doorslag geven. Stormvogels was al klaar en had een voorsprong van drie punten op Feyenoord (in de tijd dat een overwinning nog goed was voor twee punten). Met twee zeges waren de Rotterdammers kampioen, maar bij nog een gelijkspel werd het wel heel moeilijk. Bij twéé gelijke spelen of één verlies, was Stormvogels kampioen.
Feyenoord moest daarom beide wedstrijden winnen. En dat zónder Pijl, de man van de 35 goals voor Feyenoord en Oranje.
Het was dus maar goed dat er niet nog meer Feyenoorders voor Oranje waren geselecteerd, want niemand weet hoe dat dan was afgelopen. Maar dat is What if-history en daarvoor trekken we op Sportgeschiedenis onze bovenlip op.

